(Puenta de la Reina -) Lorca, 29 april, 15 ºC, 17 hr, 14 km, Totaal: 1711 km
Maand: april 2016
De Iconen
de pelgrims op de Puerto del Perdón
(Pamplona -) Puenta la Reina, 28 april, 21 hr, 9 ºC, 26 km, Totaal: 1697 km
Het hotel was comfortabel, met moeite kwamen we ons bed uit en stapten pas om 9 uur de straat op. Dat is veel later dan de mensen die in rifugi overnachten, die vertrekken voor 8 uur en daardoor hebben we vandaag maar weinig andere pelgrims gezien. Nou ja, een stuk of 30 maar daar kijken we niet meer van op.
We verlieten Pamplona, de werkende bevolking nam onze plaats in. Hier heersen nog beschaafde werktijden en belasten ze voor 9 uur hun hersenen niet met zakelijke onderwerpen. Dat gebeurd pas na een gemeenschappelijke espresso in de bar tegenover het kantoor.
tussen de bar en het kantoor, we zijn in Spanje
Door golvende gele koolzaadvelden liepen we naar de Puerto del Perdón, het hoogste punt van de dag. Ik had nog nooit van die heuvel gehoord en had verwacht snel verder te lopen nadat we vluchtig het panorama hadden bekeken. Maar we komen aan en ik zie plots een van de iconen van de Camino. Blader door een boek over de Camino en je zult het kunstwerk van de trekkende pelgrims tegenkomen. De pelgrims lopen voorovergebogen, op deze pas weerstaan ze al jarenlang de wind, de windmolens zijn niet voor niets vlak naast dit kunstwerk opgesteld.
Het kunstwerk is zo bekend dat touringcars hierheen rijden. Stel je voor, je komt als pelgrim na een een redelijk lange klim op de pas en kijkt verrast naar het kunstwerk & naar een autobus met 30 toeristen die jou weer aanstaren en fotograferen. Wie is/zijn de aapjes? Klaarblijkelijk waait het te hard of is het te koud buiten of zie ik er te vervaarlijk uit. In ieder geval blijven alle toeristen in hun bus zitten, zelfs een tentje met blikjes bier en frisdrank kan ze niet naar buiten lokken. De chauffeur zucht en wordt moedeloos, de fooien zullen straks wel tegenvallen. De deuren sluiten zich en de bus rijdt langzaam weg.
Inmiddels zitten we in de kantine van een camping bij Puente La Reina. De brug, La Puente, is een tweede icoon. Hier mondt het laatste grote pelgrimspad uit Frankrijk, degene die in Arles begint, uit op de Camino Frances. We zijn nu op volle sterkte, Puck met 199 pelgrims, en kunnen naar Santiago doorstoten.
de Puenta la Reina
Enrique
Enrique is 71 jaar geworden. Sinds zijn pensioen gaan de jaren soberder voorbij maar net als op andere dagen ontmoet hij zijn vriend Michael op “hun” bank aan de Plaza de Castillo.
Ze zijn allebei in Pamplona geboren en hebben hun stad nooit verlaten. Pamplona is van hun. Elk huis aan het plein is beladen met herinneringen. De platanen waaronder ze met hun eerste meisjes afspraken, de muziekkapel waar hij zijn zijn vrouw ontmoette of het hotel in de hoek waar hij 20 jaar heeft gewerkt. Totdat het moest inkrimpen.
Michael had meer geluk, hij ging na school bij de post werken en bleef daar tot het laatst aan zijn loket gekluisterd.
En nu bespreken ze het laatste nieuws, waar je de beste pinchos eet en becommentariëren de pelgrims die, de één nog idioter dan de ander, door de stad en over het plein lopen.
Het Zuiden – Finalmente!
de toekomst van Osasuna op Plaza de Castillo
(Zubiri -) Pamplona, 27 april, 20 hr, 10 ºC, 21 km, Totaal: 1671 km
Twee dagen geleden slipten we over de Franse grens met Navarra en kwamen we aan bij een groot, streng klooster waar het licht om 22 uur uitgaat en de pelgrims om 6 uur weer wakker gezongen worden. Gisteren arriveerden we in een klein Baskisch dorp (Spanje bestaat hier nog niet) Zubiri waar we reeds voorpret hadden en met een goed glas Navarra wijn op een terras in de zon zaten. En dan vandaag de binnenkomst in Pamplona. Een stad dat we op al onze reizen in Spanje nog nooit hadden bezocht. Wat een sufferds waren we want dit is een parel in het voorland van de Pyreneeën. Eens per jaar rennen ze voor hun leven & voor de stieren door de straten van hun stad en daarover schreef een Amerikaan een boek [1] and the rest is history…
mannen bespreken de toestand van de wereld, Pamplona
We hebben een hotel gekozen dat honden accepteert, midden in het centrum van de stad. Tijdens de siësta zijn we de stad ingeglipt maar om 5 uur maken wij onze officiële entree en lopen naar het grote plein, de Plaza del Castillo. Met een grijns gaan we door de straten. De taveernes uit Frankrijk hebben hier asiel gekregen en combineren hun leven met allerlei specialiteitenzaken waar je Het Goede uit Navarra kunt kopen. De pantoffelparade komt op gang waarbij men het belangrijke nieuws van vandaag uitwisselt, en dat is ernstig als ik de gezichten zie waarmee men op straat elkaar toehoort. Op de Plaza del Castillo is dat nieuws klaarblijkelijk nog niet doorgedrongen want vrienden van weleer zitten naast elkaar op hun bank op de Plaza en vinden het leven te kort om daar al te zwaarwichtig over te doen. Voor een eerbiedwaardige hotel op een hoek van de Plaza is een enorm terras uitgezet en zien we toeristen zitten, voor hen zijn de berichten uit de stad sowieso geheim, zij horen slechts wat 1000 kilometer verderop gebeurd.
We zijn er! Heel Frankrijk hebben hiernaar gezocht maar hier hebben we het gevonden, het Mediterrane gevoel.
we zijn niet in Spanje maar in Euskadi! (Baskenland!)
lees:
[1] Hemingway, The Sun also Rises, meerdere uitgaven
De andere Camino
(Roncesvalles -) Zubiri. 26 april, 22 hr, 9 C, 23 km, Totaal: 1650 km
Survival
Tsja, daar lagen we voor de pelgrimsherberg van Roncesvalles in onze lichtgewicht tent (2 kg) met lichtgewicht slaapzakken. Spullen met een laag gewicht zijn altijd gewild onder de wandelaars, vaak heeft de gewichtsreductie een te verwaarlozen effect op de prestaties (vergelijk de huidige bergschoenen of fleecejacks maar met die van twintig jaar geleden) maar er is één categorie waarbij het gewicht niet zomaar verlaagd kan worden: de slaapzak. Minder gewicht = minder dons = een probleem. Monique en Tim lagen dus met onderkleding, fleece-shirt, muts en sokken in de slaapzak terwijl Puck met haar wintermanteltje in een fleece-jas was gewikkeld en aan het voeteinde lag.
We werden om 7 uur wakker door pelgrims die al zo vroeg met hun tocht begonnen. We hoorden later dat iedereen in de slaapzalen om 6 uur was gewekt met stichtelijke muziek en een gong. Dan ren je inderdaad gelijk naar buiten. Van de nacht konden we ons niets herinneren. Puck ook niet, die had zich geen centimeter bewogen en snurkte zachtjes.
We hebben het dus overleefd, voor wie bezorgd zou zijn geweest. Maar het Groninger team had zich natuurlijk goed voorbereid en was in de relevante literatuur van voorgaande expedities gedoken. Kies altijd grote voorbeelden en laat je door hen inspireren.
Voor het Belgische en Franse deel werden we zeer geïnspireerd door de Michelin gids. Hiermee kan je de grootste gewichtsreductie bereiken, laat alles gewoon thuis. We hebben echter met de tent, slaapzak, kookpannen en brandertje in onze rugzakken gelopen omdat we het zo lekker vinden. En je kunt ook nonchalant naast een andere pelgrim leunen om daarna in zijn oor kunt fluisteren “mijn rugzak is groter”, en als dat niet helpt, hij is koppig en wil zijn verlies nog niet toegeven, ga je tot onder de gordel en fluistert opnieuw “en is zwaarder dan die van jou”.
Op de Camino werkt dat. Het appelleert aan het normale leven waarin mannen iets soortgelijks doen met auto’s. Mensen tillen je rugzak op en zeggen “Waauw”. Ik zou eerder denken “sukkel, je hebt veel te veel meegenomen”, hetzelfde wat je denkt als je een SUV ziet die tot boven het dak is volgepropt met klaarblijkelijk onmisbare zaken. We-gaan-op-vakantie-en-willen-al-onze-zitzakken-meenemen. Maar nu zijn wij dus die sukkels.
Afgezien van dit puntje hebben we ons heel goed voorbereid. Voor overnachtingen in de kou raad ik Shackleton’s boek “South” aan. Shackleton wilde rond 1914 met een groep Engelsen en honden naar de Zuidpool. Maar faalde. En won zijn plaats in de historie door zijn ploeg te leiden bij onwaarschijnlijke omzwervingen en vrijwel iedereen levend Punta Arena in Chili bereikte. En daarna naar de Belgische slachtvelden van de 1ste Wereldoorlog trok.
Shackleton (r) voor zijn tent
Shackleton toont aan:
- vertrouw voor je bagagevervoer niet op honden. Altijd gedonder, sommige van Shackleton’s honden konden niet tegen de kou en anderen bleken niet genoeg te kunnen trekken. Puck draagt dus niets, zelfs haar brokjes worden door haar baasjes naar de volgende slaapplaats gebracht
- eet zo vaak en veel als je kunt, je weet immers niet wanneer de volgende pinguïn of albatros langskomt. In Frankrijk stopten we bij elke bar en bakker. In Spanje proberen we dat ook nog vol te houden maar we dreigen onder de extra load te bezwijken
- laat zo veel als mogelijk achter, zelfs overtollig eten, met minder kilo’s kan je meer kilometers maken. De Franse post heeft aan onze pakketjes met overbodige zaken een vermogen verdient
- slaap zo dicht op elkaar in één tent, hoe meer mensen in een tent, hoe warmer het blijft. Ons record van twee volwassenen met hond in een Lowland Trailrunner tent moet nog gebroken worden
Voor de overnachtingen op de warme Meseta, de hoogvlakte in Spanje waar het ’s winters vriest en ’s zomers bakt, lieten we ons inspireren door Humboldt die rond 1800 een fenomenale ontdekkingstocht uitvoerde door het Amazone gebied van Columbia en Ecuador en daarbij talloze nieuwe planten en dieren ontdekte en allerlei nieuwe inzichten in de geologie formuleerde. Een uomo universalis, op zijn minst van hetzelfde niveau als Darwin maar buiten de Germaanse grenzen nauwelijks gekend en erkend. Het comfort van de overnachtingen van Humboldt vertoonde een Dirac-functie. Òfwel hij was te gast in een ambassade of het paleis van een Spaanse gouverneur (Z-Amerika was nog grotendeels Spaans grondgebied) en werd een 7-gangen diner met bijpassende wijnen geserveerd òf hij sliep met zijn assistent Bonpland in een tent, omgeven door mosquitos, spinnen, slangen en al het andere duivelse gebroed. De tocht duurde ongeveer drie jaar, denk je eens in wat voor een doorzettingsvermogen dat vereiste.
Het verslag hebben van zijn Zuid-Amerikaanse reis hebben we voor een deel gelezen. En we wisten: DAT NOOIT! Dus vertrokken we in Februari vanuit Nederland. Op kou kan je je kleden, tegen hitte helpt alleen stilzitten in de schaduw. Maar dan kom je niet in Santiago…
Lees ook:
Ernest Shackleton, South, veel uitgaven
Alexander von Humboldt, Ansichten der Kordilleren und Monumente der eingeborenen Völker Amerikas. Die andere Bibliothek, 2004
The Eagle has landed
Puck in de tent aan ons voeteneind. Draai de foto 90 graden, de zwaartekracht werkt hier anders
Naar Roncesvalles, 25 april, 25 km, Totaal: moeten we uitzoeken
De blogberichten hebben we tot nu toe op de Mac geschreven, op het bed of aan een tafel. Maar we zijn nu in Spanje, met een hond, en dan wordt alles anders. Het Groninger expeditieteam bivakkeert nu in een klein 2 persoonstentje voor een enorme pelgrimsherberg. En een teamlid tikt als een idioot op een iPhone.
De herberg, Drie verdiepingen, meer dan 150 plaatsen, gekoppeld aan kerk, klooster en luxe hotels. Maar tsja, Puck… We mogen met hond eigenlijk niet baar binnen. De Nederlandse gastheren (het complex wordt door de Nederlandse Jakobsvereiniging gerund) zijn echter vertederd door Puck. Dus we hebben overal illegaal gezeten en een hospitalero waakte met veel botjes over Puck zodat wij konden eten (want in de eetzaal mag ze evenmin komen).
En dus zitten we nu samengepakt in ons tentje, zonder snurkende mede-pelgrims, zonder mensen die om 6 uur ’s ochtends al hun tas knisperend pakken maar we voelen ons als in de Apollo 13. Geland voor het Roncesvalles klooster.
Tims Molsvacht
Een aantal dagen geleden schreef ik een bericht over de ideeën die je krijgt als je de Camino loopt. We stoppen elk uur en dan graai ik mijn Moleskine boekje uit de rugzak om snel te noteren wat ik niet mag vergeten, daarna kan ik weer onbezorgd verder stappen om het verhaal of de analyse te vervolgen. Onder die notities staan ook zaken die louter en alleen mijn mening weerspiegelen, Monique en Puck kunnen die onderschrijven, of juist niet, maar de onderwerpen raken mij, ik wil de Camino lopen om ook deze thema’s te overdenken. Die notities zal ik bundelen in de sectie Tim’s Molsvacht, gescheiden van de normale Camino verhalen. Ik heb geen flauw idee hoeveel stukjes zullen verrschijnen, misschien wordt dit wel de enige.
Tim et son maître
Maître: Bonjour Tim, Ça va?
Woef!
van de straat eten is het lekkerste!
En wat vind ik hier nu allemaal van? Mij wordt niets gevraagd. Het begon allemaal bij de bisschop van Groningen, dat was een normale stadswandeling en bij de bisschop kreeg ik een koekje van de secretaresse . Best goed, zo mag de hele reis wel gaan en dan de trein naar Eijsden. Een goede vriendin van mij en mijn vrouwtje (Nicole) stapte nog even in de trein en reisde tot Zwolle met ons mee. Gezellig!
