Via Mosana – Tips voor pelgrims

De afgelopen anderhalve week hebben we de Via Mosana gelopen. Onze overnachtingsplaatsen staan hierboven in het rood aangegeven (de groene plek is de overnachtingsadres op de Via Campaniensis van Rocroi naar Vézelay).
Hieronder een aantal tips voor toekomstige pelgrims (en geïnteresseerden):
  • Het pad is tot Hoei/Huy goed aangegeven met het geel-blauwe Jakobsschelp logo. Zelfs in steden. Dat wil zeggen: er is een markering aangebracht als je moet afslaan. Geen markering betekent: doorlopen (of je bent van de route). Dat vereist soms stalen zenuwen (we hebben al zo lang geen markering gezien – lopen we nog wel goed?). En een keer waren we inderdaad van het pad geraakt omdat een sneaky markering op een onopvallende plaats was aangebracht.
  • Na Hoei ontbreekt de markering soms. Dit alles betekent dat je echt een gidsje nodig hebt. Wij waren tevreden over de gids uit de Outdoor reeks “Belgien: Jakobsweg Via Mosana / Via Monastica von Aachen nacht Rocroi” van Jens M. Warnsloh. Het boekje past goed in een grote Fjallraven broekzak maar er zijn vast ook andere, soortgelijke gidsjes
  • Wij raden jullie sterk af om te beginnen met de etappe Eijsden – Liege zoals wij hebben gedaan. Veel te lang voor een eerste dag. We zouden nu eerder in Maastricht beginnen, daar al ons overtollige geld verspillen aan wereldse zaken en starten met een tocht naar een plek iets ten zuiden van Vise zodat je op dag 2 door kunt doorlopen naar Liege. Dat lijkt ons een veel ontspannender begin en voorkomt blessures.
  • Stel je erop in dat de paden vaak gewoon slecht zijn. Het Jakobspad gaat vaak langs weides en bossen waar boeren ook met trekker overheen rijden, of anders ATB-ers, of anders motorcrossers. Bereid je voor op glibberige paden waarin je soms in de modder wegzakt. Ontspan, glimlach als een Buddha en loop verder. De Belgen, ze weten niet beter.
  • Maak ruim van te voren een paklijst en maak hiermee een proefwandeling van 20-25 kilometer. Dan ontdek je of het gewicht van de rugzak niet te zwaar is. Als dat zo is: haal spullen van de lijst en maak nogmaals een proefwandeling. Helaas hebben we dit niet gedaan, wij ontdekten al voor Liege dat we de rugzakken veel te zwaar hadden beladen.
  • En natuurlijk heb je uiteindelijk de rugzak zorgvuldig ingepakt maar we zijn zeker dat ook jij zult puffen. Wij hebben de spullen die we niet direct nodig hadden (7 kg kampeerspullen) per post naar een herberg gestuurd waar we over een maand zullen aankomen. Een herberg van Nederlanders die we van te voren hierover hadden gebeld. En dan zie we wel verder. Het postagentschap zat overigens in een Delhaize supermarkt, je hoeft dus niet per se naar een officieel postkantoor te gaan die vast al dicht is wanneer jij in de stad aankomt
  • Hoe is je Frans? Lees eens een Franse krant of kijk naar TV5Monde om je kennis wat op te frissen.
  • Op een aantal stukke zijn zeer weinig overnachtingsmogelijkheden. Je zult ook wel berichten hebben gelezen van mensen die met de bus van/naar een plaats reisden omdat ze op die plek niet konden slapen. Hoe kan je dit voorkomen: slaap in hotels (inderdaad duur en soms niet zo gezellig), neem een tent mee of bel liefst twee dagen van te voren naar een overnachtingsadres om te voorkomen dat het vol is
  • Het is niet druk op de Via Mosana, gedurende onze tocht (Februari 2015) hebben we geen enkele pelgrim gezien…
  • Aanbevolen overnachtingsadresjes: Ibis bij Bocelle (1 km van de route, inderdaad een Ibis hotel en bovendien aan de snelweg, maar toch aanbevolen!), St. Severin, B&B Le Temps Passé in Huy, de abdij in Leffe en Le Petit Mesnil in Vierves-sur-Viroin
En voor de niet-pelgrims: een weekend-trip-tip!
Wij waren verrast door een mooi Belgisch gebiedje langs de Franse grens waarvan we nog nooit hadden gehoord. Indien je houdt van wandelen en de natuur: ga naar Hierges (F) een klein, gerestaureerd dorp. Aanbevolen: Chambres d’Hotes La Causerie des Lilas. Daarna 16.5 km lopen naar Vierves-sur-Viroin (B), een mooi klein dorpje an de bosrand dat ons deed denken aan Zwitserse bergdorpjes. Aanbevolen: Hotel Le Petit Mesnil met zo’n ouderwetse bar dat ook dienst doet als dorpshuiskamer (weinig luxe maar met vriendelijke mensen). En daarna kan je het bos ten zuiden van Vierves-sur-Viroin induiken, in de zomer zullen de paden hopelijk minder drassig zijn als in Februari.

