Het wonder van de Camino

(Puenta de la Reina -) Lorca, 29 april, 15 ºC, 17 hr, 14 km, Totaal: 1711 km

 Pelgrims1

Günther

Günther is 5o en officier bij de KSK, de Duitse Special Forces. Günther woont uit Zuid-Duitsland maar was de jaren meestal in het Midden-Oosten voor diverse missies. Om een lang verhaal kort te maken, die taken zijn hem niet in de koude kleren gaan zitten. Hij voelde zich slecht, labiel, en na aarzelen vroeg hij afgelopen november aan zijn officier of hij een aantal maanden uit dienst kon gaan. Het was te veel, hij moest even afkoelen. Dat wat hij nooit had verwacht gebeurde, kapitein M. stemde toe. En gaf hem als advies om de Camino te lopen, mensen kwamen daar weer op verhaal. Günther wist niet dat de zoon van de kapitein de weg was kwijtgeraakt, gekke dingen had gedaan en met de politie in aanraking was geweest. En daarna de Camino had gelopen en als een herboren mens, vol energie en met nieuwe ideeën, was teruggekeerd.
Günther maakte je niet gek, een zware opleiding van 5 jaar en missies onder de meest extreme omstandigheden vormt mannen die niet met elke wind meewaaien. Hij had zich goed voorbereid, over zijn conditie maakte hij zich geen zorgen, en had met zorg zijn uitrusting gekozen. Hij was gewend om vroeg op te staan en bleef dat doen tijdens de Camino. Elke dag behoorde hij tot de de eersten die Het Pad opgingen. Hij volgde de pijlen en liep zijn weg. Dacht aan zijn laatste taak in Irak en de paar goede vrienden die hij daarbij had verloren.
Op 29 april vertrok Gunther om 6 uur ’s ochtends vanuit zijn Albergue in Puenta de la Reina, de bakker had zijn rolluiken nog niet gelicht, laat staan de andere winkels of, nog onwaarschijnlijker, de Municipalidad. De Puenta de la Reina was verlaten toen hij hier aankwam, de brug lichtte rose op door de zonsopgang, hij is geen fotograaf anders zou zijn dag nu al geslaagd zijn geweest. Günther loopt de brug over, gaat naar links, volgt de pijlen en denkt aan zijn vrienden. Ergens mist hij een aanduiding en loopt rechtdoor. Het pad is goed en golft verder door de heuvels langs wijngaarden en olijfbomen. Na een half uur merkt hij dat hij van de weg is afgeraakt. En loopt door, kijkt niet op of om, hier is het goed, heeft hij eindelijk de rust waar hij zo naar verlangde en loopt verder. Na drie uur lopen bereikt hij Oteiza.
 Pelgrims2

Lisa

Lisa is een 52-jarige Parisienne, elke dag druk en medewerker van een kankerkliniek. De laatste jaren ging ze met steeds meer moeite naar haar werk. Ze kon de slecht-nieuws gesprekken die ze met haar patiënten voerde, niet meer van haar privé-leven scheiden. Haar man en kinderen klaagden daarover, moeder was alleen maar met haar werk bezig en wilde nooit meer iets met de familie doen. Lisa zat in het weekend alleen maar in de tuin, ze was gesloopt van een week lang werken. Op een van die zondagmiddagen las ze in de Happinez (of beter: een Frans equivalent van de Happinez), over mensen die de Camino lopen en de rust die daarna in de hoofden van overbelaste, moderne kosmopolietenen was teruggekeerd. Toen wist ze het zeker: dat moet ik ook doen. Het gesprek hierover met haar familie was intens maar voor iedereen was het uiteindelijk duidelijk dat Lisa gelijk had.
Ondanks alle goede voornemens bleef Lisa tot het laatst werken en had zich nauwelijks voorbereid. Een week voor vertrek werden alle spullen gekocht en stapte in de trein denkend aan de laatste afdelingsvergadering. Nu loopt ze al vier dagen over de Camino maar haar werk is nog dichtbij. Ze had zich voorgenomen om geen mails meer te lezen maar dat voornemen moet nog ingelost worden. Vandaag heeft ze bovendien nog om 10 uur een telefoonconferentie gepland, tot haar eigen ergernis. Vandaar dat ze om 6 uur de straat op stapt en begint te lopen. Ze ziet een andere pelgrim en volgt hem, terwijl ze loopt overdenkt ze het ziektebeeld van de patiënt die geopereerd moet worden. En blijft lopen waarbij ze de pelgrim in het oog houdt die voor haar loopt.
 Pelgrims3

Joyce

Joyce is een 45 jarige marketeer uit New Jersey die de eerste sabbatical van haar leven beleeft. Het was genoeg geweest, met haar partner had ze alleen nog maar ruzie en op haar werk was ze uitgekeken. Het werd tijd voor een nieuwe fase in haar leven. Het afscheid van de man viel uiteindelijk mee, de liefde leek van beide kanten te zijn bekoeld. Haar leidinggevende had haar kort toegehoord en daarna naar personeelszaken gebeld; het ontslag was binnen een dag geregeld.
Ze had vaker een nieuwe start gemaakt maar elke nieuwe start bleek een valse start. Haar psycholoog had haar aangeraden om nu niet gelijk verder te gaan maar eerst een rustperiode in te lasten en noemde een aantal boeken die ze maar moest doorlezen. Een van de boeken was de roman van Paolo Coelho over de Camino. Een week later stond ze bij de incheckbalie van JFK voor de vlucht naar Madrid. Vanuit Madrid reisde ze gelijk naar Pamplona en nam vandaar een taxi naar Roncesvalles. Het leek alsof een pantser was afgevallen; gesprekken, indrukken, geuren voelden veel intenser en aan het eind van elke dag is ze uitgeput, door alles wat ze heeft beleefd en de jet-lag. Elke dag wordt ze om 4 uur wakker, het irriteert haar, ze had pillen genomen maar die hebben niet genomen. Die farmaceuten, die absurde prijzen vragen voor hun rotzooi. Ook op vrijdag 29 april heeft ze wekker niet nodig. De jet-lag neemt af, ditmaal wordt ze “pas” om 5 uur wakker en staat een half uur later maar op. Het is net licht als ze om 6 uur slaperig op straat staat.
De gids had ze nog niet doorgebladerd, ze heeft geen flauw idee waar ze vandaag heen loopt. Maar ze ziet een grote pelgrim langslopen en daarachter volgt een tweede pelgrim, een vrouw. OK denkt ze, en begint met nog stijve benen aan haar dagtocht. Haar twee voorgangers achterna.
 Pelgrims4

Beppe

Giuseppe is 38 jaar en woont in Torino. Giuseppe heeft samen met een compagnon een klein bedrijf, iets met IT-services, opgericht. Het bedrijf groeide als kool, wat begon als een overmoedige jongensdaad is uitgegroeid tot een miljoenen business. Veel werk besteden ze inmiddels uit aan anderen zodat Beppe zich vooral concentreert op financiële en management zaken. Beppe wordt daar niet gelukkig van, het plezier haalt hij uit de discussies met zijn vakbroeders van de universiteit en andere bedrijven. Zijn compagnon begrijpt hem, die heeft hetzelfde probleem maar heeft het geld nodig voor zijn ex-en, kinderen en de vele dure liefhebberijen (snelle Italiaanse auto’s etc.). Beppe heeft een veel eenvoudiger levensstijl en ziet op zijn bankrekening inmiddels absurd hoge bedragen. Op een ochtend in December, tijdens een wandeling in de bergen, was het plotseling duidelijk. over 3 maanden zou hij stoppen om rust te nemen, niet voorgoed maar slechts voor een paar maanden. Wil hij op deze manier verder leven? Hij weet het antwoord al: nee, hij zal hiermee stoppen. Op de Camino heeft hij dan tijd om te overdenken in welke richting hij verder wil gaan. Beppe is naar St Jean Pied de Port vertrokken en heeft sindsdien zich niet meer met praktische zaken beziggehouden. Tijdens het lopen sluit hij zich aan bij andere pelgrims en is benieuwd te horen waarom iedereen onderweg is. Wat een energie krijgt hij van de vaak diepgaande gesprekken, gesprekken waarvoor hij in zijn normale leven geen tijd meer had. Hij is niet de enige die zich heroriënteert op zijn leven. Hij ontmoet anderen, stopt bij een bar, drinkt met hen koffie en kiest een albergue in de plaats waar hij in de namiddag eindigt. Op de 29ste staat Beppe vroeg op, komt uit de herberg en begint aan een nieuwe dag. Hij heeft geen flauw idee waarnaar hij die dag zal lopen maar ziet drie pelgrims gaan en loopt achter hen aan.

Señor Etxagarrika (Burgemeester van Oteiza)

Señor Etxagarrika heeft grote zorgen. Hij is een vooraanstaand lid van de Partido Popular afdeling in Navarra en burgemeester van Oteiza. Afgelopen week heeft hij via de TV naar de koning gekeken die nieuwe verkiezingen op 26 juni aankondigde. Dat was slecht, hoewel ook voorspelbaar, nieuws aangezien Rajoy, de PP premier van Spanje, niet populair is en de verkiezingen hoogstwaarschijnlijk in een dramatisch PP verlies zullen uitmonden.
Etxagarrika ijsbeert door zijn werkkamer heen-en-weer. Hij moet zorgen dat de PP in zijn gemeente, in zijn regio acceptabele scores bereikt anders kan hij een verlenging van zijn burgermeesterschap, of meer, wel vergeten.
Hij zucht en loopt naar zijn tafel waar zijn assistente het koffieservies had neergezet. Als hij de koffie heeft ingeschonken en het kopje aan zijn lippen zet kijkt señor Etxagarrika naar buiten en ziet Günther de Plaza de Navarra oplopen, kort daarna gevolgd door Lisa. Daarachter verschijnen Joyce en Beppe en als hij opstaat ziet hij tot ver buiten Oteiza een stoet van pelgrims zijn kant opkomen. Hij stokt, de koffie wordt die dag niet gedronken want hij beseft de kans en beleeft zijn Sternstunde. Terwijl hij de telefoon grijpt ziet hij visioenen van een monument met zijn naam erop en zelfs van een Plaza Etxagarrika in zijn geliefde oord.

Padre Ayegui (Priester van Oteiza)

Padre Ayegui nam de telefoon op en begreep direct de mogelijkheid om, in deze voor de kerk moeilijke tijden, de Roomse boodschap krachtig in Oteiza te laten klinken. Sterker nog, bij doortastend optreden zou Oteiza een nieuwe weg in de herkerkelijking van Spanje kunnen inluiden, een mijlpaal waaraan zijn naam zou zijn gekoppeld.
Het grote beeld van Maria della Misericordia hadden ze afgelopen week al op de baar gemonteerd en van alle 12 mannen die Maria de komende maand door het dorp zouden dragen had hij de telefoonnummers in zijn agenda genoteerd. Binnen 15 minuten waren alle mannen in de kerk en 5 minuten later waren sjerpen om Maria gedrapeerd en een schilderij van St. Jacob van de muur gehaald en tegen Haar voetstuk geplaatst.
Ook de beiaard was gebeld en die had zijn mouwen opgestroopt, een uur lang zou hij de klokken laten luiden.
En, ziedaar, Günther bestelt om 9.15 uur op het terras voor de kerk van Ayegui een koffie als de klokken beginnen te luiden, de kerkdeuren zich openen en een Mariabeeld op een baar naar buiten wordt gedragen dat aan alle kanten glinstert van het goud. Mensen komen aangerend, Wat is dit nu?, de processie is toch pas over een maand?, en vormen een haag langs de straten waar Maria doorheen schrijdt. Steeds meer mensen bewonderen de processie want pelgrimsgangers blijven arriveren en ook zij willen allemaal zien wat hier aan de hand is. En wat ze zien is wonderbaarlijk want voor Maria schrijdt Padre Ayegui en hij loopt met een groot vaandel waarop staat “Santiago es llegado” (St. Jacobus is aangekomen), dat al klaarstond voor het symposium dat hij met ondersteuning van Señor Etxagarrika had georganiseerd op de naamdag van de heilige Jacobus in Juli.
Opnames zijn gemaakt en werden door de Navarraanse televisie uitgezonden, bovendien werden nieuwsberichten naar alle Spaanse kranten gestuurd. Het bericht vermeldde hoe de pelgrims door onverklaarbare redenen op de 29ste naar Oteiza kwamen, dat de heiligen S. Maria en S.Jacob reeds op hun komst leken voorbereid en hoe het dorp de pelgrims met een grootse processie van de twee heiligen verwelkomde. Het bericht onderstreepte echter vooral dat, om de gebeurtenis te herdenken (het woord wonderbaarlijk werd zorgvuldig in de tekst vermeden al had men aan de bisschop reeds een schrijven gericht waarin hierop werd gezinspeeld), de processie voortaan elke vrijdag om 9.15 uur zal plaatsvinden en hoe de gemeente attent & energiek had opgetreden door het pad tussen de bekende Camino halteplaats Puenta de la Reina en Oteiza, de gedenkwaardige 15 kilometers waarover al die pelgrims op de 29ste hadden gelopen, gelijk van de Camino signalering te voorzien.
Na de komst van de pelgrims is Oteiza 3 bars, 2 restaurants, 2 albergues en een kruidenier rijker en is de werkloosheid gedaald van 20 naar 7%. Men verwacht dat er eveneens plaats is voor een souvenirwinkel en een voetmaseur. Señor Etxagarrika kijkt met vertrouwen naar de verkiezingen.

