
In de Pfalz, op een plek zonder voortuinen.
Dag 16. Homburg – Bottenbach: 28 km, Dag 17. Bottenbach – Ludwigswinkel: 25 km.
Je hoort vaak dat de Camino allerlei positieve effecten op de mens heeft, minder stress, meer zelfvertrouwen, betere conditie, meer empathie. Ik ben een simpel mens en ik vermoed daarom, totdat het tegendeel is bewezen, dat hetzelfde geldt voor de tocht naar Rome.
Het is half vijf in de middag, we hebben zojuist een dagwandeling van 25 kilometer gelopen en we zitten in de zon op het terras van Gasthaus zum Landgrafen aan de hoofdstraat van Ludwigswinkel. Het glas weizenbier op de tafel naast mij heeft de juiste temperatuur.
Het leven is goed in Ludwigswinkel.
Ludwigswinkel is een dorpje van niets op slechts twee kilometer van de Duits-Franse grens. Maar in een heuvelig landschap zoals hier, in het uiterste zuidwesten van het Pfälzer Wald, ligt twee kilometer of twintig minuten lopen, achter de horizon en zo voelt het ook. Frankrijk is nog héél ver weg. Het lokale dialect, ik luister ongegeneerd naar het gesprek aan het tafeltje naast ons, lijkt op Kölsch, de menukaarten zijn in het Duits only en men start het diner al om vijf uur ‘s middags. De typische Fransoos waarvan de talenkennis tot aan de grens reikt, zou hier geen chocola van maken. De typische Hollander trouwens evenmin, veel landgenoten hebben de illusie dat je alleen Engels hoeft te beheersen om de wereld te bereizen. Zalig zijn de simpelen van geest.
Ik dwaal af, ik had het over de gezondheidseffecten van de Rometocht. Die zijn door de bank genomen positief, ook het zojuist aangereikte glas chardonnay smaakt trouwens voortreffelijk, maar toch, er is één groot zorgpunt, we hebben een allergie ontwikkeld.
Hier in de omgeving lijkt hondenallergie wijd verbreidt. Onder het voorwendsel van allergie accepteren sommige zaken geen honden. In Bosen (Saarland) heerst zelfs een specifieke uiting van deze allergie, hier worden honden na 18 uur niet meer toegelaten en mochten we pas na goedkeuring van de baas aan onze gereserveerde tafel aanschuiven. Is dit vanwege een allergie die alleen na 18 uur optreedt of is men allergisch voor honden die alleen in de duisternis na 18 uur voorkomen (en, zo ja, is dat dan een overblijfsel van de angst voor weerwolven of is men, net als Faust, bevreesd dat de duivel, in dit geval in de verschijning van een hond, in de avond tegen je eettafel tikt)?
Hoe dan ook, we zijn niet geïnfecteerd met een lokaal allergisch fenomeen maar wij ontwikkelden een allergie tegen iets anders, tegen Saarländische en Pfälzische voortuinen. Vooral in nieuwe buitenwijken van stedelijke gebieden struikel je over strakke derderangs, staal-en-glas-en-beton villa’s. De architecten daarvan hadden in hun jeugd een Mies van der Rohe fotoboek gekregen, later gingen ze naar een technische universiteit. Hun artistieke ambities zijn ooit verdampt, zonder dat ze het zelf in de gaten hadden, en die werden opgeofferd voor een winstmaximalisatie of een efficiencyverhoging waarmee ze in minder uren hetzelfde aantal huizen konden opleveren. De tuin werd een sluitpost en volgestort met zwarte stenen (antraciet Ardenner basalt split) met in het midden een grijze menhir. Of betonnen adelaars. Of een groot stenen ei met de as van de voorouders.
Aaarrgggh!!!!
Van de ergste exemplaren zijn geen foto’s, toen keken we nog onbevangen naar de groenvrije plekjes. Maar nu zijn we alert en we zullen jullie de “mooiste” exemplaren uit Baden-Württemberg tonen.
Zulke verschrikkelijke voortuinen zie je natuurlijk niet alleen in Duitsland maar ook in Nederland of in Frankrijk. In Nederland liepen we echter nooit 400 kilometer langs de huizen. Maar ik weet zeker, loop een dag door een buurt vol moderne geluksvilla’s zoals in Eelderwolde en je herkent het dieptreurige stigma van smakeloosheid. En in Frankrijk? Dat doorkruisten we van de Ardennen tot aan de Pyreneeën en desondanks herinner ik mij vooral de geurige rozemarijnstruiken die de tuinen in Les Landes begrensden. Het geheugen onthoudt gelukkig de mooie zaken en vergeet dat wat vergeten moet worden. Zoals de last van een zware rugzak. Ik wist dat het gewicht daarvan aan je heupen, je armen en je schouders kan zeuren, maar pas als je het opnieuw voelt besef je wat je eerder had vervloekt. Laat ik het alsjeblieft snel weer vergeten.
Lieve, lieve lezers, we bedanken jullie voor al jullie reacties. We lezen ze als we onderweg zijn of als we op bed uitrusten. We genieten ervan en we denken eraan als de weg weer omhoog gaat, als er geen keuze is en we domweg omhoog moeten stampen.