Blubber

Rocroi, 21.30 hr, 1 ºC, 30 km

Er is iets merkwaardigs aan de hand: we vertrekken steeds vroeger maar we blijven om dezelfde tijd aankomen. Dus vandaag gingen we al om 9.30 uur uit Vierves-sur-Viroin maar stapten pas om 17.30 uur over de drempel van het hotel in Rocroi (F).

En in die 8 uur hebben we 30 kilometer gelopen waarin we slechts één korte pauze hebben genomen om een croissant te eten. En voor de rest: door bossen banjeren over belachelijke paden. Dat betekent, een gemiddelde van 3.75 km/hr, niet een score die je terloops op een verjaardagspartij noemt. Hoe kan dat?

Het St Jakobspad gaat naar Santiago, dat betekent dat pelgrims vooral kilometers willen maken. Ze hebben nog ongeveer 2300 km voor de boeg. Een mooi paadje in de natuur, met een huppelend hertje of een grazend zwijntje, is welkom maar – als het moet – is een grasstrook naast een provinciale weg ook wel zo praktisch. Daarom verwachtten we  dat het Jakobspad over gebaande paden zou lopen. Maar nee, in België ziet de wereld er heel anders uit. Het typische Jakobspad is hier een modderpad waar een boer met zijn trekker doorheen is gereden. En daarna is teruggekeerd. En toen wat vergeten is. En daarna nog eens terugkwam om iets te doen. Met als resultaat: BLUBBER.

Schoenen tot diep in de modder. Veel lopen om de grootste plassen te ontwijken. En bij een stroompje heen-en-weer lopen: waar haal ik droog de overkant? Dat alles vreet tijd.

Maar we hebben het gehaald, we hebben de Via Mosana van Liège tot Rocroi afgelegd en zullen in Frankrijk verder lopen. Tot aan Santiago. De overnachtingsmogelijkheden in Frankrijk lijken beperkter dan in België. Morgenochtend zullen we een paar adresjes bellen (of vragen we een ober om die te bellen). En anders vertrekken we gewoon. En zijn we als doorgewinterde pelgrims: vertrouw op St Jakob. Uiteindelijk komt het allemaal goed.

Tenslotte een foto van onze heldin. Puck. Loopt al 230 kilometers met ons mee. Elke avond is ze doodmoe maar ochtends vroeg springt ze weer kwispelend tegen ons op!

Bos2

Mist

Vandaag aan mij de eer om een stukje te schrijven.

26km, 650 hoogtemeters. Van Givet naar Vierves-sur-Viroin. Totaal nu 224km (bijna 10%).

Met zeer dichte mist zijn we vertrokken en raakten direct de eerste 50m al totaal gedesoriënteerd. Liepen precies de verkeerde kant op, maar Puck haar neus gaf aan, hier zijn wij gisteren ook al geweest, we gaan toch naar het zuiden? Rechtsomkeer mars! Waar Puck wel niet goed voor is.