De Iconen

de pelgrims op de Puerto del Perdón

(Pamplona -) Puenta la Reina, 28 april, 21 hr, 9 ºC, 26 km, Totaal: 1697 km

Het hotel was comfortabel, met moeite kwamen we ons bed uit en stapten pas om 9 uur de straat op. Dat is veel later dan de mensen die in rifugi overnachten, die vertrekken voor 8 uur en daardoor hebben we vandaag maar weinig andere pelgrims gezien. Nou ja, een stuk of 30 maar daar kijken we niet meer van op.

We verlieten Pamplona, de werkende bevolking nam onze plaats in. Hier heersen nog beschaafde werktijden en belasten ze voor 9 uur hun hersenen niet met zakelijke onderwerpen. Dat gebeurd pas na een gemeenschappelijke espresso in de bar tegenover het kantoor.

Punto4

tussen de bar en het kantoor, we zijn in Spanje

Door golvende gele koolzaadvelden liepen we naar de Puerto del Perdón, het hoogste punt van de dag. Ik had nog nooit van die heuvel gehoord en had verwacht snel verder te lopen nadat we vluchtig het panorama hadden bekeken. Maar we komen aan en ik zie plots een van de iconen van de Camino. Blader door een boek over de Camino en je zult het kunstwerk van de trekkende pelgrims tegenkomen. De pelgrims lopen voorovergebogen, op deze pas weerstaan ze al jarenlang de wind, de windmolens zijn niet voor niets vlak naast dit kunstwerk opgesteld.

Het kunstwerk is zo bekend dat touringcars hierheen rijden. Stel je voor, je komt als pelgrim na een een redelijk lange klim op de pas en kijkt verrast naar het kunstwerk & naar een autobus met 30 toeristen die jou weer aanstaren en fotograferen. Wie is/zijn de aapjes? Klaarblijkelijk waait het te hard of is het te koud buiten of zie ik er te vervaarlijk uit. In ieder geval blijven alle toeristen in hun bus zitten, zelfs een tentje met blikjes bier en frisdrank kan ze niet naar buiten lokken. De chauffeur zucht en wordt moedeloos, de fooien zullen straks wel tegenvallen. De deuren sluiten zich en de bus rijdt langzaam weg.

Inmiddels zitten we in de kantine van een camping bij Puente La Reina. De brug, La Puente, is een tweede icoon. Hier mondt het laatste grote pelgrimspad uit Frankrijk, degene die in Arles begint, uit op de Camino Frances. We zijn nu op volle sterkte, Puck met 199 pelgrims, en kunnen naar Santiago doorstoten.

Punto3

de Puenta la Reina

Enrique

Enrique is 71 jaar geworden. Sinds zijn pensioen gaan de jaren soberder voorbij maar net als op andere dagen ontmoet hij zijn vriend Michael op “hun” bank aan de Plaza de Castillo.

Ze zijn allebei in Pamplona geboren en hebben hun stad nooit verlaten. Pamplona is van hun. Elk huis aan het plein is beladen met herinneringen. De platanen waaronder ze met hun eerste meisjes afspraken, de muziekkapel waar hij zijn zijn vrouw ontmoette of het hotel in de hoek waar hij 20 jaar heeft gewerkt. Totdat het moest inkrimpen.

Michael had meer geluk, hij ging na school bij de post werken en bleef daar tot het laatst aan zijn loket gekluisterd.

En nu bespreken ze het laatste nieuws, waar je de beste pinchos eet en becommentariëren de pelgrims die, de één nog idioter dan de ander, door de stad en over het plein lopen.

 

Het Zuiden – Finalmente!

de toekomst van Osasuna op Plaza de Castillo

(Zubiri -) Pamplona, 27 april, 20 hr, 10 ºC, 21 km, Totaal: 1671 km

Twee dagen geleden slipten we over de Franse grens met Navarra en kwamen we aan bij een groot, streng klooster waar het licht om 22 uur uitgaat en de pelgrims om 6 uur weer wakker gezongen worden. Gisteren arriveerden we in een klein Baskisch dorp (Spanje bestaat hier nog niet) Zubiri waar we reeds voorpret hadden en met een goed glas Navarra wijn op een terras in de zon zaten. En dan vandaag de binnenkomst in Pamplona. Een stad dat we op al onze reizen in Spanje nog nooit hadden bezocht. Wat een sufferds waren we want dit is een parel in het voorland van de Pyreneeën. Eens per jaar rennen ze voor hun leven & voor de stieren door de straten van hun stad en daarover schreef een Amerikaan een boek [1] and the rest is history…

Pamplona2

mannen bespreken de toestand van de wereld, Pamplona

We hebben een hotel gekozen dat honden accepteert, midden in het centrum van de stad. Tijdens de siësta zijn we de stad ingeglipt maar om 5 uur maken wij onze officiële entree en lopen naar het grote plein, de Plaza del Castillo. Met een grijns gaan we door de straten. De taveernes uit Frankrijk hebben hier asiel gekregen en combineren hun leven met allerlei specialiteitenzaken waar je Het Goede uit Navarra kunt kopen. De pantoffelparade komt op gang waarbij men het belangrijke nieuws van vandaag uitwisselt, en dat is ernstig als ik de gezichten zie waarmee men op straat elkaar toehoort. Op de Plaza del Castillo is dat nieuws klaarblijkelijk nog niet doorgedrongen want vrienden van weleer zitten naast elkaar op hun bank op de Plaza en vinden het leven te kort om daar al te zwaarwichtig over te doen. Voor een eerbiedwaardige hotel op een hoek van de Plaza is een enorm terras uitgezet en zien we toeristen zitten, voor hen zijn de berichten uit de stad sowieso geheim, zij horen slechts wat 1000 kilometer verderop gebeurd.

We zijn er! Heel Frankrijk hebben hiernaar gezocht maar hier hebben we het gevonden, het Mediterrane gevoel.

Pamplona1

we zijn niet in Spanje maar in Euskadi! (Baskenland!)

lees:

[1] Hemingway, The Sun also Rises, meerdere uitgaven

De andere Camino

een wild paard op de pas bij Roncesvalles
(St Jean Pied de Port -) Roncesvalles, 26 km, Totaal: 1627 km

(Roncesvalles -) Zubiri. 26 april, 22 hr, 9 C, 23 km, Totaal: 1650 km

Bij aankomst in St Jen Pied de Port was het al duidelijk dat in deze plaats een andere Camino begon. Tot deze plaats hadden we 10-20 andere pelgrims gezien, in St. Jean lopen een paar honderd pelgrims door de steegjes en dan is het nog rustig. Pas in Mei wordt het hoogseizoen.
Het hart van St Jean is de Rue de la Citadelle, hier krioelen de rifugi, de restaurants met de Menu Pelegrin, het pelgrimsbureau en winkels waar een pelgrim de nieuwste kleding en gidsjes kan kopen.
In de Rue de la Citadelle zag ik het eerste figuur met een rolkoffer. Rolkoffer? Hier? Aan de Camino? Later zag ik anderen en dwarrelde het kwartje langzaam op de grond. Naast de hard-core wandelaars starten hier, in St Jean ook mensen die een deel van de bagage per auto laten vervoeren naar hun overnachtingsadres. De Camino All included. Een Buckler-versie van de Camino, ’s ochtends vroeg met een dagrugzakje lopen en bij aankomst de afgeleverde Samsonite openen.
Hoe dan ook. Maandagochtend was het zover. Een klassieker wachtte op ons, de wandeling van St Jean naar Roncesvalles over een Pyreneeënpas. Karel de Grote verloor hier een leger en Ariosto schreef hierover Orlando furioso. En tijdens deze wandeling voltrok zich het drama. We waren enkele uren onderweg, het pad rolde voort, verre uitzichten, begrasde heuvels, een herdersstal en een enkele verlaten boerderijen, welkom in de bergen. Plotseling zien we een dood veulen in de greppel, het vlies zat nog om het jonge beest en vijf meter verder lijkt een merrie dood op de grond te liggen. Ze beweegt zich niet, of toch, één oog gaat open. De merrie ligt op haar zij en kan niet overeind komen. Mensen stoppen, het is zojuist gebeurd. We proberen haar omhoog te duwen, stumpers, we weten niet hoe zwaar een paard is. Af en toe probeert de merrie op te staan en slaat met haar hoeven in de lucht. Wat is hier in hemelsnaam gebeurd? Hoe kan een paard zo hulpeloos op de grond liggen. Een Fransman belt 112. Na een uur kijken en aanmoedigen lopen de mensen verder, er zal iemand (een veearts?) komen, het is ijzig koud, het paard ligt op de grond, drinkt water uit de zakfles van een pelgrim maar blijft liggen. Iedereen vreest: dit paard gaat het niet redden, het is hier veel te koud, het beest raakt onderkoelt en sterft. Gistermiddag vertelt een Frans paar dat een boer het paard overeind had getrokken. Hoera!! Vanmiddag horen we van dezelfde mensen dat het paard later naar het abattoir is gegaan, het was verwond en de behandeling was te duur.
Roncesvalles is een abdij en een pelgrimsherberg dat door vrijwilligers van de Nederlandse Jakobsvereniging wordt geleid. Ook hier geldt de wet van de grote getallen. In Frankrijk waren we onder de indruk van een herberg met 10 pelgrims, het zijn er hier ver over de honderd. Wij sliepen in een eigen tent buiten maar we waren nieuwsgierig en hebben de slaapzalen gezien waar al die mensen hun slaapzak al hadden uitgespreid. Wat een snurkorkest moet hier in de nacht wel niet klinken.
De pelgrimsherberg is maar een klein deel van het hoog oprijzende complex dat ook een kerk, twee hotels, twee restaurants en misschien ook nog ergens een klooster omvat. Het Ikea meubilair is hygiënisch maar zielloos en de efficiency is aangenaam maar vloekt met de onbeholpenheid die je in andere religieuze plaatsen aantreft.
En wat een drukte! Pelgrims blijven binnenstromen als anderen al lekker in de zon liggen of vertrekken voor een glas wijn op een van de terrassen. Sommigen pelgrims zoeken contact, schudden handen en zitten op het terras terwijl anderen doellbewust mediteren en in vreemde houdingen op de grond of tegen een wand steunen. Doorvoor moet je blijkbaar een Europeaan zijn want bij boeddhistische kloosters in Kathmandu hadden we dergelijke acrobatiek niet gezien.
Roncesvalles2
de pelgrimsmaaltijd te Roncesvalles
’s Avonds komt iedereen bij elkaar voor het diner aan grote ronde tafels. En dan ervaar je weer de rijkdom van Europa. Aan onze tafel zaten en discussieërden Engelsen, Nederlanders, een Duitser, een Zwitser en een Portugees. Twee Zuid-Koreanen keken toe. De gesprekken worden geolied door Navarra wijn, het eten is simpel (want het is immers een pelgrimsmenu) maar smaakt heerlijk en vult goed na de pasovergang.
Dwalend over de lanen en door binnenplaatsen komen we weer bij onze tent en weten dat 150 andere pelgrims vanuit hun slaapcellen op ons neer kijken.
Roncesvalles3
pelgrim in rustzaal, Roncesvalles

Survival

Tsja, daar lagen we voor de pelgrimsherberg van Roncesvalles in onze lichtgewicht tent (2 kg) met lichtgewicht slaapzakken. Spullen met een laag gewicht zijn altijd gewild onder de wandelaars, vaak heeft de gewichtsreductie een te verwaarlozen effect op de prestaties (vergelijk de huidige bergschoenen of fleecejacks maar met die van twintig jaar geleden) maar er is één categorie waarbij het gewicht niet zomaar verlaagd kan worden: de slaapzak. Minder gewicht = minder dons = een probleem. Monique en Tim lagen dus met onderkleding, fleece-shirt, muts en sokken in de slaapzak terwijl Puck met haar wintermanteltje in een fleece-jas was gewikkeld en aan het voeteinde lag.

We werden om 7 uur wakker door pelgrims die al zo vroeg met hun tocht begonnen. We hoorden later dat iedereen in de slaapzalen om 6 uur was gewekt met stichtelijke muziek en een gong. Dan ren je inderdaad gelijk naar buiten. Van de nacht konden we ons niets herinneren. Puck ook niet, die had zich geen centimeter bewogen en snurkte zachtjes.

We hebben het dus overleefd, voor wie bezorgd zou zijn geweest. Maar het Groninger team had zich natuurlijk goed voorbereid en was in de relevante literatuur van voorgaande expedities gedoken. Kies altijd grote voorbeelden en laat je door hen inspireren.

Voor het Belgische en Franse deel werden we zeer geïnspireerd door de Michelin gids. Hiermee kan je de grootste gewichtsreductie bereiken, laat alles gewoon thuis. We hebben echter met de tent, slaapzak, kookpannen en brandertje in onze rugzakken gelopen omdat we het zo lekker vinden. En je kunt ook nonchalant naast een andere pelgrim leunen om daarna in zijn oor kunt fluisteren “mijn rugzak is groter”, en als dat niet helpt, hij is koppig en wil zijn verlies nog niet toegeven, ga je tot onder de gordel en fluistert opnieuw “en is zwaarder dan die van jou”.

