geen Zwitsers precisiewerk
(Lagunas de Castillia -) Triacastela, 26 mei, 21 hr, 17 ºC, 24 km, Totaal: 2252 km
Je ontmoet veel soorten pelgrims op de Camino, ieder zijn eigen Camino (ik citeer opnieuw onze wijze pelgrim Paul), we hebben personen gesproken die uit diep religieuze redenen op pad zijn gegaan tot aan studiegroepen voor wie de Camino een aantal studiepunten maar vooral veel bier betekende. Zoals altijd zijn de meest bijzondere mensen gecamoufleerd als doodnormale burgers.
We stopten vandaag in Fonfría, vlak na de O Cebreiro pas, het etablissement was akoestisch in beslag genomen door een groep Amerikanen die dachten dat iedereen geïnteresseerd was in hun conversatie. We vroegen een stel of we aan hun tafeltje mochten zitten, het was een Zwitsers echtpaar. De gebruikelijke informatie werd uitgewisseld, ze waren gestart in St. Jean Pied de Port en zouden, net als wij, tot aan Santiago lopen. De wereld was overzichtelijk, de Nederlander werkt voor Philips, de Zwitser werkt voor een horlogehuis. Zijn vrouw had een Zwitsers fortuin aan haar pols hangen, Hansl (ik noem hem Hansl, ik had beloofd zijn ware nam niet te noemen) droeg geen horloge.
Natuurlijk had hij onze uurwerkjes al gezien, zijn ogen zag ik even naar de Zwitserse Mondaine van Monique gaan, zonder verder commentaar. Bij de MeisterSinger, een horloge zonder een minutenwijzer keek hij verheugd op. “Dat is het beste horloge voor de Camino, daarmee kan je je ontspannen”.
We hadden hun wat over Groningen verteld, over de Vismarkt (is er een betere markt in Nederland?), over de Machedoux geitenkaas (is er een betere kaas in Nederland?) over de haring van Giel en Gré aan de Kraneweg (opnieuw: is er een betere haringkraam in Nederland?) en over de RUG (ja, er is een betere universiteit).
Daarna nam Hansl het woord. Hij had weinig tijd, hij keek op de klok. Hij verzamelde typemachines, van Underwood, hochqualitativ mechanische Geräte, hij had er 23. Niet om naar te kijken maar om op te tikken. Boeken uit te tikken.
Was meinst du?
Hansl kocht een boek en las het door het na te typen op achtereenvolgens meerdere apparaten. Een van zijn grootste en oudste apparaten was voor het voorblad, andere waren opgesteld voor de colofon, de tekst en het notenapparaat. Hij las en hij typte, de papiersoort was zorgvuldig uitgekozen. Bij fouten moest hij de pagina opnieuw typen, en opnieuw lezen.
Hij keek opnieuw naar de klok en dicteerde dat hij ook metronomen verzamelde, een van de meest miskende apparaten. Zonder metronoom geen ritme, geen houvast, geen basis. Elke metronoom was anders, uit de tik kon je de kwaliteit afleiden. een droge klik of een vettige klik, met een korte of lange nagalm, een kil metalen of een warme klank. Verzamelaars hielden het apparaat bij hun oor en luisterden minutenlang voordat ze een beslissing over de koop namen. Niets ergers dan een veiling bij Christies waarbij je je op de kijkdag niet met de metronoom in een stille ruimte kon terugtrekken. Hij stond op en probeerde voor te doen wat hij bedoelde. Luister, soms hoor ik apparaten die doen Tik-tak-tik-tak DAT IS TOCH WALGELIJK (zelfs de Amerikanen keken nu op) en slechts een enkele keer klinkt het meer als tsik-tsjak, tsik-tsjak. Maar ik wil tsik-tesjak, tsik-tesjak horen. Het instrument is voor mensenoren gemaakt, niet voor machines. Toch? Het werd onprettig, zijn vrouw had nog nauwelijks iets gezegd. Maar Monique vroeg net of zij ook had genoten van het uitzicht op de O Cebreiro. Dat had ze, en ze begon over de O Cebreiro en een boek van Paulo Coelho te praten. Ik keek naar Hansl, het ging niet goed.
Het was ongeveer half twee, Hansl zat en keek naar de klok. De klok stond tegenover zijn stoel, alsof hij de kat was die een meesje hypnotiseerde. Tien over half twee, Monique en zijn vrouw, Greta, hadden de Caminogids opengeslagen en praatten welke route ieder had gelopen. Hansl zat op zijn stoel en keek naar de klok. De vrouw wierp een blik op hem en hun rugzakken.
13.49. Hansl staat op en loop naar een rugzak, pakt meerdere credenciales (de boekjes waarin je de stempels van de kerken en de overnachtingsadressen verzamelt om daarmee de kerkelijke autoriteiten in Santiago te overtuigen dat je toch echt de Camino hebt gewandeld) en loopt naar de balie van het restaurant. Hij staart naar de wijzerplaat. Monique en ik volgen de secondewijzer.
13.50.00
De credenciales liggen opengevouwen op de balie.
Hansl heft de stempel van de zaak, het rode ding schiet door de lucht, zijn hand houdt het omklemt, daarna valt het als een dode duif en nadert het papier van de credencial. Ka-bam. En daarna op het stempelkussen. Ka-bam. En daarna op de credencial. Ka-bam. En weer op het stempelkussen. Ka-bam. Het gaat maar door. Elke seconde ramt de stempel op de balie. Ka-bam. Als een Zwitsers horloge. Ka-bam. Ik hoef de credencial niet te zien Ka-bam, ik weet dat de stempels keurig gecentreerd in de vakjes van de credencial staan Ka-bam, hier wordt Zwitsers precisiewerk verricht Ka-bam.
Zijn vrouw staart en zegt niets, niemand zegt iets. Deze man is gek. Overspannen, op zijn minst. Daag hem niet uit. Doe niets
Ka-bam. Ka-bam. Ka-bam.
13.51.00
Hansl stopt plotseling. Vouwt zijn credenciales op en pas als hij terug naar de tafel loopt heeft hij in de gaten dat iedereen naar hem kijkt.
We praten nog wat met zijn vrouw Greta. En horen dat Hansl geen uurwerker is maar een fotograaf. Dat hij PR-foto’s van horloges maakt voor luxe firma’s die iedereen kent. Horloges worden tikkend bij hem afgeleverd. Hij als eenvoudige fotograaf mag er niet aankomen. Zijn foto’s komen in de brochures. En de horloges in de brochures staan altijd op 10 voor twee, 13.50. Elke keer opnieuw liggen 10, 15, 20 horloges naast elkaar in de studio, alles is van te voren goed belicht. En om 13.50.00 start Hansl met zijn dagelijkse reportage. Van één minuut.