Hoogtemeters

9 april 2025. Dag 36. Hasenstrick – Jona (Rapperswil): 12 km. Dag 37. Jona – Einsiedeln: 18 km.

De laatste dagen lopen we kortere afstanden. Dit is een minder toeristisch gebied van Zwitserland, en daardoor zijn er maar weinig overnachtingsmogelijkheden. We lopen langs een reeks kleine dorpjes, wat gehuchten en veel eenzame boerderijen en we zien nauwelijks koffiezaken, terrasjes en osteria’s. Laat staan hotels. De weinige hotels in het buitengebied bepalen of je twee korte routes tot een langere kunt samenvoegen, of niet.

We waren trouwens vandaag maar wat blij dat we al na 18 kilometer voor de pelgrimsherberg van Einsiedeln stonden. Naarmate je dichter bij de Alpen komt wordt de vermoeidheid steeds minder door het aantal gelopen kilometers bepaald. Wat telt zijn het aantal hoogtemeters. 

Ook op klimvakanties zijn hoogtemeters belangrijk. De mooiste Alpenpieken zijn 3990 meter hoog, daar gaat niemand heen, op die hellingen zie je niemand en bereik je in een overweldigende stilte de top. Iedereen wil een 4000-er scoren, liefst meerdere in een week. Niet alleen op de Mount Everest, ook op de 4000-ers in de Alpen is het dringen bij het Gipfelkreuz en vergt het acrobatiek en doodsverachting om een foto te maken waarop het lijkt dat jij en je vriendengroep echt-waar-tijdens-de-beklimming-helemaal-niemand-hadden-gezien.

Zo’n klimvakantie duurt meestal maar een week en in die week wil men al de ruimhartig gestelde doelen behalen. Het gevolg is stress en zelfoverschatting. Je rent van het ene naar het andere massief of je daalt op de ochtend nadat je een top hebt bereikt 2000 meter naar beneden, van de alpenhut naar het dal, en daarna steek je het dal over en ga je dezelfde middag op de tegenoverliggende wand net zoveel meters omhoog, naar een volgende hut. En begin je de daaropvolgende nacht met een beklimming van een volgende piek. Na een week ben je kapot, je rijdt terug naar Nederland, je valt uitgeput in bed en je herstelt tijdens de eerste werkweek.

Onze prestaties zijn een stuk geringer maar nog altijd adembenemend. Een paar dagen terug gingen we over de Hörnli van 1130 meter en vanochtend stopten we hijgend op de Etzelpass van 945 meter. Op die laatste pas heb je trouwens een aardig hotel met terras en restaurant, maar die had helaas vandaag een Ruhetag en dus moesten we 7 kilometer verder lopen naar Einsiedeln. De rottigste beklimmingen zijn trouwens de steile heuvels waarop de Zwitsers trappen hebben aangelegd die half zijn weg geërodeerd door wandelaars en mountainbikers en waarvan de traptredes te hoog of te diep zijn en waar je voor elke trede anderhalve stap moet maken.

Cees loopt voorbeeldig.

En we hebben Cees bij ons. Cees wil het terrein dat voor hem ligt verkennen, en wel als eerste. Of de linkerkant van het pad. Of de rechterkant. Of links en rechts. Monique heeft Cees aan de lijn en in de bergen is Monique hem daarom voortdurend aan het coachen. 

  • Nee Cees, niet van links naar rechts. Gewoon links blijven. Luisteren!
  • Cees, nu niet om mij heen lopen!
  • Cees, achter mij blijven. Achter mij. ACHTER MIJ! ZO TREK JE ME NAAR BENEDEN!!!
  • Cees, nu even doorlopen!
  • Cees, wat ik zei ik nu? Achter mij lopen!
  • Ja Cees, goed zo. Zie je nou wel dat je het kunt? (Tegen mij: Cees kan al best goed met ons in de bergen lopen. Vind je niet?)
Als je rugzak aanvoelt als eheh… Nou ja, als eeehh…

Tenslotte nog een paar slimme rugzaktips. Je kunt de last van die zak op een aantal manieren beperken. 

  • Stop zo min mogelijk in je rugzak (Hierover vind je verreweg de meeste informatie)
  • Laat je maat zoveel mogelijk sjouwen (Deze optie wordt nergens genoemd maar volg een groepcursus in de bergen en je ziet een rijk arsenaal van trucs)
  • Eet veel pasta in de avond.
  • Blijf ’s ochtends Bircher muesli eten. Trek je niets aan van hotelpersoneel of andere hotelgasten, blijf opscheppen! (Waarom zie je Bircher muesli nauwelijks in Nederland? Is er in de ochtend iets lekkerders dan een enorme kop Bircher muesli met een driedubbele Starbucks espresso?)
  • Verdeel je spullen op en slimme manier in je rugzak zodat ze je lichaam het minst belasten. 

Ik heb weken gelopen met een rugzak waarbij ik na een paar uur al pijn kreeg in mijn schouder, of rond mijn schouder of tussen de schouderbladen. Ik volgde het eerste punt (ik stuurde boeken naar huis of liet ze achter in het hotel). De tweede optie? Die ken ik niet. De derde en vierde mogelijkheid volg ik ook trouw, ik leeg de Bircher muesli-bakken van het ochtendbuffet. En omdat de pijntjes desondanks niet weggingen, inspecteerde ik de rugzak. Ik verkortte en verlengde de talloze stelbanden van de zak, zonder enig resultaat. Wat uiteindelijk werkte was om de rugzak anders te bepakken. Ik haalde zoveel mogelijk spullen uit de bovenklep en stopte die in het hoofdvak van de rugzak. De bovenklep zakt tijdens het lopen naar links of naar rechts en belast de schouder via een hefboomwerking of hoe dan ook, het is niet meer belangrijk want de pijn is verdwenen. 

En wat is vermoeiender dan een steile beklimming? Dat is de lange afdaling daarna. Blijf toch gewoon in Nederland!

