Reims – Stad met een ruim hart en bubbels

L’Ecaille – Reims, 21 hr, 1 ºC, 25 km

Vandaag hebben we de tocht over de Ardenner hoogvlaktes afgerond met een aankomst in Reims. Reims is een kruispunt van wegen. De Via Francigena (Canterbury – Rome) ontmoet hier de Camino (Rocroi – Vézelay – Santiago) en ook een aantal GR routes lopen door of langs de stad.

Midden in het centrum torent de kathedraal boven de huizen uit. De twee karakteristieke torens zijn al van verre te zien. Op 20 kilometer afstand kwamen ze al boven de horizon uit en met hen bepaalden we welk pad we moesten nemen tussen de kale winterakkers ten noorden van de stad.

En dan kom je dichterbij. En worden de twee torens hoger. Loop je de stad binnen. Heel prozaïsch: langs een provinciale weg. Over de grasstrook, over een spoorbrug, tweede afslag bij een rotonde en dan verder langs de weg totdat je de voorstad Betheny hebt bereikt. Een trottoir start vanaf een tuincentrum. En dan verder. Het bord “Reims”. We zijn er! Nu nog even doorlopen, op naar de kathedraal! De bebouwing wordt dichter. We zijn in de stad. En dan, bij een zebrapad worden we aangesproken en nodigt een inwoonster ons uit voor een kop koffie. We zijn overdonderd. Tot dat moment hadden we alleen een eenvoudig ontbijt gegeten en een half stokbrood van een dag oud.

Na een hartelijk bezoek (foto’s genomen van Puck met de drie kinderen) lopen we verder. En slaan de straat in naar de kathedraal. De kathedraal… Wauw…..   Wat groot…. Enorm… We lopen erheen en kijken even binnen (morgen bekijken we de kerk uitgebreider). En vragen om een stempel in onze Credencial. Daarna gaan we verder en zoeken de weg naar het hotel waar we twee nachten zullen blijven. Morgen wordt namelijk onze eerste rustdag. En terwijl we op onze smartphone de kortste route ontdekken, tikt iemand op onze rugzak. Of we de Camino lopen. De dame blijkt bestuurslid te zijn van de St Jakobsvereniging in Reims. Kort en goed: morgenochtend hebben we een “koffieafspraak” en zien we haar in het portaal van de kathedraal.

“Les points des Pays Bas pour Reims”:

“Douze points!!!”

Wat een gastvrijheid. We zitten nu in een hotelkamer met een kitchenette. Na zoveel dagen restaurant-, hotel- en herbergmaaltijden wilden we een oude vertrouwde pastaschotel maken. De tomatensaus met ingrediënten heeft een uurtje geprutteld. Een flesje champagne is geopend en een heel grote buidel met wasgoed (mûhhhh) is naar de wasmachine gegaan. Morgen lopen we viooltjesfris door de stad.

 Ardennen1

(Franse Ardennen – een sfeerfoto)

Tweede huisjes

(hierboven: een pandje voor u?)

27 februari Aubigny-les-Potees – Wasigny, 23 km

28 februari Grandchamp – l’Ecaille, 20 hr, 2.5 ºC, 30 km

Langs de route naar Reims zien we onderkomens die eigendom zijn van Nederlanders: fam. de Beer, mevr. van Wut, Jos (bij wie we twee dagen overnachten). Terwijl we in een plaatsje Wasigny op Jos wachtten ontmoetten we een ander Nederlands stel dat daar een huis had gekocht en vervolgens kwam tijdens ons verblijf in de B&B van Jos te Grandchamp een Nederlander op bezoek die in datzelfde dorp een pand had gekocht en nu was begonnen aan een meerjarig restauratieplan.

Waarom gaan al die Nederlanders naar dit Noord-Franse gebied? Zoals we al eerder berichtten is in de dorpen vrijwel niets te vinden. Niet alleen de horeca is weg, maar ook winkels voor etenswaren, timmermannen, meubelmakers, schilders, garages – je kunt hetin de meeste dorpen niet meer vinden. Wat je nog wel ziet is de kerk en een stadhuis. Hier is de gemeentelijke herindeling nog niet toegeslagen, bijna elk dorp heeft nog een eigen burgemeester.

Dus waarom gaan de Nederlanders hierheen? Wel, om allerlei praktische redenen: huizen kan je voor een laag bedrag (<50k Euro) kopen al zal je dan genoegen moeten nemen met een pand in en klein centrum en in niet al te beste staat. Bovendien ben je niet al te ver weg van Nederland (ca. 300 – 350 km tot de Randstad, in 4 uur te rijden) dus het is nog mogelijk om elk weekend vanuit je huis naar je Franse paleisje te scheuren en daar verder te klussen. Vast en zeker zijn de meeste van de Nederlanders van jongs af aan naar Frankrijk op vakantie geweest en komen jeugdherinneringen naar boven bij het passeren van de Franse grens.