De weg naar de Maas eenmaal terug gevonden, waren het  enige kilometers langs de Maas,tot er een afslag kwam. Niet , omdat de weg zo goed gemarkeerd was,Tim is vooral een erg goede gids, ouderwets met een boekje, kaart en kompas. Vanaf dat moment gingen we de heuvels opnieuw in. In een idyllisch dorpje werden we zeer hartelijk binnengehaald om iets te komen drinken. Heerlijke warme chocomelk gedronken een praatje gemaakt, ons Frans vordert snel????

Rond het middaguur brak de zon door en ja, de muts ging af, handschoenen uit, jas uit. Jaaaaaa! Het lijkt wel lente!!!! We hadden al ravijnen vol sneeuwklokjes gezien, bloesem in de bomen ,de eerste eendenkuikens, maar nu voelen we het. Laten er nog veel van deze dagen komen.

 

 

 

La douche

Givet, 23 februari, 22 uur, 2 ºC, 27 km

We zijn vanmiddag in Frankrijk aangekomen na een lange, laatste Maasdag. In totaal hebben we ongeveer 75 km langs het Maaswater gebanjerd en drie schepen gezien. Dan gaat het verstand op nul en de blik op oneindig. Gewoon doorlopen, je kijkt niet eens op je horloge, alleen op de kaart om te bepalen waar je ongeveer bent en hoeveel kilometer je nog moet lopen. Passeren we een dorpje dan zoeken we of we iets kunnen eten want om gewicht te besparen zit vrijwel geen eten in de rugzakken.

In de ochtend nog jeugdsentiment: het pad liep vlak langs en onder de klimrotsen van Freyr. Over een lengte van 40 meter balanceerden we gebukt op een kademuurtje onder een overhangende rots, vlak naast de snelstromende rivier. En tot onze stomme verbazing zagen we zelfs al twee Belgen in een klimroute omhoog gaan.

Het was, tegen de verwachtingen in, een mooie dag. De lente komt eraan, de bloesem zit in veel bomen en stinzenplanten komen overal de grond uit.

De zon scheen totdat we de Franse grens hadden bereikt. We hadden nog geen paar honderd meter in “La douce France” gelopen of de lucht werd grijs, de wind trok aan en binnen een paar minuten hoosde het. Geen bescheiden Belgische regen maar echte dikke droppels. Zijknat stonden we een half uur later in het hotel. De rotzakken, morgen lopen we verder, via België!

Van Regen naar Leffe

Leffe, 22 februari, 21 hr, 10 C, 23.4 kilometer

Het heeft een week geduurd maar vandaag (maandag) was het zover: een echte regendag. Van ochtends vroeg tot nu. Aan een stuk door. Grijs, geen enkele hoop dat de zon zal doorbreken. Je stapt dus naar buiten en je weet het gelijk: ik word nat, ook al heb ik de Goretex regenjas twee keer geïmpregneerd.
Gelukkig moesten we niet over modderige paadjes lopen, dat hadden we laatste dagen gehad, maar ging het Jakobspad over een verhard, vlak jaagpad langs de Maas. Wil je het nog mooier: grijze sluierbewolking, Jugendstilvilla’s op de oevers (sommige oud, andere gloednieuw), het geroffel van regen in het water en de klaagzang van rotganzen.
Drieëntwintig kilometers lang. Langs kleine dorpjes waar we in een frietkot schuilden en een hamburger aten. Een detail: naast het jaagpad loopt een weg. En die weg heeft hectometerpaaltjes. 172.2. En daarna: 172.3. Dat bekende: nog 21.2 kilometers te lopen. 172.4. Niet naar die paaltjes kijken. 172.5. Is er iemand die die paaltjes kan afplakken???
172.7.
Eind goed, al goed. Druipend zijn we in Leffe aangekomen. We slapen in het gastenverblijf van de Abdij. Norbertijnse monniken (niet gezien) die dagelijks lauden, vespers en completen zingen. Die hebben we niet kunnen horen omdat de kerk dicht was na 19 en voor 8 uur. De abdij is natuurlijk bekend van het bier dat je overal kunt kopen maar dat niet bij het avondeten werd geschonken. Het diner, aangekondigd als een “eenvoudige broodmaaltijd”, was overvloedig. Denk aan “een eenvoudige doch voedzame maaltijd” van Oliver B. Bommel.
Ik groet u temidden van de kleren die overal in de slaapruimte hangen. Morgen moet alles weer droog zijn.
Leffe2
Toegift van 23 februari (in de slaapzaal was geen warm water en Wifi maar we hebben de primitieve omstandigheden overleefd): bij het gezamenlijke ontbijt vroeg ik de abt of we een donatie konden geven aan de abdij. En of hij terughad van 50 Euro. Dat laatste was natuurlijk een HEEL domme vraag. We hoefden niets te betalen maar ik heb hem beloofd om onderweg een gulle gift aan armen te geven. Ik hou u hierover op de hoogte.