Op de Camino werkt dat. Het appelleert aan het normale leven waarin mannen iets soortgelijks doen met auto’s. Mensen tillen je rugzak op en zeggen “Waauw”. Ik zou eerder denken “sukkel, je hebt veel te veel meegenomen”, hetzelfde wat je denkt als je een SUV ziet die tot boven het dak is volgepropt met klaarblijkelijk onmisbare zaken. We-gaan-op-vakantie-en-willen-al-onze-zitzakken-meenemen. Maar nu zijn wij dus die sukkels.

Afgezien van dit puntje hebben we ons heel goed voorbereid. Voor overnachtingen in de kou raad ik Shackleton’s boek “South” aan. Shackleton wilde rond 1914 met een groep Engelsen en honden naar de Zuidpool. Maar faalde. En won zijn plaats in de historie door zijn ploeg te leiden bij onwaarschijnlijke omzwervingen en vrijwel iedereen levend Punta Arena in Chili bereikte. En daarna naar de Belgische slachtvelden van de 1ste Wereldoorlog trok.

Shackleton1

Shackleton (r) voor zijn tent

Shackleton toont aan:

  • vertrouw voor je bagagevervoer niet op honden. Altijd gedonder, sommige van Shackleton’s honden konden niet tegen de kou en anderen bleken niet genoeg te kunnen trekken. Puck draagt dus niets, zelfs haar brokjes worden door haar baasjes naar de volgende slaapplaats gebracht
  • eet zo vaak en veel als je kunt, je weet immers niet wanneer de volgende pinguïn of albatros langskomt. In Frankrijk stopten we bij elke bar en bakker. In Spanje proberen we dat ook nog vol te houden maar we dreigen onder de extra load te bezwijken
  • laat zo veel als mogelijk achter, zelfs overtollig eten, met minder kilo’s kan je meer kilometers maken. De Franse post heeft aan onze pakketjes met overbodige zaken een vermogen verdient
  • slaap zo dicht op elkaar in één tent, hoe meer mensen in een tent, hoe warmer het blijft. Ons record van twee volwassenen met hond in een Lowland Trailrunner tent moet nog gebroken worden

Voor de overnachtingen op de warme Meseta, de hoogvlakte in Spanje waar het ’s winters vriest en ’s zomers bakt, lieten we ons inspireren door Humboldt die rond 1800 een fenomenale ontdekkingstocht uitvoerde door het Amazone gebied van Columbia en Ecuador en daarbij talloze nieuwe planten en dieren ontdekte en allerlei nieuwe inzichten in de geologie formuleerde. Een uomo universalis, op zijn minst van hetzelfde niveau als Darwin maar buiten de Germaanse grenzen nauwelijks gekend en erkend. Het comfort van de overnachtingen van Humboldt vertoonde een Dirac-functie. Òfwel hij was te gast in een ambassade of het paleis van een Spaanse gouverneur (Z-Amerika was nog grotendeels Spaans grondgebied) en werd een 7-gangen diner met bijpassende wijnen geserveerd òf hij sliep met zijn assistent Bonpland in een tent, omgeven door mosquitos, spinnen, slangen en al het andere duivelse gebroed. De tocht duurde ongeveer drie jaar, denk je eens in wat voor een doorzettingsvermogen dat vereiste.

Het verslag hebben van zijn Zuid-Amerikaanse reis hebben we voor een deel gelezen. En we wisten: DAT NOOIT! Dus vertrokken we in Februari vanuit Nederland. Op kou kan je je kleden, tegen hitte helpt alleen stilzitten in de schaduw. Maar dan kom je niet in Santiago…

Lees ook:

Ernest Shackleton, South, veel uitgaven

Alexander von Humboldt, Ansichten der Kordilleren und Monumente der eingeborenen Völker Amerikas. Die andere Bibliothek, 2004

The Eagle has landed

Puck in de tent aan ons voeteneind. Draai de foto 90 graden, de zwaartekracht werkt hier anders

Naar Roncesvalles, 25 april, 25 km, Totaal: moeten we uitzoeken

De blogberichten hebben we tot nu toe op de Mac geschreven, op het bed of aan een tafel. Maar we zijn nu in Spanje, met een hond, en dan wordt alles anders. Het Groninger expeditieteam bivakkeert nu in een klein 2 persoonstentje voor een enorme pelgrimsherberg. En een teamlid tikt als een idioot op een iPhone.

De herberg, Drie verdiepingen, meer dan 150 plaatsen, gekoppeld aan kerk, klooster en luxe hotels. Maar tsja, Puck… We mogen met hond eigenlijk niet baar binnen. De Nederlandse gastheren (het complex wordt door de Nederlandse Jakobsvereiniging gerund) zijn echter vertederd door Puck. Dus we hebben overal illegaal gezeten en een hospitalero waakte met veel botjes over Puck zodat wij konden eten (want in de eetzaal mag ze evenmin komen).

En dus zitten we nu samengepakt in ons tentje, zonder snurkende mede-pelgrims, zonder mensen die om 6 uur ’s ochtends al hun tas knisperend pakken maar we voelen ons als in de Apollo 13. Geland voor het Roncesvalles klooster.

Tims Molsvacht

Een aantal dagen geleden schreef ik een bericht over de ideeën die je krijgt als je de Camino loopt. We stoppen elk uur en dan graai ik mijn Moleskine boekje uit de rugzak om snel te noteren wat ik niet mag vergeten, daarna kan ik weer onbezorgd verder stappen om het verhaal of de analyse te vervolgen. Onder die notities staan ook zaken die louter en alleen mijn mening weerspiegelen, Monique en Puck kunnen die onderschrijven, of juist niet, maar de onderwerpen raken mij, ik wil de Camino lopen om ook deze thema’s te overdenken. Die notities zal ik bundelen in de sectie Tim’s Molsvacht, gescheiden van de normale Camino verhalen. Ik heb geen flauw idee hoeveel stukjes zullen verrschijnen, misschien wordt dit wel de enige.

Tim et son maître

Maître: Bonjour Tim, Ça va?