Kloosteroverpeinzingen

7 April 2025. Dag 34. Tabel – Fischingen: 18 km. Dag 35. Fischingen – Hasenstrick: 23 km.

Het Zwitsers Toeristenbureau doet prima werk. Het uitspansel is wolkenloos blauw en de velden zijn grasgroen geverfd. Ook de Alpen, die steeds dichterbij komen, hebben zoals het hoort een ferme witte klodder op de toppen. Alleen het paars was uitverkocht want de koeien in de wei zijn nog gewoon grijs-bruin. Maar ik garandeer u, in het hoogseizoen lijken ook die op dat wat u uit de reclames herkent.

Het enige minpunt is de taal, het Zwitsers Duits is een onverstaanbare verkrachting van het Hochdeutsch. Ik hou niet van dialecten, niet in Amsterdam, noch in Groningen, Friesland, Limburg, Duitsland of Italië. En helemaal niet van dialecten die dusdanig ontspoort zijn dat de sprekers hun afwijkingen rechtvaardigen met het excuus dat die praat een eigen taal is. Zoals hier, aan de Zürichsee.

Nogmaals, Zwitserland voldoet aan de verwachtingen en dat is geen verrassing. Ik ken geen land, inclusief Duitsland, waarvan het karakter zo technologisch, zo gründlich, zo gecalculeerd is als Zwitserland. Men omschrijft, berekent, construeert en levert een energiecentrale, een tourbillon of een neutrinodetector en keert dan terug naar huis. En snoeit de heg. Harkt het grint. Plant de viooltjes. Veegt de stoepjes. Het is keurig hier. Baden Württemberg is een achterbuurt in vergelijking tot Zwitserse kantons als Thurgau en Zürich.

In het kloostercomplex Fischingen.

Eerder overnachtten we op een boerenhoeve, vanochtend werden we wakker in het benedictijnenklooster Fischingen. Onze kamer lag aan een enorme gang in de buurt van het paradijs. Wij sliepen in St Anna, naast ons lagen St Katharina en St Cecilia en op de verdieping boven ons zagen we Gabriël, Petrus en Paulus. De hotelkamers waren vroeger kloostercellen van, naar ik aanneem, nonnen uit adellijke families want in onze ruimte past niet alleen een eenpersoons bed, een bureau en een waterkan maar ook een dressoir, een chaise longue en vier stoelen voor een theekransje. Het is een waarlijk prachtig gebouwencomplex waar monniken (het is nog altijd een actief klooster) en hotelgasten in hun eigen wereld naast elkaar leven. In de intieme kapel worden dagelijks lauden, metten, vespers en completen gezongen en verder is er elke dag een pelgrimsmis. Behalve vandaag, op maandag. We konden daarom zonder schuldgevoel uitslapen. 

Een meditatieruimte met een Oosterse gong en Japanse teksten verraste, een bibliotheek met honderden meters uitsluitend theologische werken deed dat niet. Ik liep rond in de zaal, ik inspecteerde de planken maar ik vond niets voor mijn nachtkastje.

Gelukkig had ik in een boekhandel in Konstanz een dun werkje uit de Reclam bibliotheek van David Hume gekocht. Hume was een groot voorbeeld voor Diderot en andere medewerkers aan de Encyclopedie en net als Diderot en Voltaire stond ook Hume, edel verplicht, op de katholieke Index van verboden boeken.

Het boek met twee essays ”Over de zelfmoord” en “Over de onsterfelijkheid van de ziel” leek mij uitstekend als middag- en avondlectuur in het klooster. Hume begint zijn betoog met de aanname dat het universum is geschapen en geordend door een onfeilbare Almachtige en komt dan uiteindelijk tot conclusies die hem tot de Index verdoemde. Het leek hem belachelijk te veronderstellen dat een actie van een mens, een kruimel van de schepping, zo’n Almachtige zou vertoornen en tot een eeuwigdurende kwelling zou leiden, vooral indien zo’n actie zijn naasten niet schaadt. Zijn aanname over het bestaan en de rol van de Almachtige is bijna terloops geformuleerd en roept de vraag op “en wat als dat niet….”. Die andere optie was echter te gevaarlijk voor zijn tijd, of misschien nog wel bespreekbaar in een vertrouwde salon maar zeker niet in een boek met jouw naam op de kaft. Hume houdt zich dus waarschijnlijk in maar spreekt wel klare taal zoals “De verdoemenis van een enkel mens is een oneindig veel groter kwaad in de wereld dan de ineenstorting van duizend miljoen koninkrijken”.

Ik hoop dat ik u geprikkeld heb met deze paar regels. Wat is lezen toch heerlijk. 

Eenvoud

5 april 2025. Dag 31. Böhringen – Konstanz: 25 km. Dag 32. Konstanz: 0 km. Dag 33. Konstanz – Tobel: 27 km.

We hebben Konstanz bereikt en daarmee voltooiden we onze doorkruising van Duitsland. Langs de Bodensee was het zomer, boven ons kleurde de hemel diepblauw, het land rondom was sappig groen. Een kleuterklas in lentekleuren kreeg les langs ons pad op een grasheuvel met narcissen, de juf onderbrak haar les, een paar seconden rumoer, daarna stonden de kinderen klaar en zongen ze ons toe:

Januar, Februar, März, April
Die Jahresuhr steht niemals still
Mai, Juni, Juli, August,
Weckt in uns allen die Lebenslust
September October, November, Dezember
Und dann, und dann,
Fängt das Ganze schon wieder von vorne an (usw.)

We mochten helaas geen foto maken vanwege privacyregels voor kinderen, u zult het hiermee moeten doen. Maar wij hadden het gezien en gehoord, we zagen even later in een weide de eerste lammetjes en de ooievaars broedden in Spaanse aantallen op en rond de kerktorens. Is het lente? Of zomer?

Vind de drie ooievaars.

Van Konstanz kunnen we u geen spannend toeristisch verslag doen. Maar dat bent u inmiddels al van ons gewend. Net zoals in Aken en Trier genoten we van ons matras en de douche en ditmaal zelfs van een zonnig terras tegenover het hotel en natuurlijk van de zomerse boulevard langs de Bodensee. Dan blijft er weinig tijd over.