Maar we snappen het niet. Voor hetzelfde geld kan je járen lang op vakantie gaan, ook naar gebieden buiten Frankrijk, loop je niet het risico dat het huwelijk strandt door een té krachtig verbouwingsvirus en bespaar je jezelf de ellende met buurtbewoners, gemeentelijke instanties, verbouwingsvoorschriften etc.

Kortom, wij lopen vrij en onbevangen door de Franse Ardennenheuvels, groeten de bewoners, zien elke dag een groep reeën en kijken hoe de boeren het zaaigoed uitstrooien. Weinig zorgen, alleen of het weer goed blijft (het gaat niet regenen maar blijft erg koud), of we nog iets onderweg kunnen eten en of de slaapplek goed zal zijn.

 Bakker1

(de enige winkel tijdens twee dagen lopen: een rijdende bakker)

La douce France

26 Februari, Rocroi – Aubigny-les-Pothees, 23 km

We zijn begonnen aan de Via Campaniensis die leidt naar Vézelay. Een nieuw land met een nieuw landschap; zacht glooiende hellingen met enkele bosplukjes en daartussen boerderijen, geasfalteerde wegen waar nauwelijks een auto over rijdt en kleine dorpjes waar je niemand ziet lopen. Dorpjes waar überhaupt weinig voorzieningen zijn. Op onze eerste dag liepen we naar onze overnachtingsplek Aubigny-les-Pothee door vier dorpjes zonder bakkers, bars, restaurants, slagers of drogisten, alleen maar een kapper. Is dit Frankrijk? Het land waar de mannen een glas pastis drinken op het terras van een bar en daarna petanque spelen? De volgende ochtend arriveerden we in het vijfde dorp en daar was een…. Carrefour. Zijn die supermarkten de reden dat de dorpjes leeglopen en er zelfs geen bakker meer over blijft?
Gelukkig hadden we in Rocroi een stokbrood gekocht zodat we onderweg nog te eten hadden…
In Aubigny-les-Pothees hadden we een heerlijke overnachting bij Marie-Jo en Jean-Marie Launoy. Een ontmoeting voor een avond waarbij je verbaasd staat over de gastvrijheid van de mensen. J-M en M-J zijn twee mensen die met liefde pelgrims ontvangen en precies weten waaraan die behoefte hebben. We hebben genoten van een goed diner met Franse wijnen en ontdekten dat er al meer dan honderd gasten uit Holland waren geweest maar nog niemand uit de provincie Groningen. Bedankt!
Aubigny1