En toen kwam de eerste wandeldag. Nu houd ik erg erg van wandelen, vooral als ik ook de ruimte krijg om op wat konijntjes te jagen. Vangen doe ik niet, maar ze flink laten schrikken en dat ze hard voor mij wegrennen, dat vind ik pas echt leuk. Dus ik ren enthousiast de eerste uren er flink op los, ook een beetje aan mijn conditie werken, anders blijf ik nergens bij die konijntjes. Maar ik wist niet dat ik juist een beetje zuinig met mijn energie moest omgaan, want in Frankrijk zijn er ook veel van die huppelende beestjes. Aan het einde van de eerste dag kon ik nog net wel brokjes eten, maar daarna…… verhip waar is mijn mandje? Een dekentje, is dat waar ik op moet slapen? Ik kijk teleurgesteld naar mijn vrouwtje en gelukkig vindt ze toch nog iets zachts waar ik op mag liggen.
ik en mijn baasje in Saint Jean Pied de Port. De stoepjes ruiken hier lekker!
Zo gaat dat nu al maanden. De vrije natuur, dat is waar ik van droom wanneer ik in de kapsalon in de etalage lig.
Nu ben ik een keer, echt maar één keer, erg ondeugend geweest. Ik zag heel ver in verte een konijntje en ik had geen lijntje om. genietend van alle vrijheid , dacht ik , ik ga even jagen (zo heeft Job het mij geleerd) en hup daar ging ik. Als ik had geweten dat mijn baasjes zo in paniek zouden raken, had ik het natuurlijk nooit gedaan, maar toch, het was een mooi avontuur. Een half uurtje duurde het maar en mijn baasjes riepen mij voortdurend, dus ik wist precies waar zij waren. Maar bij terugkomst waren ze heel erg boos. Daar snap ik niks van, doe ik eens een keer iets avontuurlijks, toon wat eigen initiatief, is het ook weer niet goed. Nu heb ik de rest van de reis straf, ik moet een lijntje om. Mijn vrouwtje kan ik nog wel paaien om het lijntje af te doen, maar mijn baasje is er ook altijd bij en die zegt pertinent nee tegen vrij lopen.
De routes langs de weg vind ik echt niet leuk, mijn baasjes ook niet hoor! Maar mijn vrouwtje wordt dan wel heel erg kortaf. Ik moet links van haar lopen, ook als het rechts van haar veel lekkerder ruikt, ik heb dan een heel kort lijntje, gelukkig komt daarna altijd weer een etappe over zandpaadjes in de bossen of de heuvels.
Mijn conditie is top! Als ik langs al die grote honden achter de hekken loop weet ik zeker, ik ben dan wel veel kleiner, zij kunnen heel erg angstaanjagend blaffen, maar ik kan veel harder rennen en houd het ook veel langer vol. Grote herders, mastino’s, pitbulls, ik loop er zeer relaxed langsheen. Soms ontsnapt er eentje en dan treedt mijn baasje stevig op en als het niet lukt zet ik het op het rennen, echt ze blijven nergens.
elk dag kijkt mijn baasje naar mijn schoongelikte pootjes, is ze jaloers?
Ik heb ook al een paar echte vrienden gemaakt, Felix, een mooie bordercollie en een klein poedeltje, ik ben haar naam kwijt, maar ze was echt heel lief en natuurlijk die andere pelgrim (Paul) die een tijd met ons opliep. Van hem kreeg ik lekkere kauwstaafjes, speciaal voor mij gekocht.
Best tof hoor zo’n reis, ik word zo nu en dan behoorlijk verwend, ik kom zelfs een beetje aan van al dat lekkers. Vandaag heb ik een rustdag en mijn baasjes ook. heerlijk een beetje dutten, wat eten en dromen van al deze avonturen.
Bij Atlas aan tafel
Atlas te Ostabat
(Osserain -) Ostabat, 22 april, 25 km, Totaal: 1578 km
(Ostabat-) Saint Jean Pied de Port, 23 april, 22 hr, 12 ºC, 23 km, Totaal: 1601 km
We zitten in Ostabat en hebben vandaag één van de vele historische plaatsen van de Camino gepasseerd. In Xibraltar (spreek de X uit als tsj), op 31 km voor Saint Jean Pied de Port, komen de pelgrimspaden uit Tours, Le Puy en Vézelay (ons pad) tezamen.