De boulevard van Konstanz.

Konstanz heeft de oorlog goed doorstaan. Veel oude gebouwen in het centrum tonen trots de steen met het bouwjaar erop. Ik lees dat het in de Tweede Wereldoorlog nooit was gebombardeerd omdat de geallieerden bang waren dat ze ook Zwitserland zouden raken. De grootste kerk bleef daardoor goed behouden, totdat ze een paar jaar geleden besloten om de buitenkant een grondige “opknapbeurt” te geven. Niet alleen bouwtechnische mankementen worden daarbij aangepakt, de zandstraler haalt ook het patina van de muur, een monumentale botox-behandeling, en wat overblijft is een kerk met een blote billen gezicht. Alles ziet er spiksplinternieuw uit, nieuwer dan dat het ooit is geweest.

Eenvoud en reinheid. Ons overnachtingsadres.

We wandelen verder door Zwitserland, over Caminopaden. Die zijn goed gemarkeerd, gaan door mooie landschappen en maken geen overbodige hoogtemeters. Onderkomens, van luxe hotels tot eenvoudige pelgrimsonderkomens staan op een lijst en kan je in de vroege lente moeiteloos reserveren. Die overnachtingsadressen en ook de kerken langs het pad hebben elk hun eigen stempel die je in je pelgrimspaspoort, je credencial, zet als bewijs dat je er was. Aan het eind van de tocht is de credencial dan een blad vol stempels van verschillende groottes, stijlen en kleuren. Het document toon je in Santiago of Rome aan een Hoge Autoriteit die het zeer serieus en langdurig bekijkt en vervolgens Zijn Genegenheid toont door een officieel certificaat te schrijven waarop in zwierige letters staat dat je de tocht echt hebt gelopen.
Het onderkomen van vandaag is een eenvoudige kamer op een boerderij. Koeien loeien op de achtergrond. De zoon van de boer reed met een vriendje op een knetterende bromfiets vele rondjes over het erf. Het geluid was goed, zeker niet te zacht en het kon niet te hard, en daarna knetterden ze weg, naar een belangrijke afspraak in het dorp. 
We hebben gedoucht, een pizza gegeten en het is nog voor zevenen. Morgen, zondag, staan we vroeg op, iedereen ontbijt hier om half acht ’s ochtends. Vandaag, zaterdag, wordt het zeker niet te laat.

Cees heeft inmiddels al 700 km gelopen! Hij loopt, wij sjouwen zijn brokjes.

Eén April

2 april 2025. Dag 29. Donaueschingen – Stetten: 25 km. Dag 30. Stetten – Böhringen: 27 km

Als ik tijdens vakantie in een plaats ben geweest en ik heb hiervan geen foto’s bewaard dan zijn er twee mogelijkheden OF er was niets te zien OF ik had een pesthumeur. Maar misschien ligt het genuanceerder, in de foto’s van gisteren, 1 april, zie je mijn stemming.

Gisteren was het geen goed weer. Nu klaag ik niet over het weer want we zijn al bijna een maand onderweg en tot op heden hebben we maar drie regendagen gehad, en dat waren nog geeneens echte plensdagen maar eerder van die dagen waarvan je zegt dat ze “goed voor de tuin” zijn. Maar toch, op een april was het geen topweer, er hing bewolking, het was ongeveer 6 graden maar door een krachtige wind voelde dat guur aan, als een lichte vorst. In de stad heb je dat nog niet goed in de gaten maar als je die verlaat en door het open veld loopt, dan stop je en haal je kleding uit je rugzak die je voor de Alpen had bestemd.

Enfin, van Donaueschingen zagen we weinig. Dat geldt overigens voor de meeste plaatsen onderweg. Op de reis, ik heb het maar de Via Romana gedoopt, krijg je een vluchtige impressie van de steden, voldoende om te besluiten welke je later met de auto bezoekt en welke andere je gewoon vergeet. Donaueschingen valt in de eerste categorie. Hier huisde het hof van de Fürstenbergs, bekend van het bier inderdaad, en die naam ontloop je niet in de stad. De grote brouwerij zit aan de rand van het centrum, raad eens welk bier in elke tent wordt geschonken, en verder zie je in de oude stad de standbeelden en paleizen van deze voormalige heersers.

Het centrum bevat voor Duitse begrippen veel mooie oude gebouwen zoals:

Dat is de enige foto van het centrum. Het was guur, mijn vingers tintelden, het was geen weer om de toerist uit te hangen. De route verliet de stad, we gingen langs akkers, plaatselijke wegen, regionale wegen en stukken Autobahn

en langs buurten die je doen verlangen naar Vinex-wijken.

Wie wil hier wonen? Nieuwe huizen in Geisingen

het bleef guur, de stemming daalde verder

Monique met Cees op weg naar de hellepoort of een viaduct onder een snelweg.

maar op enig moment verschijnen er eindelijk struiken langs het pad, de wind neemt af, de zon komt tevoorschijn, de temperatuur, en het humeur, stijgen gelijk.

Dan, aan het einde van de tocht, na 25 kilometer, slaat het noodlot toe. Ik had een overnachting geregeld in Stetten bij Gasthof Rebstock. Als we vermoeid de heuvel naar het nietige plaatsje afdalen, open ik de mail, ik check het adres en dan ontdek ik dat die straat niet in Stetten voorkomt.

Holy shit!

Vijftig kilometer van “ons” Stetten ligt een tweede Stetten, eveneens in Baden Württemberg. En daar was ons bed. Het voelt alsof de gedeputeerden van Groningen in hun oneindige wijsheid besluiten om de naam van Lauwersoog in Hoogezand te veranderen.

Een mislukte 1 april grap.

Alarmfase rood.

GEEN PANIEK!.

We lopen het dorp in, het moet er sipjes uitgezien hebben. Cees, met een licht hangend koppie aan het einde van de dag, maakt het plaatje compleet.

Op dat hopeloze moment neemt onze beschermengel een menselijke gedaante aan. Breed lachend haalt een dame ons in en vraagt wat wij zoeken. En hoe we haar het drama ook uitleggen en we onze uitzichtloze toestand beschrijven, ze blijft lachen. Ik denk dat zij mij niet goed begrijpt dus ik schets nogmaals het voorgeborchte waarin we ons bevinden. Nog steeds lacht ze. “Kein Problem” en ze wijst naar het enige Gasthof en daarmee de enige zaak in het dorp. “Die is vandaag gesloten”, leg ik haar uit en de duisternis valt nog dieper om mij heen. “Maar nee, dat zijn heel vriendelijke mensen. Je moet gewoon aanbellen, die hebben vast een bed en kunnen ook wat te eten maken”. Onderweg naar de voordeur passeren we een schuur waarin een dame rondscharrelt. Onze engel zweeft ons voorbij en praat opgewekt met de dame, of zij “die junge Leute” kan helpen. Maar natuurlijk! Kort en goed, tien minuten later zaten we met een kop thee voor een warme, spekstenen kachel in een verder lege eetzaal. En een uur later achter een kop soep en een bord Wurstsalat.

Op de Camino maak je je geen zorgen, Jacobus zorgt altijd voor een oplossing. En nu, op de Via Romana, lijkt het alsof we in de gaten worden gehouden door een Livia, een Julia of een Octavia. Kom maar op!

Grüningen

31 maart 2025. Dag 27. Schiltach – Königsfeld im Schwarzwald: 22 km. Dag 28. Königsfeld im Schwarzwald – Donaueschingen: 27 km.

De bekendste Groninger die ooit naar Rome is gelopen is abt Emo uit Wittewierum. In het gehucht staan nog altijd een kerkje, vijf huizen en een standbeeld van de abt dat, o ironie, langs het Jacobspad naar Santiago staat. De aanleiding tot zijn enorme reis, een onenigheid met zijn meerdere, de bisschop van Münster, is van alle tijden. De kwestie ontspoorde, de geschillencommissie kwam er niet uit en de klokkenluidersregeling, waar je immers alleen maar last van hebt, was wegbezuinigd of bestond nog niet.

Emo was een stijfkoppige Noorderling, hij was overtuigd van zijn gelijk en hij ging op stap om steun te vinden. Hij besprak de kwestie met de hoogste bestuursfunctionaris uit zijn organisatie, het hoofd van de Norbertijnen, zijn kloosterorder, in het Noord-Franse Prémontré. Toen dat niet tot het gewenste resultaat leidde was het de dood of de gladiolen en ging hij naar de hoogste instantie, althans op aarde, om zijn gelijk te krijgen. Op naar Rome!

Tot hiertoe reikt mijn kennis over Emo’s reis.

De auteur van het boek Emo’s Labyrint, Ynskje Penning, besloot op de jaarvergadering van de vereniging Pelgrimswegen naar Rome, om haar eigen nering niet te schaden en het verhaal van haar boek bij deze cliffhanger af te sluiten. Penning’s boek kon er echt niet meer bij. Mijn rugzak had het maximaal acceptabele gewicht bereikt, of ik had Geert Mak uit de zak moeten roepen. Maar zijn In Europa uit de rugzak halen, vlak voor een doorkruising van datzelfde continent, zou de Goden tarten. Bovendien had ik Penning’s boek niet.

Hoe anders zal Emo’s tocht in de dertiende eeuw wel niet zijn geweest! (Maar laten we in overeenstemming met de tot voor kort gebruikelijke tijdsgeest, eerst de gemeenschappelijke zaken noemen. Het is sappelen, we ontberen namelijk beide een reguliere bron van inkomsten en verder hebben we allebei gelijk en is het elke keer weer afwachten in wat voor godvergeten oord je in de namiddag terechtkomt).

Desondanks, hoe anders moet zijn tocht niet zijn geweest van 2600 kilometer door een groot Heilig Rooms Rijk en 1001 staatjes in het huidige Italië die elkaar vaak op leven en dood bevochten. Vroeger was alles beter, hij sjouwde geen computer, of camera of rugzak. Maar toch, hij ploeterde voort door het onherbergzame landschap uit die tijd. In zijn tijd verplaatste je je over de restanten van een paar betegelde Romeinse heerwegen, aangevuld met enkele nieuwere straten en verder moest je het doen met stoffige, modderige of besneeuwde paden door het Europa van toen en dat was een gebied dat was vergeven van moerassen, dat werd doorkruist door onbeteugelde rivieren maar dat vooral bedekt was met oneindige wouden. Ik moet er niet aan denken dat je, zoals hij, op slechts een paar plekken tot aan de horizon kon kijken en je verder vooral tussen boomstammen voortploeterde.

Wij hebben nog slechts 600 kilometer gelopen door bosrijke gebieden, door delen van de Eifel, de Hunsrück, het Pfälzerwald en de Elzas. Op sommige dagen strekte het groen zich uit van de voordeur in de ochtend tot het hotelbordes in de namiddag. We kwamen door plaatsjes die aan het einde van de civilisatiegrens lagen, maar dat betekent desondanks dat de huizen een waterdicht dak hebben, de beesten een eigen onderkomen, de auto’s op de oprit glimmen en verder, alsof in die eeuwen sinds Emo niets is veranderd, zijn er houtwallen, schuren, heggen, bierbrouwerijen, bakkers, kerken, kwispelhonden, waakhonden en teringhonden.

Zeshonderd kilometer groen is lang. Sommigen houden van bossen, anderen haten ze. Monique bouwde al boomhutten toen ze acht was, ik zag mijn eerste bos pas toen ik twaalf was – mijn moeder kreeg de zenuwen van al die bomen.