Tim: Bonjour maitre, ça va très bon. Nous sommes arrivés dans St Jean Pied de Port et avons terminé la voie de Vézelay.
Ik ben gekomen omdat je morgen Frankrijk verlaat en ik je graag nog wilde zien.
Meester, ik ben blij en vereerd, wat een geluk, ik hoopte u ook nog te spreken voordat ik naar Spanje vertrek
Hoe heb je het bij ons gehad, is Frankrijk je bevallen?
Meester, dat is een pijnlijke vraag die ik toch eerlijk zal beantwoorden. U weet hoeveel achting ik heb voor het werk van u en uw vrienden dat zoveel heeft betekent voor het ontstaan van onze huidige Westerse samenleving.
Genoeg Tim, ik ben niet gekomen om complimenten in ontvangst te nemen, vertel mij de waarheid.
Meester, ik heb uw land nauwelijks herkend. Het gaat slecht in de landelijke gebieden, veel mensen vertrekken naar de grote steden, we zijn door verlaten dorpen gelopen, de meeste winkels zijn failliet gegaan, er is geen openbaar vervoer meer, ouderen blijven achter en achtergelaten panden worden opgekocht door Nederlanders, Engelsen en andere buitenlanders
Het is een schande, het platteland was de kracht van mijn Frankrijk. Weliswaar was dat land in mijn tijd eigendom van de kerk en de adel maar die zorgden tenminste dat de oogsten goed waren anders konden ze niet meer hun feesten betalen. Maar vertel meer over mijn citoyens, hebben ze nog vertrouwen in de toekomst?
Meester, ze zijn bezorgd. Natuurlijk vragen ze zich af wanneer het weer beter zal gaan. Uw land is ernstig getroffen door een economische crisis en de citoyens zien dat buurlanden zoals Nederland en Duitsland er weer boven op krabbelen, dat alleen dat Frankrijk blijft hangen in de ellende.
Beste Tim, als ik je bij je voornaam mag noemen, Hollande die nu aan de macht is, is een lichtgewicht, een veertje, een man zonder visie en durf. Maar presidenten worden gekozen op beloftes en optredens, niet op hun daden. Burgers moeten kritischer zijn en niet hun stem zomaar geven aan degene die naar hun mond praat. Tim, ik zeg niet dat het vroeger beter was, ook de Atheners klaagden hierover.
Denis, laten we elkaar tutoyeren, het is een enorme eer voor mij. Maar ik ga verder, ik zie jouw bezorgde blik, de mensen zijn ook bezorgd over het terrorisme, het terrorisme in Frankrijk, over de chaos rondom Europa en over de vluchtelingencrisis.
Ik ben van een oudere generatie. Ik begreep dat er in mijn land gruweldaden zijn verricht die uit de inquisitie lijken te komen met als doel om het kritische, seculiere denken te ondermijnen dat we tijdens de Verlichting probeerden te realiseren.
De terreur in landen zoals Syrië, Irak of Libië is inderdaad gruwelijk en de daders lijken islam geïnspireerde sadisten te zijn. Dat schorem wil ook ons, Europeanen, terroriseren en intimideren.
Maar Tim, zeg mij dat Europa zich hiertegen verenigd en weert. Zeg mij dat onze leiders de belangen van hun volk en de vrijheid tot het uiterste verdedigen en dat mijn geliefde mede-burgers, mijn kritische citoyens!, voor hun principes staan, dat men over niets anders discussieert, dat een aanval van een islam-fanaat juist tot een sterkere en hechtere democratie leidt.
Beste Denis, je reageert zo fel en geschrokken omdat je mijn antwoord vreest. Europa is hopeloos verdeeld en laat zich nu zelfs door een Turkse despoot koeioneren. In onze tijd hebben we geen filosofen meer zoals jij, een Diderot, die luid en duidelijk tot de bevolking spreekt en richting geeft in ons denken. In plaats daarvan blijkt een deel van onze politici te bestaan uit middelmatige heertjes die geen passend antwoord hebben op de gevaren terwijl een ander deel slechts scheldt en onzin uitkraamt alsof ze vis op de markt verkopen.
Hoe is het mogelijk, wat is er gebeurd in mijn Europa. Wat zeggen de burgers?
Vrijwel iedereen is bezorgd maar slechts weinigen uiten zich. Ook lijken velen het nog niet te beseffen dat Europa steeds meer omgeven wordt door landen die op allerlei manieren onze beschaving trachten te ondermijnen. De waarden die jij, Denis, samen met de andere philosophes hebt ontwikkeld liggen serieus onder vuur. Òf door een dictator in Rusland waarvan zoveel goedgelovige burgers hadden gehoopt dat ze daarmee redelijk kon praten…
Maar Tim, Russen kan je niet vertrouwen, ik ben bij Catharina de Grote geweest, ik heb uren, dagen, weken gesproken over ons streven van Liberté, Egalité en Fraternité, ik dacht dat ze haar land zou liberaliseren maar wat een naieveling was ik. In Rusland heersen slechts de ergste idioten en machtswellustelingen.
òf door ayatollahs en andere islamitische extremisten. Mede door naïeve, domme of criminele Westerse staatslieden is een chaos ontstaan in de islam wereld waarbij de heersende dictators werden afgezet na invasies en binnenlandse revoluties
Pas op met revoluties! Wat start als een nobele daad eindigt met een woud van guillotines, denk aan Robespierre!
En de historie heeft zich herhaald Denis. Nadat de dictators waren gevallen braken burgeroorlogen uit, het canaille stond op en jaagde een kogel door het hoofd van hun buurman om zijn geld en vrouw te grijpen en religieuze bendes startten een terreur waarbij de Inquisitie verbleekt. Je moet daar geen christen, jood, agnost, atheïst of homo zijn want dan bungel je snel aan een touw in de wind.
En de democratie, waarom heeft dat niet gewonnen? Waarom hebben ze niet dat lichtende systeem ingevoerd nadat ze zich van de dictatuur hadden bevrijd?
Dat had ook de Amerikaanse president gehoopt nadat hij een Arabisch dictator had afgezet maar dat is jammerlijk gefaald. Ze wilden elkaars keel afsnijden in plaats van een hokje aan te strepen.
Ik had het Franklin beter moeten uitleggen in 1760!
Het is niet jouw schuld Denis, ze lezen niet meer jouw werken. We weten steeds minder over steeds meer onderwerpen en reduceren meningen het liefst tot teksten van minder dan 140 tekens.
Pauvre Europe. Jullie lijken wel kinderen. Maar mijn continent is in gevaar, let op die idioten en mobiliseer de bevolking.
Maar de bevolking bestaat niet uit staatslieden en wordt steeds meer beïnvloed door berichten die gevaren en dilemma’s versimpelen of negeren. Moet je vluchtelingen uit een een door de oorlog geteisterd land zoals Syrië, opvangen, ook als je niet goed weet wie je dan binnenkrijgt, ook als die mensen uit een volledig andere cultuur komen, met een andere religie en waardensysteem, nog nooit in een democratie hebben geleefd en het hoogstwaarschijnlijk de mensen zijn die het land het meest nodig heeft om zich later weer op te richten?
Maar waarom nodigen jullie die mensen dan uit om naar Europa te komen, waarom blijven ze niet dicht bij hun land zodat ze kunnen terugkeren wanneer het beter gaat? In mijn tijd was de sultan een redelijk man en een wijs leider, kan die niet helpen?
Helaas, Denis, ook Turkije is veranderd maar dat is een ander verhaal. En nee, we nodige geen Syriërs en Irakezen uit…
Ik heb nog nooit van Irak gehoord, waar ligt dat?, maar ga verder
…maar ze stromen over onze grenzen ons continent binnen
Tim, dit is te veel voor een oude man en ik weet te weinig van jouw tijd maar ik ben bezorgd, hoe goed zijn jullie scholen, hoe aandachtig luisteren jullie naar elkaar, hoe open staan jullie voor nieuwe ideeën en andere meningen, kortom hoe levendig is onze cultuur, is mijn cultuur, nog. Maar zoals altijd zal ook de beste oplossing pijnlijk zijn en is het cruciaal om een juiste afweging te maken tussen het individuele- en het staatsbelang
Inderdaad, maar in onze tijd is men, door indringende reportages, geneigd om te sterk naar het individuele belang te kijken en daarmee stinkende wonden te maken. We willen allemaal onze handen in onschuld wassen en een goede daad verrichten. De Dalai Lama is hiervoor het beste voorbeeld, is er een vreedzamer persoon op aarde?, maar inmiddels is hij en een miljoen andere Tibetanen uit zijn vaderland verjaagd en zit hij al meer dan 50 jaar in Indiase vluchtelingenkampen.
Genoeg, genoeg, genoeg! Ik wilde je spreken om je raad te geven.
Ik luister!
Pas op voor de Spanjaarden…
Pardon? Waarom?
…ze hebben mij en mijn vrienden bijna te pakken gehad. Ik weet dat in Versailles een aanhoudingsbevel ondertekend klaar lag en dat de kardinaal, een Spanjaard, probeerde om ons op de brandstapel te laten eindigen. De tijden zullen wel zijn veranderd maar ik vertrouw ze nog altijd niet, de kerk is nog machtig aan de andere kant van de bergen.
Ik luister naar je raad al denk ik dat de tijden meer veranderd zijn dan dat jij denkt. Maar ik zal een boek met jouw denkbeelden in Frankrijk laten, zodat Spaanse monniken geen foute lectuur in mijn bagage kunnen vinden.
Dat stelt mij gerust, en neem evenmin iets mee van die man uit Genève.
Voltaire?
Nee, die kon je niet vertrouwen maar stond wel aan de goede kant. ik bedoel Rousseau, de rat, als er een hiernamaals is, je kent mijn mening, dan zal zijn lichaam tot het einde der tijden branden. De Spanjaarden zullen niet bang voor hem zijn maar ik wil niet dat jij je tijd verspilt aan zijn schriftjes.
Je ziet er moe uit, kom laten we een glas wijn nemen.
Nee Tim, ik verdwijn. En bedenk, zeg niet dat je mijn geest hebt gezien, of een openbaring hebt gehad want dan zal men zeggen dat ik mijn eigen humanistische denkbeelden alsnog onderuit heb gehaald, 232 jaar na mijn dood. Zeg dat je een imaginaire ontmoeting met mij had, alsof je met ons discussieerde in Holbach’s salon aan de Rue Royale.
Zo zal ik het vertellen, en ook dat het mij opluchtte!
Het is tijd om afscheid te nemen. Un bon route, pas op jezelf, en op Monique en Puck.
Merci Denis, hopelijk tot een volgende keer, wie weet…
 .
Lees ook (al vaak genoemd…): Philipp Blom, Böse Philosophen: Ein Salon in Paris und das vergessene Erbe der Aufklärung, Carl Hanser Verlag, München

