Oude vrienden

Een schuchtere Romaanse pilaarwelp.

26 april 2025. Dag 53: Caldendasco – Piacenza: 21 km. Dag 54: Piacenza – Fiorenzuola: 28 km

We bereikten Piacenza op de bevrijdingsdag van Italië. De Via Francigena volgt een provinciale weg die als een streep door de buitenwijken naar het centrum van de stad leidt. Vandaag hadden auto’s en hun bestuurders vrijgenomen maar stil was het niet. Wat toch reed gierde als een gek over de weg, uit frustratie of een testosteronoverschot. We deden net als de politie, maak je niet druk, negeer dit gedrag.

De route gaat verder en eindigt bij de kathedraal, de meest prestigieuze kerk. De pelgrim begrijpt de hint en loopt gedwee naar binnen.

We waren moe en hongerig en we wilden vooral een stempel van de kerk in onze credencial, daarna het gebouw bekijken en dan verder naar de Eataly voor een lunch. We zochten ons suf naar de stempel of naar een prelaat voor hulp, maar de eerste was gejat of bestond gewoon niet en de ander vierde het leven tijdens de nationale feestdag.

Bij een tweede vergeefse zoekronde gaat de blik al snel omhoog en zie je kerkwanden die in meerdere eeuwen langzaam zijn gevuld.

De enorme schildering waarover ik struikelde.

Een iPhone is dan reuzehandig, de Jezusafbeelding hierboven zie je nauwelijks in de duisternis, alleen dat die uit pakweg 1300 stamt. Je maakt een foto en dan kijk je naar het veel helderder beeld op je scherm om te ontdekken wat er in de duisternis voor je verborgen blijft (in het centrum een Jezus met een scepter? Links lijkt mij een Joris met de draak maar wat toont het rechterpaneel?). 

Wat fascineert mij toch in dit fresco? Dit werk is zo oeroud, zo overduidelijk gemaakt door meesters die een volledig andere kijk op het leven hadden. Wat zij hebben gemaakt en al die tijd heeft doorstaan, is het beslagen raam waar ik doorheen wil kijken om hun wereld, en mijn verre verleden, te begrijpen. Je verbeeldingskracht is het wonder om die barrière voor een klein deel te overbruggen. Ik denk aan het Roelandslied, de verhalen van Chretien de Troyes over de ridders van de heilige Graal, de cyclus van tapijten met eenhoorns in het museum Cluny te Parijs en Don Quichotte. Al die meesterwerken zijn gemaakt in een tijd waarin moed, eer en trouw je reputatie bepaalden. Je stortte je in hopeloze acties die je dood betekenden, maar die men ondernam zonder na te denken, zonder twijfel of klankbordoverleg, omdat men het aan zichzelf verplicht was.

Jezus onderstreept door zijn formaat en blik dat zijn woord wet is. Zonder de voor en tegens tegen elkaar af te wegen, beschermt de ridder links zijn volk tegen een draak en de ridder rechts lijkt iemand in veiligheid te brengen. De twee voorbeelden dienen om de christelijke moraal te illustreren.

Wat is overgeleverd is het ideaalbeeld van de ridder, maar velen dienden als huursoldaten, de condottieres, en schopten het tot hertog, in de Po-vlakte stikte het van zulke types.

Ik bewonder de ridderlijke ethos. Het is het omgekeerde van opportunistisch denken, je volgt je principes in plaats van de uitkomsten van een business case berekening. 

Roland hypnotiseert iedereen die hem ziet.

In het oudste deel van de kerk, in de crypte, de kelder onder het altaar, zag ik eindelijk weer mijn Romaanse vrienden. Ik ontmoette ze in 2016, voor het eerst in Vézelay en daarna opnieuw in St-Léonard-de-Noblat, St. Domingo de la Calzada, Léon en andere kerken langs de Camino Francés.

T: Wat heb ik jullie gemist! Ik zocht jullie overal in Duitsland en Zwitserland, maar ik zag jullie nergens. Jullie leken verdwenen…

Welkom en het voelt alsof we elkaar gisteren nog spraken! We zijn verheugd maar niet verrast. Mensen die ons kennen komen we later weer tegen, dat horen we ook van onze broers uit heel Europa.

T: Ach ja, dat is jullie geheim. Hoe jullie, die voor mensen slechts versteende deugnieten, leeuwen, adelaars en pelikanen op de pilaren van Romaanse kerken lijken, contact houden met jullie even verstijfde soortgenoten in Frankrijk en Spanje…

(Zijn grijns lichtte op, of was het gewoon een weerkaatsing van het licht in mijn bril?). Dat is iets wat al onze mensen-vrienden niet begrijpen. En het is zo eenvoudig. We zijn allemaal even oud en vaak door dezelfde handen gehakt. We zien, ook al zijn we in verschillende kerken, dezelfde monniken en pelgrims. Zoals jij. Hoe kun je elkaar dan uit het oog verliezen? 

T: Dat is voor jou gesneden koek, voor mij blijft het nog altijd een raadsel. Maar, zeg me, hoe gaat het met jullie?

Niet te best. Er gebeurt te veel. Het is druk. Zoals je ziet steek ik tegen iedereen mijn tong uit. Maar niemand kijkt. Ze lopen hier rond en staren naar een lichtend ding in hun hand, of naar niets. Rambald ranselt Gottfried op de pilaar achter je. Olivier, het lam, staat daar ondersteboven. Niemand die het ziet. Wat doen we hier nog behalve wachten op het Oordeel?

T: Wanhoop niet! Vertrouw in je kracht en draai niet mee met de wind, dat doen mensen zonder visie, de lichtgewichten die met elke hype meeliften. Jullie schoonheid is een klasse apart die mensen opbeurt en die ze aan het denken zet. Wordt geen windvaan, wees trots op wat je kunt… en dus toon je tong zoals het een elfde-eeuws wonderkind betaamt!

OK, ik doe mijn best…. Pffffuuuuhh…..

Op bevrijdingsdag hangen overal kleurige posters met citaten van partizanen, zoals hier op het (uiteraard gele) stadhuis van Calendasco.

4 gedachtes over “Oude vrienden

  1. Nu weten we niet of het nog gelukt is met die stempel! Ik hoop het maar, want 28 km lopen en dan geen ‘bemoediging’ ontvangen, lijkt me teleurstellend.

    1. De stempel konden we vergeten! In kerken langs Jacobswegen ligt de stempel bij de ingang. En in de buurt van Santiago hebben zelfs bars hun eigen stempel. Maar langs de Via Francigena hebben we in nog geen enkele kerk een stempel aangetroffen. Misschien dat we hiervoor beter een politiebureau kunnen bezoeken, of dat we de credencial door een bibliotheekmedewerker laten afstempelen.

  2. Nu treedt het ‘Pelgimage-effect’ in. Een prachtige muurschildering met het verhaal erbij, een dialoog met ene Roland, iets of iemand die meereist, zich lang schuil houdt en dan, op een zeker moment, van zich laat horen, zij het in gedachten. Maar hoe waardevol die dialoog is, laat zich lezen.
    En dan de teksten op de doeken, toch maar even ‘google translate’ gebruikt: “Wij waren niet bang. Op die leeftijd gingen we tegen de wereld in. Ik zei dat er brood en polenta in het mandje moesten liggen. Maar daaronder zaten wapens, geweren en munitie.” Het geeft aan dat we ons opmaken voor de veranderende wereld, terwijl we eigenlijk de aarde moeten beschermen met elkaar. Nu de ‘Conclave’ gaat beginnen, zullen we binnenkort weten welke kant Rome kiest.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *