Ruim 10 jaar geleden hebben we elkaar ontmoet en ontdekten we snel dat we allebei van reizen houden. Sindsdien hebben we samen veel tochten gemaakt. We hebben niet de ambitie om elk land of zelfs elk werelddeel te bezoeken. Ga naar de gebieden waar je van houdt en SLOW-DOWN, geniet, beleef waar je bent, je hoeft niet alles te zien.
Zo zijn we naar de Indiase Himalaya gegaan, met een volledige uitrusting voor een meerweekse trektocht in de rugzakken. Lopend door het hooggebergte, over paden langs gerstvelden, stupa’s en boeddhistische kloosters. Later hebben we (net als Kuifje en kapitein Haddock) met een Sherpa, assistent-sherpa, kok, 2de kok, kok-assistent en een gevolg van dragers door verlaten valleien bij het Annapurna massief in Nepal gelopen.
Ook in Zuid-Amerika hebben we het (hoog)gebergte opgezocht. De Andes hebben we doorkruist van Peru en de zoutmeren van noord-Chili en Bolivia tot aan de zuidelijke uitlopers in Patagonië, Tierra del Fuego en Isla Navarino waar het meest zuidelijk dorpje van de wereld staat (Puerto Williams).
In Europa leiden onze wegen steeds naar het zuiden (want de ideale bestemming is een gebied waar het weinig regent, je mooie wandelingen kunt maken, waar goede wijn wordt gemaakt en je de taal verstaat). Dus zijn we naar Spanje gegaan en hebben het land ontdekt met de “bijbel” van Cees Nooteboom. Gedurende meerdere jaren hebben wij “onze” omwegen door Spanje gemaakt en daarbij Asturië, Cantabrië, Galicië, Aragon, Castillië y Leon en Navarra verkent. Vanuit Spanje zagen we uitgestrekte groene gebieden in Noord-Portugal en daarom zijn we ook naar Tras-os-Montes gegaan om via Braga en Tomar in Lissabon te eindigen, op zoek naar de muziek van Madredeus en Cristina Branco.
Vaak stonden we voor de keuze: gaan we opnieuw naar Spanje of zullen we dit jaar naar Italië rijden. Italië: het land van de beste wijnen, het lekkerste eten en de mooiste auto’s. Waarom zou je eigenlijk ooit naar een ander land gaan? En dus zijn we met onze kooikerhondjes Puck en Job in het Noorden van Italie geweest, in de bergen van Aosta, de Dolomieten van Sud-Tirol en bij de Monte Pollino, het grootste Italiaanse nationale park in Basilicata en Calabria.
Sinds een aantal jaren hebben we een vaste pleisterplaats op het Noord-Duitse Amrum. We gingen hierheen omdat op dit eiland tijdens Oud-en-Nieuw alleen maar sterretjes worden afgestoken en Job panisch was voor vuurwerk. Tijdens onze eerste tocht ontdekten we de herberg Klar Kimming (met wijnbar en sauna) en daarna zijn we elk jaar teruggekeerd om lange strandwandelingen te maken en daarna aan de table d’hote het jaar door te nemen.
Wij houden van deze gebieden, lees de andere berichten uit de Categorie Eerdere tochten voor sfeer en foto’s van onze lievelingsplekken.