Woef!

van de straat eten is het lekkerste!

En wat vind ik hier nu allemaal van? Mij wordt niets gevraagd. Het begon allemaal bij de bisschop van Groningen, dat was een normale stadswandeling en bij de bisschop kreeg ik een koekje van de secretaresse . Best goed, zo mag de hele reis wel gaan en dan de trein naar Eijsden. Een goede vriendin van mij en mijn vrouwtje (Nicole) stapte nog even in de trein en reisde tot Zwolle met ons mee. Gezellig!

En toen kwam de eerste wandeldag. Nu houd ik erg erg van wandelen, vooral als ik ook de ruimte krijg om op wat konijntjes te jagen. Vangen doe ik niet, maar ze flink laten schrikken en dat ze hard voor mij wegrennen, dat vind ik pas echt leuk. Dus ik ren enthousiast de eerste uren er flink op los, ook een beetje aan mijn conditie werken, anders blijf ik nergens bij die konijntjes. Maar ik wist niet dat ik juist een beetje zuinig met mijn energie moest omgaan, want in Frankrijk zijn er ook veel van die huppelende beestjes. Aan het einde van de eerste dag kon ik nog net wel brokjes eten, maar daarna…… verhip waar is mijn mandje? Een dekentje, is dat waar ik op moet slapen? Ik kijk teleurgesteld naar mijn vrouwtje en gelukkig vindt ze toch nog iets zachts waar ik op mag liggen.

Puck101

ik en mijn baasje in Saint Jean Pied de Port. De stoepjes ruiken hier lekker!

Zo gaat dat nu al maanden. De vrije natuur, dat is waar ik van droom wanneer ik in de kapsalon in de etalage lig.

Nu ben ik een keer, echt maar één keer, erg ondeugend geweest. Ik zag heel ver in verte een konijntje en ik had geen lijntje om. genietend van alle vrijheid , dacht ik , ik ga even jagen (zo heeft Job het mij geleerd) en hup daar ging ik. Als ik had geweten dat mijn baasjes zo in paniek zouden raken, had ik het natuurlijk nooit gedaan, maar toch, het was een mooi avontuur. Een half uurtje duurde het maar en mijn baasjes riepen mij voortdurend, dus ik wist precies waar zij waren. Maar bij terugkomst waren ze heel erg boos. Daar snap ik niks van, doe ik eens een keer iets avontuurlijks, toon wat eigen initiatief, is het ook weer niet goed. Nu heb ik de rest van de reis straf, ik moet een lijntje om. Mijn vrouwtje kan ik nog wel paaien om het lijntje af te doen, maar mijn baasje is er ook altijd bij en die zegt pertinent nee tegen vrij lopen.

De routes langs de weg vind ik echt niet leuk, mijn baasjes ook niet hoor! Maar mijn vrouwtje wordt dan wel heel erg kortaf. Ik moet links van haar lopen, ook als het rechts van haar veel lekkerder ruikt, ik heb dan een heel kort lijntje, gelukkig komt daarna altijd weer een etappe over zandpaadjes in de bossen of de heuvels.