La Meuse

Namen – Wepion, 21 februari, 21.30 hr, 10 ºC, 32 kilometer

Vanochtend zijn we met de auto naar Andenne teruggekeerd om het stuk Andenne – Namen te lopen. Er zijn vast mensen die denken: “zijn die even gek. Zitten ze al in Namen. Pak in dat voordeel en loop gewoon verder vanuit Namen”

Daar zit wat in. Maar voor 11 uur denken we nog niet goed na en stonden we al in Andenne.

We maakten dus opnieuw een tocht langs de Maas en ook de komende dagen blijven we bij de rivier. Een rivier met bijna geen schepen en met weinig activiteit rondom het water. Wat is er aan de hand? De nasleep van de crisis? Mijnen staan stil, geen vrachtauto beweegt. In een verder idyllisch landschap waren alleen schietverenigingen actief en galmden oud-en-nieuw geluiden over het water.

Dat is gek. Elk vrijstaand huis heeft één, liefst twee waakhonden die naar ons blaffen, heen-en-weer rennen, tegen het hek opspringen en dat alles het liefst tegelijkertijd (Puck loopt dan onverstoorbaar verder maar wel aan de andere kant van de weg). Dat lijkt mij al veilig genoeg maar de Belg wil misschien een premium safety -gevoel hebben en neemt er nog een blaffer bij.

Gelukkig zijn wij bewapend met Puck, een knoflookgeur (in de middag) en een zweetlucht (aan het eind van de tocht). Kan niets tegen op.

Gastvrijheid

Namen – Wipéon, 20 februari, 21 hr, 10 ºC

Lieve lezers, het kan verkeren. Gisteren arriveerden we na een 20 km tocht in Hoei/Huy en werden we gastvrij onthaald bij B&B Le Temps Passé. Een strak, gloednieuw maar ook uitstekend B&B in het centrum van de stad. Het ligt naast een restaurant met ambitie en schuin tegenover een koffie-, thee- & chocoladebar met klasse. Jullie moeten niet allemaal naar Hoei afreizen want ook zonder Hoei kan je leven nog zin hebben gehad. Na een voortreffelijke en lange nacht (we gaan steeds eerder naar bed, inmiddels al voor 10 uur, met moeie pootjes is het goed slapen) hebben we onze vriendelijke gastheer gegroet en vertrokken we naar Andenne. De Belgische meteorologische dienst had voor de hele dag regen voorspeld, je bent dan al blij wanneer het slechts continu miezert.