Kom ik in een bos dan overvalt mij de rust, je kiest je pad, de gedachten fladderen, eindelijk helemaal niets. Op de tweede dag, precies hetzelfde. Op dag drie zorg je dat je niet over dezelfde paden loopt als de eerste twee dagen. Op de vierde dag geniet ik al meer van de borrel aan het eind van de wandeling. En op dag twintig? Ik had nog nooit zo’n lange tocht door een bosgebied gemaakt. 

Allereerst is er de diffuse indruk, de geluiden van vogels, de geur, het licht door de kruinen, de kronkelige paden. Het geluid van de wind! En later? Je ziet hoe de vegetatie varieert, van loofbos naar naaldbos en omgekeerd, je analyseert, je zoekt de wildsporen, het eerste wild, je ziet bladknopen groeien totdat ze barsten en het hele woud een brutale lichtgroene, ja zelfs een bijna Abarth-groene, waas krijgt.

Zo’n auto koop je dus niet, tenzij je van BMW’s houdt. Wel aanbevolen: de youngtimer Abarth 124 Spider.

En Cees doet volop hieraan mee, maar op zijn eigen manier. Hij speurt als een detective naar sporen, volgt imaginaire prooien over ingewikkelde, kronkelige paden totdat we hem tot de orde roepen, hij vindt echt altijd uitwerpselen van joost-weet-wat, beoordeelt urineluchtjes, en die zijn meestal lekker, en plonst in modderplassen om water te drinken of om er als een moddermonster uit te komen zodat geen enkele haas hem meer als een hond herkent.

En inmiddels…. als je opnieuw vermoeid raakt en als het je geen barst meer kan schelen of die witte bloem langs het pad nou wel of niet een wit-hoefsblad-mormel is… dan vervaagt de blik en komt een waas voor je ogen. 

Sommige noemen die onthechting de romantische extase. Een overweldiging door het wilde, het grillige, het ongetemde. Het groene. Ja dat laatste, het groene, is natuurlijk de allesbeheersende sensatie. Zo puur en elementair, zo dicht bij de groenheid in jezelf. Het groene verlangen waar heel je psyche en al je poriën zich voor openstellen…

…en anderen zoals ik grijpen dan hun mobiel hoeveel kilometer duurt dit nog?, is er een wijnboer bij het appartement?, heb ik mijn Simyo-bundel al verbruikt?, heeft Konstanz een serieuze boekhandel?

…of tikken en dicteren zoiets als deze tekst.

Foutje

Schiltach. Een tourist trap zonder toeristen. Foutje van de VVV.

29/30 maart 2025. Dag 25. Gengenbach – Haslach im Kinzigtal: 20 km. Dag 26. Haslach im Kinzigtal – Schiltach: 25 km.

Beste lezer, u houdt het wellicht niet voor mogelijk maar ook in de wandelwereld vinden innovaties plaats. In 2015 liepen we een Caminopad door het Zwarte Woud met een wandelgids van Rother of een ander Duits merk. Ik ben benieuwd naar uw ervaringen met zulke gidsen, maar hoe goed wij ook opletten wij raken ondanks zulke boekjes het spoor vaak bijster. Aan de Duitse routebeschrijving heb je dan niets meer, integendeel, en de kaartjes zijn vaak te onduidelijk om je weg terug te vinden.

Nu, in 2025, hebben we geen papieren gidsen meer, we redden ons met gpx-files die de route tonen in een navigatie-App. Je kunt nog altijd het foute pad kiezen, en dat doen we ruimhartig, maar de App toont altijd waar je bent en met de mobiel in je hand stommel je dan terug tot waar je de verkeerde afslag nam.

De navigatie-App werkt fantastisch maar vreet de megabytes van mijn maandelijks Simyo-abonnement. De maand is nog niet voor de helft voorbij of al de megabytes zijn reeds verbruikt. Herhaaldelijk koop ik een pakket van 500 megabytes erbij maar ook die verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Gisteren, op vrijdag 28 maart heb ik een grote fout gemaakt. Ik ben een trouwe klant van Simyo, althans dat vindt Simyo zelf, die beleving heb ik zelf zeker niet. Ik koos ooit voor een Simyo-abonnement omdat het veel voordeliger was dan mijn eerdere KPN-abonnement en ik geloof nog altijd dat ze goedkoop zijn. Niet omdat ik dit ooit checkte, ik kon mijn tijd wel beter gebruiken, maar veel minder dan 9 Euro per maand voor bellen en internetten zal het niet worden.

Hoe dan ook, ik maakte vrijdag een grote fout. 

Simyo had mij namelijk een cadeau gegeven omdat ik al zo lang klant bij ze ben. Bij het lezen van de blijde Simyo-mail kreeg ik het gevoel dat ik een hondstrouwe sufferd was maar desalniettemin, die sukkel kreeg zomaar een gratis bundel van 3 Gigabyte, 3000 MB dus, om te internetten, files te downloaden, foto’s te sturen en al het andere wat je onderweg met je mobiel doet.

Ik lees cadeaumails en bonusbrieven met grote onthechtheid, zeg maar laksheid. Soms is de actieweek met 50% korting al verstreken voordat ik de mail heb geopend, of ik vergeet om de kortingscode uit de mail bij de bestelling te vermelden zodat ik alsnog de volle mep betaal, of ik heb de kortingsvoorwaarden niet gelezen en, u raadt het al, betaal ik uiteindelijk opnieuw de volle mep.

In dit geval dacht ik dat ik de gratis 3 GB bundel van Simyo in 30 dagen kon besteden en zo kon het gebeuren dat ik op 28 maart besloot, omdat ik mijn internetbundel had verbruikt en ik niet voor de zoveelste keer een miserabele 500 MB erbij wilde kopen, om mijn de bazooka-cadeaubundel van 3 GB in te zetten. Daarmee zou ik tot ver in april, tot in Zwitserland en zelfs tot achter de Alpen, tot in Italië, alles op met mijn iPhone kunnen doen wat ik wil.