Mijn conditie is top! Als ik langs al die grote honden achter de hekken loop weet ik zeker, ik ben dan wel veel kleiner, zij kunnen heel erg angstaanjagend blaffen, maar ik kan veel harder rennen en houd het ook veel langer vol. Grote herders, mastino’s, pitbulls, ik loop er zeer relaxed langsheen. Soms ontsnapt er eentje en dan treedt mijn baasje stevig op en als het niet lukt zet ik het op het rennen, echt ze blijven nergens.

Puck100

elk dag kijkt mijn baasje naar mijn schoongelikte pootjes, is ze jaloers?

Ik heb ook al een paar echte vrienden gemaakt, Felix, een mooie bordercollie en een klein poedeltje, ik ben haar naam kwijt, maar ze was echt heel lief en natuurlijk die andere pelgrim (Paul) die een tijd met ons opliep. Van hem kreeg ik lekkere kauwstaafjes, speciaal voor mij gekocht.

Best tof hoor zo’n reis, ik word zo nu en dan behoorlijk verwend, ik kom zelfs een beetje aan van al dat lekkers. Vandaag heb ik een rustdag en mijn baasjes ook. heerlijk een beetje dutten, wat eten en dromen van al deze avonturen.

Bij Atlas aan tafel

Atlas te Ostabat

(Osserain -) Ostabat, 22 april, 25 km, Totaal: 1578 km

(Ostabat-) Saint Jean Pied de Port, 23 april, 22 hr, 12 ºC, 23 km, Totaal: 1601 km

We zitten in Ostabat en hebben vandaag één van de vele historische plaatsen van de Camino gepasseerd. In Xibraltar (spreek de X uit als tsj), op 31 km voor Saint Jean Pied de Port, komen de pelgrimspaden uit Tours, Le Puy en Vézelay (ons pad) tezamen.

In al die vorige eeuwen startten in Tours de Ieren, Britten, Hollanders, Zeeuwen en Vlamingen, naar Vézelay liepen Friesen, Groningers, Brabanders, Limburgers, Walen, Pruisen, Westfalen, Denen en Polen om naar Santiago te gaan terwijl in Le Puy de Zwitsers, Oostenrijkers, Schwaben, Bayern, Bohemen, Tsjechen en Slowaken zich verzamelden. In Xibraltar zagen ze elkaar voor het eerst, hier luisterden ze verbaasd naar al die vreemde talen die ze plotseling in de taveernes en rifugi hoorden. Wat is dat voor volk? Wat doen die hier? Allemaal moe, allemaal stinkend maar allemaal met hetzelfde doel: naar Santiago! En elke pelgrim had een ander verhaal, beroofd, uitgeput, uitgelachen, bespuwd of juist in elke stad door een prachtvrouw verwelkomt (als je hun gepoch mocht geloven)  Dus, waard, kom op met het bier, of moet ik eerst betalen voordat je het brengt? Vertrouw je mij me niet? En waar zijn de glazen?, we willen de kou vergeten en het nieuws van de anderen horen!
LOEDER!, je zat aan mijn plunjebaal, nog een keer en ik pak mijn mes, Nee ga weg!, anders wordt dit jouw laatste gelag!
Zoiets zag ik voor mij toen we richting Ostabat liepen, de eerste overnachting na Xibraltar. Xibraltar ligt 1550 kilometer, of 67 dagen lopen, van Eijsden in Limburg, het dorp waar wij onze Camino begonnen. Je denkt dat de samenvloeiing van de drie grote pelgrimspaden groots is aangegeven maar ik zie een grote, zwarte sculptuur van drie abstracte wandelaars zonder tekst of kaart. Het zal wel door de EU zijn gefinancierd en ik zal de ware kunst wel niet herkennen. En misschien maak ik de Camino groter dan wat ze is, maar ik had meer verwacht op dit kruispunt van wegen waarover elk jaar meer dan 50.000 mensen naar Santiago gaan.
Ostabat3
drie paden die elkaar vinden in Xibraltar
Waar zijn al die hordes pelgrims? Waar zijn de gespierde Bayern met Weisswürste bungelend aan hun rugzak, of de Ieren waarbij de Guinness uit de bagage drupt of de Zwitsers die onder hun Gruyère kazen bezwijken?
Rond 19 uur lopen we naar het enige restaurant van Ostabat. De straat is leeg maar de lucht is vol van koeiengeloei. Dertien pelgrims zitten aan de tables d’hotes. Allen Fransen maar onze buren spreken Engels; drie generaties van een Bretonse familie die, zoals we later zullen ontdekken, ons op de route vlotjes voorbijlopen.

Ostabat4

de table d’hôtes te Ostabat
De hoofdmaaltijd is voorbij, we zijn in afwachting van de kaas. En dan komt de kok, de ober, de redenaar, het hoofd van het dorp, de man die alles in zich verenigt. En hij begint te praten. Of beter: hij begint zijn betoog, over Ostabat, het Baskische volk, de strijd, de cultuur en het eten dat wordt gemaakt met al het goede wat de Baskische grond voortbrengt, over een bijzondere vogelsoort waarvoor Basken in de bomen klimmen om ze te vangen. Maar die geen van allen aan tafel kent, laat staan heeft gegeten. De Baskische kosmologie is nu aan de orde, of de grammatica van een bijzonder dialect dat alleen in het Ostabat-dal wordt gesproken. Zijn ogen gloeien en de armen maken grootse gebaren, GROOTSE gebaren. De wereld is overzichtelijk en het centrum daarvan bevindt zich bij ons, staat naast ons aan tafel.
Nog maar een dag en dan bereiken we de eindhalte van de Via Lemovicensis, Saint Jean Pied de Port. Dat is de stad waar de meesten aan hun Camino beginnen, wij hebben ons slechts bezig gehouden met een voorafje voor fijnproevers. Dat we nooit hadden willen missen. De pelgrimsaantallen zwellen aan, de gîtes in Ostabat zijn al twee keer zo groot dan alle eerdere hutten op de via Lemovicensis en in Saint Jean Pied de Port zijn ze opnieuw gegroeid.
De eindfase van onze Camino begint over een paar dagen. In Spanje. Het land van ons hart. Recht door zee, prachtige natuur, dorpjes waar het goed toeven is en waar we een paar goede vrienden hebben gevonden.
De trein is in aantocht en wij naderen het perron, de bergen van de Pyreneeën. Wij willen over de pas, naar Roncesvalles en daarna Spanje binnenstormen. De stoomlocomotief warmt zich op, het geluid van al die voeten over de bergpaden, het gezweet en gehijg van al degenen die op stap zijn, jaar na jaar en die de Camino tot een Europees cultuurmonument maken. Het geluid is zacht maar voor ons, de pelgrims die één nacht in een herberg van Ostabat slapen, is zijn fluit al duidelijk hoorbaar….CAMINO FRRRRANCÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉS…..!