18 kilometer verder waren we in Andenne en na een 2 km toegift bereikten we het hotel waar we een kamer hadden gereserveerd voor twee personen met een klein hondje. Bij aankomst was de eerste opmerking “wat komen jullie hier met die hond doen?”. Da’s lekker binnenkomen. De man nam zijn woorden terug. We waren natuurlijk welkom. Maar dat bleek voor Monique en mij te gelden, niet voor Puck. Die moest ergens maar iets gaan doen. Tijdens small talk met de eigenaar (IK WORD NIET BOOS) ging de eigenaresse naburige hotels bellen of daar plaats was voor twee personen met zo’n kreng – geen resultaat. Daarna stootte ze een koffiekan over de tafel en begon de man te zuchten.

Dan denk je: zak in de ******, we vertrekken. Snel een kamer bij het Hampton in Namen geboekt. Niemand blij maar wel opgelucht. De man bracht ons in zijn oude VW-bus naar dit hotel (chapeau!). En daar volgde een nieuwe aflevering met onbekwaam en ongeïnteresseerd personeel. Uiteindelijk hebben we bij de Carrefour een avondmaal gekocht die we op de kamer met onze gasbrander hebben klaargemaakt. Eind goed, al goed. Kreeftenbisque, sardientjes op brood, Lay’s chips en Pinot Gris is ook een interessant diner…

Huy1

Ingewijd

Saint Severin, 18 februari, 18 hr, 0 ºC

We horen er nu bij! Nadat we drie nachten in hotels sliepen, zitten we vandaag in een echt pelgrimsonderkomen te Saint Severin. Het is een lokaal met 6 bedden maar wij zijn de enige gasten. Of sterker: we zijn de eerste gasten van dit jaar. Daarnaast is er een keukentje met kasten vol serviesgoed van de parochie en een badkamer met een oude douche waar heerlijk warm water uitkomt. Na 27.1 kilometer lopen ben je hiermee al meer dan tevreden.

St Severin2

Overnachten in een hotel staat niet in hoog aanzien onder pelgrims. Ik heb nog geen lyrisch verhaal gehoord van een pelgrim die in een hotel uit zijn dak ging. Maar lees het reisverslag van een pelgrim en je krijgt gratis tips over overnachtingen in kloosters, pelgrimsherbergen en bij privé-personen.
Inderdaad, wij zijn wat sceptischer (of wellicht zijn we nog niet in de Camino “geaard”). Ik vrees om in een huis te komen waar je met de eigenaar aan tafel zit en na een kwartier ontdekt dat de taalkloof Grand Canyon afmetingen heeft en je een doorzichtige smoes verzint om naar je kamer te vluchten en je daar te barricaderen.
Dus met frisse tegenzin ging ik met Monique om 19 uur naar mevrouw Marie Paule Dejardin, de beheerder van de slaapzaal die een diner organiseerde voor buurtbewoners en de passerende Hollandse pelgrims. De stemming was katholiek zodat we ons tijdens het diner maar ongemerkt gehuwd hadden verklaard.
En toch, ik ben onder de indruk van Mevrouw Dejardin. Een sociaal bewogen vrouw die haar huizen heeft opengesteld voor “degenen die het nodig hebben” en daarnaast ook zorgt voor pelgrims zoals wij. Door zulk soort mensen blijven kleine dorpen zoals Saint Severin levensvatbaar. Het eten was prima. De taalkloof was gigantisch maar overbrugbaar door cruciale lacunes in het vocabulaire op te vullen met Engels, Spaans of Italiaans. Maar toch, ik was opgelucht toen we terugkeerden naar onze slaapzaal. Morgen kopen we in Hoei/Huy een Franse krant, kranten lezen is immers de beste manier om opnieuw kennis te maken met een ooit geleerde taal. En mocht dat allemaal niet helpen dan veranderen we de koers en lopen door Duitsland naar Rome.

Romantiek

In vroegere tijden trok de pelgrim met zijn spullen in een plunjezak van dorp tot dorp en vond in een warme hooiberg of de gelagkamer van een herberg zijn onderkomen voor de nacht.