Ik zette mijn joker in. klik. Een grijns op mijn gezicht. Daar ben ik vanaf. Direct daarna arriveert een mail van mijn Simyo-vrienden, hiep hiep hoera, die mij gelukwenst en me ten overvloede er nog aan herinnert dat ik de 3 GB nog in dezelfde kalendermaand moet gebruiken. En we wensen je veel plezier met je gratis Simyaardagbundel!

Ik lees de mail en ik besef dat ik er opnieuw ingestonken ben. Ik moet de gratis 3 GB niet in 30 dagen maar voor 31 maart, binnen drie dagen, opmaken. Ik voel mij als een miljonair uit de tachtiger jaren die in een Oost-Europese supermarkt staat. Het geld klotst uit je broekzakken maar je ziet niets waaraan je het allemaal kunt uitgeven.

Dit was de situatie op vrijdagavond. Ik stapte onrustig in bed. En kreeg daarna een geniale ingeving.

Ik geef het toe. Ik ben geboren in 1962. Ik ben een boomer. Ik heb ironische grappen gemaakt over de 50-Plus beurs en Omroep MAX. Over ANWB-stellen en over Sta-opstoelen maar inmiddels behoor ik zelf tot de doelgroepen hiervan.

Het is nog erger, ik was een fan van We zijn er bijna, het MAX programma over bejaarden die met hun sleurhutten door Europa touren, totdat we de televisie van de muur schroefden en het bij de vuilnis plaatsten, en van Nieuwsweekend, het zaterdagochtend radioprogramma van MAX met Mieke van der Weij en Pieter van der Wielen. Ik ken geen betere start van het weekend dan de uren met de politieke analyse van Kees Boonman, een verzuchting van Mieke van der Weij over een anglicisme, de juiste vraag op het juiste moment van Pieter van der Wielen en de bonte variëteit van onderwerpen in dit programma.

Drie zaterdagen heb ik Nieuwsweekend gemist maar vanochtend, de gratis 3 GB bundel brandde in mijn handen, startte ik de Radio 1 App en luisterde ik twee en een half uur naar het programma tijdens het wandelen langs een rivier, snelweg, spoorlijn en bosrand. Morgen luisteren we naar Vroege Vogels. En daarna naar OVT. De Simyo-bundel moet op.

En de bonusquote! Een overpeinzing uit de vorige eeuw voor de zondag.

Baerbock vs. De kakelende Kip

28 maart 2025. Dag 23. Bühl – Maisenbühl: 25 km. Dag 24. Maisenbühl – Gengenbach: 22 km

Al enige tijd moet mij iets van mijn hart. 

Tijdens onze tocht door Duitsland zijn we in aardig wat kiesdistricten geweest en telkens bekijk ik de resultaten van de laatste verkiezingen in dat gebied. De Eifel, Saarland en het Zwarte Woud kleuren allen zwart van de CDU. Alleen in de universiteitsplaatsen Aken en Freiburg werden de Groenen de grootste partij. Dat is niet verrassend, de CDU had een grote overwinning geboekt.

Wat mij meer verraste waren de hoge scores van de AFD  in het voormalige West-Duitsland. In Baden-Württemberg (BW), haalde die in veel districten 20-25% van de stemmen. Ik was in eerst instantie geschokt. BW is immers, na Beieren en Hamburg, het Bundesland met het hoogste besteedbaar inkomen en van iemand die meer te verliezen hebt zou je verwachten dat hij niet voor een fascistoïde partij stemt waarbij chaos en verval gegarandeerd is.

Echter, de scores van de AFD in BW blijken – helaas – helemaal niet zo uitzonderlijk hoog te zijn. EUROSTAT, het statistisch bureau van de EU, berekent en vergelijkt het netto besteedbaar inkomen van de regio’s binnen Europa. Wat blijkt: die van BW is net zo hoog als van de Randstad of Noord-Brabant, en hoger dan van Noord- en Oost-Nederland en in die eerste regio’s, behalve in de grote steden, was de PVV in 2024 de grootste partij met scores van ruwweg 25 tot 35%. Nog hogere niveaus dus dan in BW. De uitslagen had ik ooit gezien maar mijn hersenstam had uit overlevingsdrang de herinnering hieraan gewist.

Onderzoek naar landelijke verschillen tussen de steun voor extreme partijen is vast immens en wordt, naar ik vrees, verricht om redenen die soms absurder zijn dan dat wij, vredelievende mensen met een gezond verstand, kunnen verzinnen. STOP!, en dit is genoeg over extreem rechts, uiteindelijk ben ik op sabbatical en ik hoop het gajes dat deze bewegingen aanvoert voor een paar maanden uit mijn geheugen te verbannen. Ik heb het liever over de Grünen en over een van hun leiders, Annette Baerbock. 

De Grünen is een partij die ik lange tijd wantrouwde. Ooit zijn ze voortgekomen uit onder meer de Duitse krakersbeweging en dat diskwalificeerde ze ogenblikkelijk voor mij. In Amsterdam beleefde ik in de jaren tachtig de krakersrellen. De krakers verwierpen de rechtstaat en koketteerden daarmee, ik walgde van hun aanpak. De Grünen konden het dus schudden voor mij.

Maar tot mijn verbazing merkte ik dat ik, in al die jaren dat ik Die Zeit lees, steeds meer sympathie voor de partij kreeg en dat die toch niet de socialistische-pacifistische-anarchistische groep oproerkraaiers was waarvoor ik het eerst had aangezien. Sterker nog, ik ben inmiddels ervan overtuigd dat in Duitsland de Grünen de partij is die het meest rigoureus voor de Verlichtingsidealen opkomt.

Duitsland heeft een verleden in het omgaan met partijen die vijandig staan tegenover democratie en een onafhankelijk rechtssysteem. Wandel durch Handel of, iets breder gesteld, politieke verandering door intensieve contacten, bestaat al meer dan 50 jaar en was de Duitse toverformule om het Russische gevaar in te tomen. Het concept kan goed werken, vanuit Amerikaans oogpunt heeft bijvoorbeeld een decennialange stortvloed aan handel, marketing en media goed gewerkt om van ons consumerende burgers te maken die de samenleving en de overheid als een bedrijf zien dat efficiënt en winstgevend moet zijn.

