Kathedralen

een pelgrim voor de kathedraal, Burgos

(Atapuerca -) Burgos, 11 mei, 21 hr, 12 ºC, 21 km, Totaal: 1894 km

Op de Camino hoef je nooit naar de kathedraal te zoeken. De Camino leidt je er feilloos heen, in elk dorp en elke stad waar je doorheen loopt. In België en Frankrijk waren ze gewoonlijk gesloten, stonden we bij een dichte deur, voor een stempel in onze credencial maar was de kerk alleen ’s middags geopend als we er ’s ochtends waren en omgekeerd. Dat is in Spanje anders. De meeste kerkjes zijn de hele dag open, zoals het hoort, en in de grote plaatsen merken we dat de opening niet alleen dient om de gelovige een bezinningsoord te geven.

De kerken in Santo Domingo de la Calzada en Burgos zijn bijvoorbeeld altijd open maar buiten de mistijden is de kerk een museum waarvoor je toegang moet betalen, pelgrims worden tegen een gereduceerd tarief binnengelaten.

Met onze credenciales melden we ons in Burgos bij de ticketbalie en liepen daarna een lange verre trap omhoog, naar de kerkingang, die vroeger boven de omgrenzende daken moet hebben gelegen.

Bij de ingang werden we gelijk aangeklampt, een man nam ons mee en begon aan een tocht die geen einde leek te hebben. We stopten in elke nis, bij elk altaar, alle gedenkstenen werden ons getoond, van alle bisschoppen werden de grootste daden geroemd en van alle heiligen werd de hagiografie haastig gepreveld. In het Engels, Spaans of een dialect? We weten het niet en het maakte hem niet veel uit want hij leek tegen zijn helden te praten, niet tegen de twee Hollandse pelgrims die achter hem aan sloften en berouwden dat ze hem zowel de tickets als ook hun credenciales hadden gegeven.

Burgos3

Niet iedereen was een vriend van onze gids. Alsof hij de duivel in eigen persoon voor zich had, zo siste hij naar het zilveren beeld van een ravissante dame die tot het einde der tijden de mannelijke bevolking van Burgos met haar gratiën leek te bekoren. “We hebben haar niet laten gaan! Echtgenote van hertog X! Wilde haar juwelen behouden!” En later werd hij opnieuw witheet, bij een monument van twee edelen met een hond aan de voeten. “Etters, ook die hebben we niet laten gaan. Hun land nalaten aan hun zoon en de kerk overslaan! Ook die zoon moet hier nog ergens liggen”.

Burgos1

Of bij een engeltje, op het eerste gezicht een onschuldig flierefluitertje met een schedel in de handen. “Dat is de kop van markies Y. Ook die blijft hier. Wilde zijn kasteel niet aan de kardinaal nalaten. Laat de wind maar door zijn oogkassen suizen!

Burgos2

“Dat leeft als in Sodom en Gomorra en denkt dat wij klaar staan wanneer zij, al die zuipers en lichtekooien, hun einde voelen naderen. Maar dan vergissen ze zich Hè, hè , hè , hè. Dan zijn ze de klos!” “Het staat wel leuk in de gidsen en boeken, maar al die baronnen, markiezen, grafen en hertogen, die laten we niet gaan. Die komen er niet, Hè, hè , hè , hè”. En hij wees naar boven. Het werd wat onaangenaam. Alsof je in een Siciliaans plaatsje de capo di tutti capi ontmoet en met hem de kwaliteit van zijn boontjes bespreekt.

We stonden bij de trap naar het lagere claustrum. De rondleiding nam een andere wending. Hij bekeek mijn credencial, en sprak hardop mijn naam, “Tim van der Graaf“. Waar lag mijn landgoed? “Heb ik niet, ik heb een achtertuin van 40 vierkante meter”. “Rat!, dat hoor ik vaker, en je komt ook nog uit dat opstandige protestantse nest!, Alleen Alva heeft daar goed opgetreden. Ik ben het zat, kom mee!”

Dit leek mij geen vriend van het vrije, liberale gedachtengoed. Met één haal griste ik de credenciales uit zijn handen en we renden naar de uitgang. In de uitgang, we hadden het gered, draaiden we ons om, en riepen hard in de kerk uno-cinco, uno-cinco (voor de kenners, Spanje-Nederland op het WK 2014, 1-5). Maar, bedacht ik later, ik had eigenlijk heel hard CRUIJFF moeten schreeuwen, Hollands en Catalaans, dat is het aller-aller-ergste.

2 gedachtes over “Kathedralen

  1. Die kathedraal in Burgos roept bij mij herinneringen op aan vervlogen tijden. In 1977 tijdens mijn eerste interrailtocht, was Burgos de eerste stop. Het was juli en de temperatuur lag rond de 40 graden in de schaduw. Ik kan me nog goed herinneren dat we met loodzware rugzakken lang de kathedraal sjokten op weg naar Albergue Juvenil Generalissimo Franco in Burgos. Hoewel Franco al in 1975 was overleden, was hij juist in Burgos nog zeer populair, ondermeer omdat de zetel van zijn eerste burgerregering in Burgos lag. Toen we bij uiteindelijk bij die jeugdherberg aankwamen, het was net in de periode dat er voor het eerst vrije verkiezingen in Spanje werden gehouden, heb ik nog gevraagd of de naam nog zou worden veranderd. Deze opmerking werd echter in het geheel op prijs gesteld.
    Met Franco zou de dictatuur zijn verdwenen. Maar met de zwarte kanten van de dictatuur werd niet afgerekend; Er kwam een algemene amnestiewet. Voor voormalig superrechter Baltazar Garzon lijdt het geen twijfel; De (deels mislukte) Transitie is de diepere oorzaak van Spanjes morele en politieke crisis. Zijn boek van vorig jaar El Fango (de modder) geeft een prachtig overzicht van de Spaanse corruptie. Ook in dat op zicht is er nog niet veel veranderd sinds de tijden van Franco.
    Jammer dat jullie de camino niet in juli lopen, dan hadden jullie de kathedraal in het witste licht kunnen bezichtigen dat ik ooit heb gezien.

    Houd vol en veel geluk.

    1. Ha Rene, Ik heb helaas de jeugdherberg in Burgos niet gezien, anders had ik de huidige naam genoteerd.
      Als vervolg op jouw verhaal: op de Camino hebben we een paar “opvallende” monumenten gezien. Zo stond op een pas in Castillia y Leon een groot monument voor gevallen Francisten (wat op zich nog te rechtvaardigen is zo lang de slachtoffers aan beide zijden maar worden herdacht) en in Navarre liepen we langs een museum van het Carlisme. Ik lees nu een eBook (het is verderfelijk maar ik sta mijzelf toe om eBooks te lezen ALS ik het fysieke exemplaar maar koop of reeds heb) “Blood of Spain” van Ronald Fraser. Ik ben nog in de inleiding (eBooks lezen op een iPhone is vreselijk, en moet je alleen onder de meest primitieve omstandigheden doen) maar heb al wel gelezen dat dit de jongens waren die zij-aan-zij met Franco vochten en dat Navarra hun thuisbasis was. Ik neem aan dat het armisme inmiddels is veranderd en dat de jaren dertig als een zwarte pagina aan het publiek wordt getond. Puck liep nog aan de voet dus we konden het museum helaas niet bezoeken. T & M

Laat een antwoord achter aan René Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *