stempel van de San Isidoro kerk in onze pelgrims-credencial
(Astorga -) Foncebadón, 22 mei, 22 hr, 5 ºC, 26 km. Totaal: 2151 km
stempel van de San Isidoro kerk in onze pelgrims-credencial
(Astorga -) Foncebadón, 22 mei, 22 hr, 5 ºC, 26 km. Totaal: 2151 km
de Spaanse Arie Boomsma op de Camino met een prima fruittent
Eten op de Camino, dat is een dingetje. Je hebt als pelgrim elke dag twee zorgen (1) waar ga ik slapen en (2) waar ga ik eten. In Frankrijk was vraag 2 eenvoudig beantwoordt: je eet bij de eerste bar of het eerste restaurant dat je ziet want buiten de steden is de kans klein dat je nog een tweede zult tegenkomen. Op de grens met Spanje struikel je dan in een luilekkerland, overal barretjes en albergues die een Menu Peregrino aanbieden voor minder dan 15 en vaak zelfs voor minder dan 10 Euro. Prijzen waarvoor je in Nederland nog geeneens de daghap van een eetcafé kunt krijgen.
Let op: Menu Peregrino’s worden niet alleen in pelgrim albergues aangeboden. We hebben zo’n menu in een 4-sterren hotel in Burgos gegeten en ook de Paradores (luxe staatshotels) langs de Camino bieden ze aan. Dan zit je aan een tafel met een linnen kleed, word je net zo goed bedient als de andere gasten en staat een fles rode wijn en een fles water op tafel.
We stonden soms stomverbaasd van de kwaliteit. Als iemand binnenkort naar Noord-Spanje gaat: op een dag stopten we in Atapuerca, een gat vlak voor Burgos. 100 huizen, niet meer, een paar casa rurales en wat albergues. En het restaurant Como Sapiens, een modern etablissement dat alleen de menu peregrino serveerde, een drie gangen menu met meerdere keuzes. En een fantastische wijnkaart (Tim is wijnliefhebber) dus de huiswijn werd door een ander flesje vervangen. 40 pelgrims met 80 Teva sandalen zaten in de zaal. En wat een eten! Die jongens kunnen met eenvoudige ingrediënten heerlijke maaltijden maken. Wij komen daar ooit terug, met een huurauto.
Of zoals vandaag, we liepen al een paar uur en zagen voor ons een opstopping van pelgrims. Stond daar een stal van een Arie Boomsma-achtig persoon, zeer vriendelijk, met biologische vruchtensapjes en vers fruit. En zen-meditatie kleedjes. Of zoiets. Zonder een kassa maar met een donativo-pot waarin je gooit wat je ervoor over hebt. We hadden dorst en de bananen kwamen ook op tijd dus na een goede donatie liepen we verder.
Monique bij de vitaminen
Maar soms eten we elders, zoals vandaag bij Casa Maragata in Astorga. Casa Maragata had één vast menu. Geen Menu Peregrino maar een standaard menu met het beste van de Cocido Maragato? In het lokaal zagen we geen andere pelgrims, hier zaten we met de locals. Het werd een gedenkwaardige lunch. We voelden ons acteurs in de film La Grande Bouffe uit 1973 waarin 4 of 5 mannen zich doodeten. Eerst een schotel met tig-soorten vlees. Voor het eerst van mijn leven heb ik varkenspootjes gegeten. Je kunt ook zonder die ervaring het graf ingaan. Daarna waren we al redelijk gevuld. Vervolgens een schotel met in bouillon bereidde kikkererwten en gestoofde savooiekool. Oeps, dit is eigenlijk al voldoende. Maar toen zette de ober een terrine op tafel met kalfsbouillon en vermicelli. En vervolgens nog een custard. Plus een koffie. Burp. De erwtjes dreven in de slokdarm, we maakten een rustige stadswandeling, we hebben niet gebukt en het diner sloegen we over.
de cocido maragato is populair in Astorga
Morgen eten we weer een kippenpoot met een gemengde salade. Aan een lange tafel met andere pelgrims, in Hostal Convento de Foncebadón, vlak voor Cruz de Ferro. Het is een adres dat we in onze gids zagen en waarbij we een kamer gereserveerd hebben. Is het een klooster? En moeten we inderdaad, zo schrijft de gids, al om 7 uur ’s ochtends vertrekken (NEE toch!). We houden jullie op de hoogte.
Nog twee tips voor zondag 22 mei:
het vertrek uit Léon, alles is nog mooi….
(Léon -) San Martin del Camino, 20 mei, 22 hr, 18 ºC, 25 km, Total: 2109 km
De Camino liep vroeger van stad naar dorp, van kerk naar klooster, over de meest zekere en makkelijke wegen. Het huidige pad volgt de vermeende historische route en voert de pelgrim over bergen, door bossen maar ook door de “lelijke” rafelranden van de stad en langs snelwegen.
ergens
Zo ook vandaag, 25 Camino-kilometers liggen vlak langs de N-120 die van Léon naar Astorga loopt. In elke gids staan alternatieve routes die je alsnog door lieflijke, romantische dorpjes leiden. Wij hebben echter de hoofdroute genomen, langs asfalt, autodealers, wegrestaurants en veel grote grijze dozen op industrieterreinen waarvan je je afvraagt wat daar binnen gebeurt.
hoera, daar is de N-120!
De N-120 is voor ons “heilige zwarte grond”. Op deze weg zagen we voor het eerst de pelgrims. Lopend langs de snelweg. Eerst links van de weg, dan haastig de weg overrennend en vervolgens rechts van de weg. Kilometers lang was de stoet die nergens naartoe leek te lopen. Langs de weg stond meermalen een bord “Camino de Santiago”. Ah, de Camino!, het boek “De Omweg naar Santiago” van Cees Nooteboom ligt in Spanje altijd bij ons op de achterbank. Ons oordeel was gelijk gemaakt: die lopers zijn knettergek, wij gaan dat nooit doen. We kamperen lekker in de Patagonische wouden! Lopen langs alpaca’s en niet langs vrachtauto’s.
Natuurlijk hadden we toen gelijk. Althans voor 50%. We lopen nu toch langs die weg. Maar we zijn niet knettergek. Dat zijn alle andere pelgrims die vandaag voor en achter ons liepen. Want die hadden ook de rustige alternatieve route kunnen nemen. Wij niet, wij liepen in de uitlaatgassen om terug te denken aan die autorit van 10 jaar geleden. En ademden de lucht nog eens diep in.
langs “onze” N-120
Het podium
SPORT. Valverde de la Virgen, 20 mei
In Valverde is weer het jaarlijkse kikkersnellen toernooi gehouden. In deze locale sport zit de deelnemer in een wedstrijdnest en peuzelt van elke kikker eerst de kop en daarna de rest van de lekkernij. Degene die de meeste kikkers in 15 minuten doorslikt heeft gewonnen. Na een spannende strijd van meer dan 100 deelnemers werden de prijzen uitgereikt (zie foto). Derde werd Oprah (de enige dame in het veld) met 22 kikkers, tweede werd Olexander met 28 en eerste was Onassis, hij had opnieuw de meeste kikkers, namelijk 31.
In een interview na de wedstrijd vertelde Olexander dat zijn moeder hem eigenlijk Alexander had willen noemen, uit liefde voor het Hollandse volk dat zoveel nestplaatsen voor ons ooievaars construeert. Zoals bekend schrijft de locale verordening voor dat onze namen met een O moeten beginnen, de O staat reeds voorgedrukt op het aangifteformulier van de burgerlijke stand. Olexander’s ouders wilden niet wijken en daarmee is onze sympathieke en succesvolle deelnemer tot een levend protest tegen de bureaucratie geworden.
Beneden het podium staat O o (eveneens een protestnaam) beteuterd te kijken. O o had een onwaarschijnlijk aantal van 62 kikkers verslonden, dacht winnaar te zijn en klepperde luid. De jury vertrouwde het echter niet en bij inspectie bleek dat O o’s tweeling Onno en Otto ook in het wedstrijdnest zaten en hadden meegepikt.
Zoals gebruikelijk zullen restaurants tot op 20 kilometer afstand van Valverde de komende maanden geen kikkerbillen serveren.
deze kikker was de dans ontsprongen
LEON inscriptie op steen in de San Isidro kerk
Vergeet Barcelona, ga niet naar Madrid, of naar Bilbao. Bezoek Léon, op zijn minst een weekend!
the Camino enters Léon
de kathedraal van Léon
El Palomo in Léon met een HEEL goed maal voor 20 Euro (excl. een HEEL goede wijn van 16.50 Euro). Als Nederlander denk je door de prijzen dat dit niets kan zijn maar dan vergis je je. Dit is eten en wijn van hoge kwaliteit…
Pelgrim Monique in Léon
Yo!
keurig om 23 uur weer in het hotel. Morgen weer op de Camino…
Ga eerst naar Léon en maak daarna een tour door het Bierzo wijngebied, loop door schitterende aangrenzende natuurgebieden (zoals Los Ancares), bezoek en ervaar Santiago en rust uiteindelijk uit aan het strand van Finisterre met een schaal zeevruchten en een glas Godello wijn en mijmer dan met een volle buik over de zin van het leven….
Dat is Noord-Spanje!
Puur wit. Abstracte kunst op een huis in de Meseta. Voor de diepste gedachten.
(Mansilla de las Mulas -) Léon, 19 mei, 15 hr, 20 ºC, 20 km, Totaal: 2084 km
Mijn excuses voor de vaste bezoeker die onze blog leest om op de hoogte te blijven van ons pelgrimsleed en de daarbij ontstane nieuwe inzichten over het doel van leven. Hieronder volgt namelijk een korte bijdrage over iets volstrekt futiels maar hoogst irritants. Laat psychologen maar analyseren wat dat zegt over onze geestelijke gezondheid.
Ik lijd onder de rommel. Rommel in mijn rugzak. Het spul dat zich heeft opgehoopt in twee plekken, als ongedierte dat zich in het bedmatras en onder de plinten verstopt.
Allereerst de rommel in de bovenklep van mijn rugzak, hier is al het kleine grut verzameld en al bij het eerste inpakken veranderde het in een grote samengeklonterde brij. Stekkers, accu’s, pen, boekjes, een bestekset, blikjes paté en ander spul zijn verstrikt in een grote kluwen die telkens op de grond valt als ik het probeer te ontrafelen. Het voelt als een volgestouwd tuinhuisje of zolder waarin hoge stapels omvallen als je het fotoalbum van opa en oma zoekt. Ik zoek echter dagelijks op deze zolder en raap iedere keer de spullen van de grond. Grrr.
Dezelfde ergernis heb ik met de WC-tas. Zo’n handige tas met allerlei vakjes waarin tubes, flesjes en borstels gepropt zijn. Wat ik had gekocht bij SPAC-sport zou een superieur ontwerp zijn voor de veeleisende buitensporter. Maar ik vind nooit wat ik zoek. Met een slaperige kop graai ik eindeloos in de tas voordat ik het scheermes of het flosdraad in mijn handen houd. Normaliter, als ik een paar dagen in een hotel slaap, leeg ik de tas en zet alles naast het wasbekken. Maar nu, tijdens de Camino, kan dat niet. De badkamers zijn te klein, er is geen plank waarop we ons spul kunnen neerzetten. En dus grom ik elke ochtend totdat ik al het rotspul heb gevonden en daarna opnieuw in de WC-tas heb gekwakt. Grrr.
Je ziet, het leven van de pelgrim is vol hindernissen maar, op deze uitzondering na, klagen we niet.
Opmerking van lezer: “Opmerkelijk Tim. Heel bijzonder en interessant. Hoe verzin je het en wat een tegenslag. maar wat kan ik hiermee?”
Nou vooruit dan. Om aan de teleurgestelde, hoogeisende blog-volger tegemoet te komen probeer ik uit deze kleine strubbelingen wijze levenslessen te destilleren.
Zoek de chaos en plan zo weinig mogelijk. Ga je leven niet als een persoonlijk project managen. Het leven is immers hoe je reageert op onverwachte mogelijkheden en tegenslagen. Ik graai in mijn bovenklep en het-is-niet-waar! daar vind ik een vergeten reep chocola. Lekkerrr! kunnen we toch nog 10 kilometer verder stappen! Of je loopt door de stad en ziet daar plotseling prachtige schoenen (hm, maar die heb ik nog niet nodig want ik toch nog een paar…) Kopen!, want als je gericht zoekt zul je ze meestal niet vinden.
Opmerking van geïrriteerde lezer: “Tim, iets minder materialistisch svp, voor dit soort tips lees ik de Allerhande. Iets geestelijks, reinigends, verheffends”
Of je stapt op de fiets om latexverf en kwasten te kopen, rijdt door het Noorderplantsoen en ziet de vrouw van je leven. Wat moet je dan? Planning vasthouden, doorfietsen en diezelfde avond genieten van een mooi, versgestreken kamertje of….
Nawoord van lezer: Nou, ik hoop dat mijn man gewoon de verf koopt, dat had hij eigenlijk al lang moeten doen. Nu je het zegt. Maar verder heb je helemaal gelijk, ik stond laatst bij de groentestal en werd daar geholpen door zo’n vriendelijke jongen….
(Calzadilla de los Hermanillos -) Mansilla de las Mulas, 18 mei, 22 hr, 15 ºC, 24 km, Totaal: 2064 km
Hier stond ie. Echt! Diep-roze!!
(Moratinos -) Calzadilla de los Hermanillos, 17 mei, 18 hr, 19 ºC, 26 km, Totaal: 2040 km
Ik haat eBooks. Ze bedreigen de toekomst van boekhandels, mijn favoriete winkels. Stap een goede boekwinkel binnen, loop rustig langs de schapen, neem een boek en sla hem open, laat je verrassen door tips van de verkoper. Bekijk ook de werken op andere afdelingen, zoals ornithologie of de klassieke afdeling en geniet van het vernuft dat overal staat uitgestald. Voel het papier, steek je neus in het boek en ruik het papier, bekijk de lay-out, de bindwijze, de kaft. En leg daar het eBook schermpje naast. Een armzalig aftreksel met ongetwijfeld veel praktische voordelen maar een verarming van het lezen. Met een eBook neem je afscheid van de fysieke wereld, neem je een vitamine-pil in plaats van zomerfruit, heb je geen naam meer maar een SOFI-nummer. Je verliest overzicht, het doorbladeren is hopeloos, een passage snel terugvinden kan je vergeten en, voor alles, het boek is daarmee tot een data-file gedegradeerd.
De nadelen van het elektronisch boeken lezen weet ik sinds een paar weken. Als een principieël tegenstander van eBooks had ik bij vertrek alleen echte boeken in de rugzak gestopt. Die boeken heb ik gelezen en zijn teruggestuurd. Wat nu? In Franse en Spaanse boekhandels vindt je geen Nederlandse, Duitse of Engelse werken. Hoogstens een Engelse detective en wat andere junk.
Dus uiteindelijk heb ik toch een boek via iBooks gekocht, en tegelijkertijd het fysieke exemplaar bij Godert Walter besteld. Dat was de conditie waaronder ik mijzelf toestond om iBooks te downloaden.
Sinds het lezen van het eBook “Blood of Spain” van Ronald Fraser, besef ik dat een grote roze olifant in Spanje staat. Het boek is een verzameling ooggetuigenverslagen van de Spaanse burgeroorlog. Fraser heeft met mensen van beide kampen gesproken, het boek verscheen in 1979, toen waren veel strijders nog in leven. Terwijl Fraser de mensen interviewde heerste Franco over Spanje zodat de interviews voor de voormalige republikeinen een groot risico betekende. Het lukte en het resultaat is indrukwekkend, het toont de haat en de chaos van een burgeroorlog en de gruwelijke gevolgen daarvan.
Enkele zeer korte opmerkingen over de burgeroorlog. Vanaf 1920 was het hommeles in Spanje, of eigenlijk al eerder maar daarvoor moet je de boeken maar lezen. In het Zuiden (Andalucía, Extremadura) was er sociale onrust doordat het land in bezit was van enkele rijke burgers en de adel. Grote aantallen landarbeiders zwoegden tegen hongerlonen op de velden terwijl buiten de oogstseizoenen veel mensen geen werk en inkomen hadden. Ook in het Noorden namen de sociale spanningen toe door de industrialisering. Veel mensen in Catalonië en Baskenland werkten tegen een laag loon in de fabriek, vakbonden ontstonden, sommige arbeiders bleken gevoelig voor revolutionaire en anarchistische propaganda, stakingen werden uitgeroepen die soms veranderden in locale opstanden.
Noch de landarbeiders noch de arbeiders werden vertegenwoordigd in het Spaanse parlement, dit verhoogde de woede en het wantrouwen tegen de heersende klasse. Later werd de socialistische partij een belangrijke partij maar de meest extreme groepen, zoals de communisten en anarchisten hebben nooit geregeerd of zelfs aan verkiezingen meegedaan.
Dat kon niet goed gaan. In 1931 trad de koning af en kwamen een aantal zwakke links-liberale regeringen. Die hebben nog wel wat veranderingen doorgevoerd maar too little too late. Het proletariaat vertrouwde de regering niet en vond de veranderingen niet te ver gaan, de rijke bovenlaag en de militairen wantrouwden juist de veranderingen en vreesden een communistische revolutie.
De sociale onrust werd steeds feller, knokploegen en vechtploegen van linkse en rechtse snit voerden executies uit. De teerling werd geworpen door een legeropstand op 17 juli 1936 in Marokko waarbij andere korpsen zich aansloten. De regering kwam in het nauw, had eigenlijk reeds lang de controle over het land verloren en gaf op 19 Juli het bevel om wapens aan de bevolking uit te delen. Daarna is de oorlog pas goed losgebarsten, een volledige burgeroorlog met naar schatting een half miljoen doden. Navarra, La Rioja, Castillia y Leon en Galicia, de regio’s waardoor de Camino loopt, schaarden zich achter de militairen en falangisten. De republikeinen (het front van communisten, anarchisten en veel andere linkse splinterpartijen) in deze gebieden moesten hun mond houden of anders voor hun leven vrezen.
Een lange introductie. Waar blijft de door de titel aangekondigde “roze Olifant”?
Welnu, ik hoop dat ik duidelijk heb gemaakt dat de burgeroorlog de belangrijkste historische gebeurtenis is van Spanje in de 20ste eeuw. Dan verwacht je monumenten en plaquettes in het hele land. Zoals elk Frans dorp een monument heeft ter herinnering aan La grande Guerre.
Maar nee. Tot nu toe hebben we op onze 450 km door Spanje maar één monument over de Spaanse burgeroorlog gezien. Een oud, simpel monument voor een groep falangisten die zijn geëxecuteerd. Het staat op een bergpas, ver weg van dorpen, alleen pelgrims lopen hierlangs. Dat is jammer. Monumenten aan de Spaanse burgeroorlog kunnen het belang onderstrepen van een verenigd land, van een goed werkende democratie, om nooit de wapens tegen elkaar op te nemen. Maar dat kan alleen als zulke monumenten de republikeinse en falangistische doden gezamenlijk zouden herdenken.
We hebben ze niet gezien. De Spaanse burgeroorlog ligt klaarblijkelijk nog altijd te gevoelig en is onderdeel van de onvoltooid verleden tijd. De roze Olifant staat midden op elke Plaza Mayor, naast een ontdekkingsreiziger van 500 jaar geldeden. Maar ooit zal hij verdwijnen en zal men over de Oorlog gaan praten. Je kunt niet altijd je adem inhouden. Ik hoop dat iemand het ventiel opent en de olifant zacht en plechtig leegloopt en niet dat hij kapot klapt, door de naald van een agitator van een onafhankelijkheidsbeweging of een populistische anti-Europa troep.