Via Mosana – Tips voor pelgrims

De afgelopen anderhalve week hebben we de Via Mosana gelopen. Onze overnachtingsplaatsen staan hierboven in het rood aangegeven (de groene plek is de overnachtingsadres op de Via Campaniensis van Rocroi naar Vézelay).
Hieronder een aantal tips voor toekomstige pelgrims (en geïnteresseerden):
  • Het pad is tot Hoei/Huy goed aangegeven met het geel-blauwe Jakobsschelp logo. Zelfs in steden. Dat wil zeggen: er is een markering aangebracht als je moet afslaan. Geen markering betekent: doorlopen (of je bent van de route). Dat vereist soms stalen zenuwen (we hebben al zo lang geen markering gezien – lopen we nog wel goed?). En een keer waren we inderdaad van het pad geraakt omdat een sneaky markering op een onopvallende plaats was aangebracht.
  • Na Hoei ontbreekt de markering soms. Dit alles betekent dat je echt een gidsje nodig hebt. Wij waren tevreden over de gids uit de Outdoor reeks “Belgien: Jakobsweg Via Mosana / Via Monastica von Aachen nacht Rocroi” van Jens M. Warnsloh. Het boekje past goed in een grote Fjallraven broekzak maar er zijn vast ook andere, soortgelijke gidsjes
  • Wij raden jullie sterk af om te beginnen met de etappe Eijsden – Liege zoals wij hebben gedaan. Veel te lang voor een eerste dag. We zouden nu eerder in Maastricht beginnen, daar al ons overtollige geld verspillen aan wereldse zaken en starten met een tocht naar een plek iets ten zuiden van Vise zodat je op dag 2 door kunt doorlopen naar Liege. Dat lijkt ons een veel ontspannender begin en voorkomt blessures.
  • Stel je erop in dat de paden vaak gewoon slecht zijn. Het Jakobspad gaat vaak langs weides en bossen waar boeren ook met trekker overheen rijden, of anders ATB-ers, of anders motorcrossers. Bereid je voor op glibberige paden waarin je soms in de modder wegzakt. Ontspan, glimlach als een Buddha en loop verder. De Belgen, ze weten niet beter.
  • Maak ruim van te voren een paklijst en maak hiermee een proefwandeling van 20-25 kilometer. Dan ontdek je of het gewicht van de rugzak niet te zwaar is. Als dat zo is: haal spullen van de lijst en maak nogmaals een proefwandeling. Helaas hebben we dit niet gedaan, wij ontdekten al voor Liege dat we de rugzakken veel te zwaar hadden beladen.
  • En natuurlijk heb je uiteindelijk de rugzak zorgvuldig ingepakt maar we zijn zeker dat ook jij zult puffen. Wij hebben de spullen die we niet direct nodig hadden (7 kg kampeerspullen) per post naar een herberg gestuurd waar we over een maand zullen aankomen. Een herberg van Nederlanders die we van te voren hierover hadden gebeld. En dan zie we wel verder. Het postagentschap zat overigens in een Delhaize supermarkt, je hoeft dus niet per se naar een officieel postkantoor te gaan die vast al dicht is wanneer jij in de stad aankomt
  • Hoe is je Frans? Lees eens een Franse krant of kijk naar TV5Monde om je kennis wat op te frissen.
  • Op een aantal stukke zijn zeer weinig overnachtingsmogelijkheden. Je zult ook wel berichten hebben gelezen van mensen die met de bus van/naar een plaats reisden omdat ze op die plek niet konden slapen. Hoe kan je dit voorkomen: slaap in hotels (inderdaad duur en soms niet zo gezellig), neem een tent mee of bel liefst twee dagen van te voren naar een overnachtingsadres om te voorkomen dat het vol is
  • Het is niet druk op de Via Mosana, gedurende onze tocht (Februari 2015) hebben we geen enkele pelgrim gezien…
  • Aanbevolen overnachtingsadresjes: Ibis bij Bocelle (1 km van de route, inderdaad een Ibis hotel en bovendien aan de snelweg, maar toch aanbevolen!), St. Severin, B&B Le Temps Passé in Huy, de abdij in Leffe en Le Petit Mesnil in Vierves-sur-Viroin
En voor de niet-pelgrims: een weekend-trip-tip!
Wij waren verrast door een mooi Belgisch gebiedje langs de Franse grens waarvan we nog nooit hadden gehoord. Indien je houdt van wandelen en de natuur: ga naar Hierges (F) een klein, gerestaureerd dorp. Aanbevolen: Chambres d’Hotes La Causerie des Lilas. Daarna 16.5 km lopen naar Vierves-sur-Viroin (B), een mooi klein dorpje an de bosrand dat ons deed denken aan Zwitserse bergdorpjes. Aanbevolen: Hotel Le Petit Mesnil met zo’n ouderwetse bar dat ook dienst doet als dorpshuiskamer (weinig luxe maar met vriendelijke mensen). En daarna kan je het bos ten zuiden van Vierves-sur-Viroin induiken, in de zomer zullen de paden hopelijk minder drassig zijn als in Februari.

Blubber

Rocroi, 21.30 hr, 1 ºC, 30 km

Er is iets merkwaardigs aan de hand: we vertrekken steeds vroeger maar we blijven om dezelfde tijd aankomen. Dus vandaag gingen we al om 9.30 uur uit Vierves-sur-Viroin maar stapten pas om 17.30 uur over de drempel van het hotel in Rocroi (F).

En in die 8 uur hebben we 30 kilometer gelopen waarin we slechts één korte pauze hebben genomen om een croissant te eten. En voor de rest: door bossen banjeren over belachelijke paden. Dat betekent, een gemiddelde van 3.75 km/hr, niet een score die je terloops op een verjaardagspartij noemt. Hoe kan dat?

Het St Jakobspad gaat naar Santiago, dat betekent dat pelgrims vooral kilometers willen maken. Ze hebben nog ongeveer 2300 km voor de boeg. Een mooi paadje in de natuur, met een huppelend hertje of een grazend zwijntje, is welkom maar – als het moet – is een grasstrook naast een provinciale weg ook wel zo praktisch. Daarom verwachtten we  dat het Jakobspad over gebaande paden zou lopen. Maar nee, in België ziet de wereld er heel anders uit. Het typische Jakobspad is hier een modderpad waar een boer met zijn trekker doorheen is gereden. En daarna is teruggekeerd. En toen wat vergeten is. En daarna nog eens terugkwam om iets te doen. Met als resultaat: BLUBBER.

Schoenen tot diep in de modder. Veel lopen om de grootste plassen te ontwijken. En bij een stroompje heen-en-weer lopen: waar haal ik droog de overkant? Dat alles vreet tijd.

