We zijn weer thuis. Van Rome naar Groningen kost je dat twee dagen treinen zelfs al rijdt de Frecciarossa het eerste stuk, van Rome naar Milaan, met 250 kilometer per uur. We onderbraken de terugreis in Freiburg im Breisgau, een universiteitsstad met prachtige zaken waaronder de boekhandel zum Wetzstein, maar de trein had twee uur vertraging en daardoor bereikten we Freiburg pas na sluitingstijd van de winkels. Inmiddels zijn we in Groningen en rangeren we binnen een paar dagen in een burgermansbestaan waarbij je in hetzelfde huis ontwaakt en gaat slapen. Zo’n leven lijkt vanzelfsprekend maar dat is het niet, meer dan tachtig dagen liepen we van de ene naar de andere plek, van het ene bed naar het volgende. We leidden het leven van pelgrims, vluchtelingen, avonturiers en diplomaten. Na zo’n tocht besef je hoe verleidelijk eenvoudig een bestaan is met een supermarkt om de hoek waar je al je behoeftes op elk moment kunt kopen. En hoe saai dat soms is.
Het lijf dat dagmarsen aflegde is tot stilstand gekomen en vreemd genoeg ervaren we nu pas de vermoeidheidssymptomen die het lichaam daarvoor klaarblijkelijk onderdrukte. Voeten zijn gezwollen, voetzolen doen pijn, een koortslip verscheen en we zijn doodmoe, we verzetten geen stap meer.
Al na aankomst in Rome hadden we geen puf meer om nog iets te doen. Het oude centrum hebben we niet gezien, slechts twee plekken bezochten we.
Op een grote gemeentelijke begraafplaats is het graf van Marja, mijn twaalf jaar oudere zus. Ze overleed in 2001 en werd slechts vijftig jaar oud. Mijn neef leidt ons door het labyrint van het kerkhof en na heel wat lanen en pleinen staan we voor haar graf. Een foto op marmer onderstreept dat die plek aan een ooit krachtige en prachtige vrouw toebehoort. Marja had een enorme invloed op mij, veel groter dan ik tijdens haar leven vermoedde. Zij spoorde mij aan om achter de horizon te kijken, om je eigen weg te kiezen en je dan door niets te laten tegenhouden.
Een uur later zitten we bij mijn zwager op het terras voor een gezamenlijke lunch. Auto’s zijn verdwenen, het enige wat je hoort zijn papegaaien in de bomen. Voor ons golft kilometers ver, tot aan de Via Appia Antica, een groen idyllisch landschap. Mijn neef maakt een pasta en komt met steeds andere schotels tot elke plek gevuld is. Een lange periode wordt aan tafel besproken, we denken aan Marja, een familie is bij elkaar. Het eindpunt is bereikt.

In dit laatste bericht willen we jullie nogmaals enorm bedanken voor al jullie reacties, via deze blog of op een andere manier. Wat hebben we daarvan genoten! Na dit bericht rolt de blog zich op, doet zijn ogen dicht en begint (opnieuw) aan een winterslaap. Tot ziens!
P.S. “Tips voor pelgrims” was de meest populaire aflevering van onze Santiago-blog. Vandaar dat we op veler toekomstig verzoek deze blog afsluiten met “Tips voor pelgrims naar Rome”.
- Sommigen hebben, net als wij vroeger, een droom om ooit een lange tocht door Europa of om specifiek een pelgrimstocht te lopen. Volg je droom, maak die tocht en wacht niet tot je pensioen. De tocht wordt steeds zwaarder, en drukker, en duurder, naarmate je langer wacht.
- Waar ga je heen? Naar Santiago of Rome? Weet je dat al of twijfel je nog? In het laatste geval raad ik je aan om de halfjaarlijkse bijeenkomsten van de Santiago- en Romeverenigingen te bezoeken. Daar vindt je veel informatie en ontmoet je mensen die de tocht al hebben gelopen en je nuttige tips kunnen geven. Wij liepen de meest populaire Caminoroute, de Camino Frances over de Pyreneeën en via Pamplona en Burgos naar Santiago, en in Italië liepen we eveneens grotendeels over het meest populaire pad, de Via Francigena, naar Rome. De twee tochten verschillen sterk van elkaar (lees de volgende drie punten).
- Op de weg naar Rome kom je veel minder mensen. In 2016 liepen we met meer dan honderd man de dagetappes naar Santiago, en op de Camino is het sindsdien alleen maar drukker geworden. Daarentegen liepen we op de Via Francigena tot aan Toscana meestal helemaal alleen. Vanaf Lucca verschenen de eerste anderen maar vlak voor Rome waren nog altijd met slechts enkele tientallen onderweg.
- Door het grote aantal pelgrims vind je ook veel meer faciliteiten langs het pad naar Santiago. Je vindt daar veel meer herbergen, bars, en restaurants die zich specifiek op pelgrims richten. In kleine dorpen heeft de Camino het straatbeeld sterk veranderd. Pelgrims hebben daarentegen een kleine invloed op het dagelijks leven in de plaatsen langs de Via Francigena. In steden als Lucca en Siena verdwijnen de pelgrims in de meute “gewone” toeristen en in de minder bekende plaatsen wordt het leven niet door.pelgrims overheerst. Wil je steeds andere pelgrims ontmoeten dan kan je beter naar Santiago gaan. Zoek je de stilte dan is de tocht naar Rome de betere keuze.