(Carrion de los Condes -) Moratinos, 16 mei, 30 km, Totaal: 2014 km
De Pelgrim, Carrión de los Condes
(Villamentero -) Carrión de los Condes, 15 mei, 19 hr, 16 ºC, 10 km, Totaal: 1984 km
Op 15 Februari, rond 11 uur ’s ochtends stapten we nerveus uit onze voordeur in Groningen. De Camino begon, het pad lag voor ons. De route hadden we bepaald, alle loopgidsjes zaten ergens in de veel te zware rugzakken. We waren op alles voorbereid maar we hadden geen flauw idee wat ons nou precies te wachten stond. Pelgrims waren we nog zeker niet en we wisten evenmin hoe je dat kon worden. Ik zie nog voor me hoe we de Kraneweg afliepen, onwennig, de Jakobsschelp bungelend aan onze rugzakken, alleen Puck leek rustig, alsof we het vaste rondje met haar maakten.
Ik zie eveneens voor mij hoe we een dag later ons laatste Nederlandse ontbijt aten in Eijsden. Bij het vertrek vertelden we de eigenaar dat we vanuit zijn herberg aan de Camino begonnen. Niemand wist wat dat nou betekende. “Nou, veel succes dan”, “OK, bedankt!” en we stapten het pad op. We wisten niet dat het gelijk de zwaarste dag van onze Camino zou worden, uitgeput bereikten we na 27 kilometer in het schemerduister het diep-treurige Campanile-hotel van Luik. WAAR ZIJN WE AAN BEGONNEN?
De eerste weken bleef het wennen. Het voelde aanvankelijk als een vreemde, lange wandelvakantie, ditmaal niet in ver land maar in ons eigen Europa. Ditmaal niet door grote natuurgebieden maar door steden en langs industrie, snelwegen en kanalen.
Je bent op weg. Elke dag slaap je ergens anders, ontmoet je mensen, deelt een avondmaaltijd met ze en neemt daarna al weer afscheid want we moesten verder. Ultreia. Je wereld wordt groter, nieuwe steden, en landschappen, andere gewoontes, andere talen. Van de winter loop je naar de lente, de bomen kregen blad, het koolzaad kwam in België boven de grond en bloeide in Zuid-Frankrijk, ganzen vlogen van Frankrijk naar het Noorden en ooievaars kwamen vanuit Afrika naar Spanje.
De buitenwereld verandert voortdurend en daardoor waardeer je des te meer het dierbare dat je omgeeft. Monique, Tim en Puck, wij drieën rooien het maar mooi met elkaar. Samen op pad, hetzelfde tempo, Puck aan de voet. Kilometer na kilometer. Ook als het stortregent, koud is en je nergens eten kunt kopen. Gewoon verder, we vinden wel een oplossing. Elke ochtend werden we wakker met het kwispelen van Puck (ha baasjes, gaan we weer lopen?) en daarna opnieuw dezelfde kleren aan, de rugzak op dezelfde manier inpakken, dezelfde spullen in elk van de 6 zakken van onze Fjällraven broeken. En bij de aankomst in de namiddag hebben we andere routines: Puck eten en water geven, onder de douche, kleding wassen en de overnachting van morgen reserveren. Dag na dag.
Maar de cocktail van Camino-ervaringen heeft nog een ander, subtieler element. Je tocht leidt langs kerken en monumenten die de enorme historie en de grote betekenis van de Camino illustreren. Mensen wensen je een “Buen Camino” of “Bonne route”, je wordt als pelgrim aangesproken, ervaart een gastvrijheid die je als gewoon burger niet kent. In het begin waren we verbaasd (en soms vonden we het zelfs gek) maar dat veranderde. Het hoofd werd leger, het werd niet meer belast met de dagelijkse beslommeringen en stress. We dachten minder aan “de wereld” en meer aan onszelf. De toewijding en warmte van al die mensen voor Camino-lopers werd ons steeds dierbaarder. Misschien kwam dat omdat we meer ontspannen raakten, bevrijd van de huiselijke stress maar ook van de angst voor het onbekende bij het vertrek. We konden de Camino aan, laat maar komen. Dan gaan de ogen en het hart verder open.
En zo word je geleidelijk een iets andere reiziger. Niet een pelgrim van 500 jaar geleden, diens wereld en gedachtengoed waren fundamenteel anders. Maar je hebt wat meer rust en volop tijd om vrij te denken. Misschien is dat dan de hedendaagse “pelgrim”…
Nog maar 422 kilometer tot aan Santiago.
de stand van zaken – 15 mei