In de Duitse contacten met Rusland en China is het echter goed fout gelopen. Wandel durch Handel werkt totdat je afhankelijk wordt van de tegenpartij, dan wordt het link en helemaal als je niet door hebt dat die andere partij op je ondergang uit is. De SPD stak tot in zijn nek in dit debacle. Gerhard Schröder, ooit het paradepaardje van de partij, is nu de foute oom, het vriendje van Poetin, waar de SPD zich voor schaamt maar desondanks twee jaar geleden, na de inval in de Oekraïne, een feestje voor organiseerde vanwege zijn zestigjarig partijlidmaatschap.

En de CDU?, die ging mee in de welwillende, naïve houding tegenover Rusland. 

En de Grünen? Die waren kritischer en stelden dat China en Rusland onze vrijheid bedreigden. Dat zaken doen met zulke landen niet zonder gevaren is, dat sommige zaakjes ronduit stinken. Maar, tsja, dat is een controversiële boodschap in het land van BASF, RWE, Siemens, Volkswagen, Mercedes etc. Dan ben je al snel links, een fundi en een bedreiging voor de welvaart.

Annalena Baerbock, de voormalige Kanzlerkandidat van de Grünen, heeft de afgelopen jaren een kritische houding aangenomen tegenover anti-democratische regimes. En dat niet veilig roepend vanuit de oppositiebanken of als een van talloze kamerleden, maar in haar rol als Duitse minister van Buitenlandse Zaken, tijdens reizen naar bijvoorbeeld China of Turkije en natuurlijk na de Russische inval in de Oekraïne. Zij bepleitte het sturen van krachtige Taurus raketten naar de Oekraïne maar Schulz ( SPD) durfde dat niet aan en mompelde het weg. 

Tsja..

Een politica als Baerbock verdedigt haar waarden en beargumenteert voorgestelde maatregelen. Dat lijkt triviaal maar voor godbetert de lijsttrekker van de tot voor kort grootste partij van Nederland, Dilan Yesilgöz, lijkt het onmogelijk om haar positie uiteen te zetten. Met dooddoeners als “je stinkende best doen”, “eindelijk doen waar het land op wacht” en “de hardwerkende Nederlander” wordt je als kiezer geen steek wijzer. Behalve dat je merkt dat dit een kakelend kippetje is, een buiksprekende pop die je tenenkrommend aanhoort. Het is al erg dat je liegt en je daarmee een regeringscrisis forceert, dat je met jouw verkiezingsstrategie de PVV aan een overwinning helpt en je vervolgens met dat schorem in een coalitie stapt, maar door je ferm, vrijblijvend u-vraagt-wij-draaien-geleuter zak je door de bodem en onthul je je als een ordinaire populist. Waar blijft de Nederlandse Baerbock?

Zo, dat lucht op. Nu de wandelschoenen aan, de rugzak om en dan op stap naar Haslach im Kinzigtal.

Er ist wieder da

25 maart 2025. Dag 22. Drusenheim – Bühl: 22 km.

Cees is weer in Duitsland en wij liepen hem achterna. Het land zal hiervan niet onder de indruk zijn, en Cees evenmin. Grenzen interesseren hem niet, alleen alles wat met eten of zijn baasjes te maken heeft. In vijf minuten kruiste het pontje de Rijn, van Drusenheim naar Greffern. De rivier is hier nog weinig bevaren, in een uur tijd zagen we slechts drie grote vrachtboten, een bejaardencruise en verschrikkelijk veel zwanen en die leken ook op vakantie. 

Let op de heuvels aan de horizon…

Vanaf de veerboot zagen we over de gehele oostelijke horizon een lange reeks toppen van het Zwarte woud. Stil, donker en vreselijk hoog. Alleen al door die aanblik schrompelden onze ambities ineen. We plannen geen traverse, eigenlijk willen we op geen enkele heuveltop terechtkomen, maar een tocht maken die zoveel mogelijk door valleien gaat.

Aan ons oorspronkelijk routeplan, overgenomen van de Vereniging Pelgrimswegen naar Rome, hebben we niets. Die route volgt het Europese lange afstandspad E8 en gaat van top naar top naar top en maakt hiervoor zelfs overbodige kronkels (“Erger kunnen we het niet maken, wel langer”).

Het geplande Zwarte Woud-traject, met enkele opties.

In plaats daarvan doorkruisen we het woud via verschillende Caminopaden. Eén van die paden (van Lossburg naar Straatsburg) liepen we met Puck in 2015 als training voor de tocht naar Spanje. Vanuit Bühl gaan we daarom eerst door het Rijndal naar Gengenbach en dan Oostwaarts door het Zwarte Woud langs de ach-ach-treurweg (Haslach, Hausach, Wolfach, Schiltach) en vervolgens zuidwaarts, over twee andere Caminopaden, via Villingen-Schwenningen, Donaueschingen en langs de Bodensee naar Konstanz.  De komende vier overnachtingen hebben we geregeld en daarna… kan alles anders gaan.

Uit voorzorg heb ik een eerste pakket met 600 gram gelezen boeken aan DHL gegeven. Bestemming Groningen. Een week terug had ik gezworen om ook de Leica M9 met twee lenzen en batterijen terug te sturen, dat zou al gauw twee kilo en een gebroken rug schelen. De afgelopen dagen testte ik daarom het fotograferen met de iPhone en ik ben onder de indruk: automatische scherpstelling en belichting, een groot zoombereik, werkt goed in de schemer, compact, makkelijk en snel. Maar… sinds gisteren hangt het metalen kreng weer om de hals, het is gewoon leuk om zelf alles in te stellen en met de scherptediepte te spelen. In de Alpen vervloek ik mijzelf en tot die tijd geniet ik. Hopelijk.

Lente!

24 maart 2025. Dag 20. Soultz-sous-Forêts: 0 km, Dag 21. Soultz-sous-Forêts – Drusenheim: 28 km.