Dat is tegenwoordig anders. Althans als je met een hond loopt aangezien die niet welkom is in de meeste pensions, jeugdherbergen en hotels. Daarom zijn we gisteren uitgeweken naar een Campanile hotel in een buitenwijk van Luik. Daar was en bleef het koud, althans de kamer en de douche. Vanochtend zijn we snel vertrokken.

Vandaag zijn we te gast in het Ibis hotel in Boncelles, een voorstad van Luik. Niet te vergelijken. Dit is een normaal maar eenvoudig hotel. Ingeklemd tussen een golfterrein en een snelweg. Naast een bowlingbaan en een casino en een benzinepomp en een wellness-zaak (??). Waar is de romantiek gebleven? We lopen met onze rugzakken naar binnen en worden aangestaard als Spiders from Mars. Wandelaars? Maar dan wordt de Jakobsschelp herkend en passen we weer in een klantencategorie en blijkt de baliemedewerker een voortreffelijk gastheer te zijn.

Voor de statistieken: vandaag hebben we slechts 20 kilometer gelopen en voelen we ons beter dan gisteren. Het weer is nog steeds goed, windstil, geen regen, af-en-toe zon. Het pad voerde door lichte heuvels en een wijds aangelegde universitaire campus. Het Jakobspad is keurig bewegwijzerd, we hebben nog niet kunnen verdwalen maar doen ons best.

“Even inlopen”

We vrezen al voor de terugkomst. Meestal begin je dan over de start (iedereen luistert nog, de 856 dia’s moeten dan nog komen)

“tsja, en toen kwamen we dus uiteindelijk toch nog in Eijsden”

“na zes uur, een wisselstoringkje onderweg”

klopt, als je de trein nodig hebt is er altijd wel iets. Misschien werd de software van de wissel wel vernieuwd

maar eh, vanuit Eijsden waren jullie zo in België”

“Klopt, na ongeveer 3 kilometer sta je bij grenspaal 43. Uit 1843”

en dan Wallonië in”

“precies, as French as French can be”

een inkooptochtje neem ik aan

“…”

jullie hadden toch vaker in de Andes en de Himalaya gelopen?”

“ja, inderdaad, mooie tochten waren dat”

” dan weten jullie natuurlijk hoe je je moet voorbereiden”

en jullie waren zeker fanatiek gaan inlopen met volle bepakking en zo”

“ehh, nou.. we dachten dat dat niet nodig was”

oh sorry, jullie zijn natuurlijk al zo ervaren, met stel 16.5 kilo op de rug weten jullie gelijk dat je geen problemen hebt”

“ja, zo ongeveer”

Met andere woorden: we hebben peentjes gezweet. Over de krengen van rugzakken hebben we het later nog wel eens. Maar nu: Eijsden – Luik. Volgens de routeplanner (modus: wandelaar) 20 kilometers. En dus vertrokken we vrolijk om 10.30 uit het hotel “Le Bonheur” te Eijsden. Tralala. Vlak na Visé kregen we argwaan. Waarom gaat het pad omhoog? We moeten toch alleen gerieflijk langs de Maas wandelen? Vlak, geen vals plat, laat staan deze Belgische variant van de Keutenberg.

Vergadering van het Jakobscomité Vise. 1998. Voorzitter Pierre is een fanatiek franstalige bewoner van de Voerstreek. De loop van het pad wordt bepaald.

Pierre: “Elke Nederlander die het waagt om het Jakobspad te lopen en België te betreden zal het weten. Voilá, dat Jakobspad: die zal OVER ELKE HEUVEL GAAN DIE WE HEBBEN!”

“Maar Pierre, het pad over heuvel 3 gaat helemaal niet naar Luik”

“OVER ELKE HEUVEL DIE WE HEBBEN”

En  dus liepen we 30.5 kilometertjes en kwamen aan bij Hotel Campanile in Luik. Kapot. Het centrum van Luik had wat Fin-de-Siêcle ornamenten maar wij keken alleen naar de finish. En daarna eerst een 0.5 liter Leffe Blond voordat we verder dachten.

Nog maar 2327 kilometers