- De Camino Frances is door vrijwel geheel Spanje een prima ontwikkeld wandelpad met een uitstekende bewegwijzering en met een route die meestal over rustige en/of onverharde paden leidt. De Via Francisca (van de Sint Gotthard naar Pavia) en de Francigena (van Pavia naar Lucca) zijn veel slechtere paden. De bewegwijzering varieert per gemeente en is meermaals beroerd. Je loopt veel vaker en langer over drukke, geasfalteerde straten, de onverharde paden zijn meestal van slechte kwaliteit en je moet goed opletten bij het lopen. In de Apennijnen heb je steile afdalingen die bij regen slipperig worden. Heb je bergwandelervaring dan is dit alles geen probleem. Heb je moeite met lopen of heb je weinig wandelervaring dan zou ik Nood-Italië mijden.
- De Via Francigena is in Toscana vanaf Lucca prachtig. In de lente loop je door een groen, bloemrijk landschap, in de herfst door een bruin gebied met groene cipressen en villa’s op de heuvels. Heb je slechts een paar weken dan kan je alleen het stuk door Toscana en eventueel ook het stuk door Lazio lopen. In Lazio zijn de paden meestal ook OK, bij aankomst in Rome loop je echter zeven kilometer door een wolk van uitlaatgassen omdat je tezamen met een langzaam rijdende file de stad ingaat.
- Start je vanuit huis dan moet je je eigen weg naar de Via Francigena vinden. Deze site toont enkele routes. Wij liepen hiervan de Middenroute via de Sint Gotthardpas. We raden je sterk af om over de aanbevolen Eifelsteig en de E1 te lopen. Die paden gaan van heuveltop naar heuveltop, dat is leuk als je een week op stap bent maar als je naar Rome gaat neem je liever de minder sportieve alternatieven door het dal. Wij gebruikten de navigatie App TopoGPS waar je voor een paar tientjes de topografische kaarten van geheel België, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland koopt. Routes hebben we gedownload van van site 1 (voor het Jakobipad tussen Konstanz en Brunnen), site 2 (de ViaGottardo tussen Brunnen en Bellinzona), site 3 (de Via Francisca tussen Ponte Tresa en Pavia) en site 4 (de GPX-files van de Via Francigena). Voor de route door de Eifel, de Hunsrück en het Zwarte Woud volgden we het algemene routeverloop die je op de site van de Romevereniging ziet, we gebruikten de aanbevelingen van TopoGPS om een goed pad te vinden tussen gekozen vertrek- en aankomstplaatsen.
- Er is geen ideaal tijdstip om de Via Francigena te lopen. Wil je de hitte in Italië vermijden dan moet je in de lente lopen maar dan zijn de bergpassen nog onbegaanbaar (onder een dikke laag sneeuw en zijn vrijwel alle slaap- en eetgelegenheden op en rond de pad nog gesloten). Wil je te voet over de Sint Bernhard of Sint Gotthardpas dan zul je in de zomer moeten gaan maar dan kan het in de Povlakte heet zijn waardoor je dagelijks heel vroeg moet vertrekken.Er is geen ideaal tijdstip om de Via Francigena te lopen. Wil je de hitte in Italië vermijden dan moet je in de lente lopen maar dan zijn de bergpassen nog onbegaanbaar (onder een dikke laag sneeuw en zijn vrijwel alle slaap- en eetgelegenheden op en rond de pad nog gesloten). Wil je te voet over de Sint Bernhard of Sint Gotthardpas dan zul je in de zomer moeten gaan maar dan kan het in de Povlakte heet zijn waardoor je dagelijks heel vroeg moet vertrekken.
- We sliepen in B&B’s, appartementen en eenvoudige hotels en gebruikten hiervoor Booking.com. In Italië boekten we in mei onze kamers een paar dagen van te voren.
- Lees over de achtergronden van de route. De Omweg naar Santiago van Cees Nooteboom is een must voor elke pelgrim in Spanje. Over de Via Francigena heb ik nauwelijks wat gelezen en dat betreur ik nu. Ook met kennis van de Italiaanse geschiedenis kan het pad je dan vreemd blijven.
- Zowel in Italië als in Spanje spreken de meeste mensen (wat) Engels. Met een basale kennis van de taal zul je je redden. Men waardeert het als je Spaans/Italiaans spreekt, het kan je in onverwachte situaties helpen
- Loop met Leki-stokken die een dempingssysteem hebben. Je bespaart dan veel energie bij bestijgingen en het helpt je bij de afdalingen en door het dempingssysteem lopen de stokken veel fijner. Ik heb met stokken van andere merken gelopen maar die waren minder comfortabel en slijten sneller. Sommigen verkopers raden stokken met demping af, die weten echt niet waarover ze het hebben.
- Eveneens aanbevolen: 1. een poncho die ook over je rugzak past, dat loopt prettiger dan met een regenjas en je trekt het makkelijker aan en uit. 2. een aparte afsluitbare zak voor stekkers, adapters en al het andere kleine grut dat anders in je bovenklep rondslingert.