Een rustdag in Soultz-souls-Forêts is net zo spannend als dat het klinkt. We waren van plan niets te doen en dat voornemen werd mede mogelijk gemaakt door de locale ondernemers want alle winkels inclusief bakkers, supermarkten en restaurants bleven dicht. De virtuele coach van de conditieApp was optimistisch en meldde ’s avonds hoopvol dat ik al 10% van mijn dagelijks doel bereikt. Dus kon ik dat doel nog makkelijk voor middernacht halen.

In plaats daarvan bleven de beentjes horizontaal, Monique begon aan een nieuw e-book, ik ben bij In Europa van Geert Mak in de Eerste Wereldoorlog gerold en bovendien, na een paar uur googelen, vonden we een route en overnachtingsadressen door het Zwarte Woud maar daarover een volgende keer meer. Aan het einde van de dag had ik 1.9 kilometer gelopen. ’t kon minder.

Na een rustdag heb je de hoop dat de rugzak net iets lichter voelt, dat de eerste stappen wat soepeler gaan en dat je je na de eerste twintig kilometer nog wat energieker voelt maar al die verwachtingen bleken illusies. Na tien kilometer begon de rugzak weer te knellen en aan het eind van de rit, na 28 kilometer over vlak terrein, betraden we zwaar vermoeid de receptie van een hotel op een industrieterrein buiten Drusenheim. Het restaurant van de zaak was dicht, op de gesloten toegangsdeur prijkte op ooghoogte een Michelin logo. Maar zelfs indien het open zou zijn geweest, dan nog zouden we naar La Pizza di Nico, hier vlak om de hoek, zijn gegaan want dat soort voedsel heeft nu onze voorkeur. We willen vulling, calorieën moeten op ons bord. Pizza, pasta of schnitzel met veel patat, dat is de dagelijkse kost en ondanks dat vallen we af. 

De rugzak mocht dan net zo aanvoelen als op eerdere dagen, toch was de wereld voor wie het wilde zien vanochtend veranderd. Door kale bossen en langs lege velden hadden we Soultz eergisteren bereikt. En zie, vandaag in datzelfde Soultz bloeiden opeens de eerste bomen en struiken. Witte, gele en rode wolken! Je ruikt de bloesem, het is lente! 

Op de parkeerplaats voor de supermarkt hoorden we klepperen. Kijk dan niet om je heen maar kijk naar boven! Daar!, hoog boven de auto’s, daar pronkten een stel ooievaars in hun nest! 

En zie!, even later liepen we door een bos met op de bodem een immens tapijt van bloeiende witte bosanemonen, paarse holwortel en andere stinzenplanten. De winter is echt voorbij!

Het Grote Geluk

Kutzenhausen? Woerth?? Is dit Frankrijk???

22 maart 2025. Dag 18. Ludwigswinkel – Climbach: 22 km. Dag 19. Climbach – Shultz-sous-Forêts: 12 km

We zijn een beetje in Frankrijk, of laat ik het anders zeggen, we zitten in een vreemd stuk Frankrijk. Hier in de Elzas zijn de Duitse invloeden alomtegenwoordig. Wat ouder is dan een eeuw zoals steden, dorpen, kerken, monumenten of gedenkplaten, heeft een Duitse naam of herdenkt zijn geboorte met een Duitste tekst. Het overige ademt een andere, Franse sfeer en die is soms subtiel aanwezig of geeft gelijk een Aha-Erlebnis. Ik noem maar enkele voorbeelden van een dag in Climbach:  

  • Frankrijk zit in een andere gastronomische tijdzone. Het Franse zeven uur is het Duitse zes uur. Of eten Duitsers gewoon meer en hebben ze meer tijd nodig?
  • Président boter bij het ontbijt. Heeft iemand ooit in een Frans hotel ontbeten zonder zo’n pakje (diepbevroren) boter? 
  • En verder geen Frans ontbijt zonder een plastic cupje met appelmoes en een ellendig klein pakje vieze, korrelige yoghurt.
  • Oh ja, baguette. Baguette en Frankrijk, wij zwijgen en geven een instemmende knik.
  • De vakhuizen. In Duitsland zijn ze wit, hier hebben ze een zandkleur en dat ziet er echt prettiger uit.
  • Elke groep van drie of meer Franse huizen heeft een eigen mairie 
  • En elke tienduizend huizen een winkel 
  • Franse oorlogsmonumenten. De Elzasser historie is wat dat betreft een dingetje, de teksten op de monumenten in deze regio zijn daarom diplomatiek nietszeggend.
  • Duitse wijn? Quoi?? Nee, die is hier niet.
  • Climbach, Chateau du Löwenstein, Col du Pfaffenschlick, het went niet, het past niet en het Frans-Duitse accent klinkt niet. Rare Duitsers die Franzosen.

We nemen dit weekend verlof, zowel vandaag als morgen overnachten we in een seniorencentrum van Soultz-sous-Forêts, het voormalige Seltzbach. Het appartement was scherp geprijsd en je kon het alleen voor tenminste twee overnachtingen boeken. We speelden met de gedachte om na een nacht te vertrekken maar het appartement is uitstekend.

Onderweg is Cees niet te stoppen…

Bovendien, Cees oogt moe, na een dag lopen is hij vrij stil, en ook de baasjes hebben eigenlijk wel zin om een dag geen stap te zetten (en slechts boeken te lezen, een plan te trekken voor de tocht door Baden-Württemberg, daarvan wat eerste overnachtingen te reserveren en te koken).

Dat is het eerste deel van Het Grote Geluk.

Wat is het leven zonder wasmachine, en wasmiddel?

Het Echt Heel Grote Geluk voelden we toen we ontdekten dat het appartement niet alleen een keukentje maar zelfs een wasmachine had. Na drie weken is onze kleding eindelijk weer eens echt schoon. Morgen doen we mee aan de pantoffelparade.

De hoorn des overvloeds geeft kiezels in alweer een prachtige voortuin.