Maar we hebben het gehaald, we hebben de Via Mosana van Liège tot Rocroi afgelegd en zullen in Frankrijk verder lopen. Tot aan Santiago. De overnachtingsmogelijkheden in Frankrijk lijken beperkter dan in België. Morgenochtend zullen we een paar adresjes bellen (of vragen we een ober om die te bellen). En anders vertrekken we gewoon. En zijn we als doorgewinterde pelgrims: vertrouw op St Jakob. Uiteindelijk komt het allemaal goed.

Tenslotte een foto van onze heldin. Puck. Loopt al 230 kilometers met ons mee. Elke avond is ze doodmoe maar ochtends vroeg springt ze weer kwispelend tegen ons op!

Bos2

Mist

Vandaag aan mij de eer om een stukje te schrijven.

26km, 650 hoogtemeters. Van Givet naar Vierves-sur-Viroin. Totaal nu 224km (bijna 10%).

Met zeer dichte mist zijn we vertrokken en raakten direct de eerste 50m al totaal gedesoriënteerd. Liepen precies de verkeerde kant op, maar Puck haar neus gaf aan, hier zijn wij gisteren ook al geweest, we gaan toch naar het zuiden? Rechtsomkeer mars! Waar Puck wel niet goed voor is.

De weg naar de Maas eenmaal terug gevonden, waren het  enige kilometers langs de Maas,tot er een afslag kwam. Niet , omdat de weg zo goed gemarkeerd was,Tim is vooral een erg goede gids, ouderwets met een boekje, kaart en kompas. Vanaf dat moment gingen we de heuvels opnieuw in. In een idyllisch dorpje werden we zeer hartelijk binnengehaald om iets te komen drinken. Heerlijke warme chocomelk gedronken een praatje gemaakt, ons Frans vordert snel????

Rond het middaguur brak de zon door en ja, de muts ging af, handschoenen uit, jas uit. Jaaaaaa! Het lijkt wel lente!!!! We hadden al ravijnen vol sneeuwklokjes gezien, bloesem in de bomen ,de eerste eendenkuikens, maar nu voelen we het. Laten er nog veel van deze dagen komen.

 

 

 

La douche

Givet, 23 februari, 22 uur, 2 ºC, 27 km

We zijn vanmiddag in Frankrijk aangekomen na een lange, laatste Maasdag. In totaal hebben we ongeveer 75 km langs het Maaswater gebanjerd en drie schepen gezien. Dan gaat het verstand op nul en de blik op oneindig. Gewoon doorlopen, je kijkt niet eens op je horloge, alleen op de kaart om te bepalen waar je ongeveer bent en hoeveel kilometer je nog moet lopen. Passeren we een dorpje dan zoeken we of we iets kunnen eten want om gewicht te besparen zit vrijwel geen eten in de rugzakken.

In de ochtend nog jeugdsentiment: het pad liep vlak langs en onder de klimrotsen van Freyr. Over een lengte van 40 meter balanceerden we gebukt op een kademuurtje onder een overhangende rots, vlak naast de snelstromende rivier. En tot onze stomme verbazing zagen we zelfs al twee Belgen in een klimroute omhoog gaan.

Het was, tegen de verwachtingen in, een mooie dag. De lente komt eraan, de bloesem zit in veel bomen en stinzenplanten komen overal de grond uit.

De zon scheen totdat we de Franse grens hadden bereikt. We hadden nog geen paar honderd meter in “La douce France” gelopen of de lucht werd grijs, de wind trok aan en binnen een paar minuten hoosde het. Geen bescheiden Belgische regen maar echte dikke droppels. Zijknat stonden we een half uur later in het hotel. De rotzakken, morgen lopen we verder, via België!

Van Regen naar Leffe

Leffe, 22 februari, 21 hr, 10 C, 23.4 kilometer

Het heeft een week geduurd maar vandaag (maandag) was het zover: een echte regendag. Van ochtends vroeg tot nu. Aan een stuk door. Grijs, geen enkele hoop dat de zon zal doorbreken. Je stapt dus naar buiten en je weet het gelijk: ik word nat, ook al heb ik de Goretex regenjas twee keer geïmpregneerd.
Gelukkig moesten we niet over modderige paadjes lopen, dat hadden we laatste dagen gehad, maar ging het Jakobspad over een verhard, vlak jaagpad langs de Maas. Wil je het nog mooier: grijze sluierbewolking, Jugendstilvilla’s op de oevers (sommige oud, andere gloednieuw), het geroffel van regen in het water en de klaagzang van rotganzen.
Drieëntwintig kilometers lang. Langs kleine dorpjes waar we in een frietkot schuilden en een hamburger aten. Een detail: naast het jaagpad loopt een weg. En die weg heeft hectometerpaaltjes. 172.2. En daarna: 172.3. Dat bekende: nog 21.2 kilometers te lopen. 172.4. Niet naar die paaltjes kijken. 172.5. Is er iemand die die paaltjes kan afplakken???
172.7.
Eind goed, al goed. Druipend zijn we in Leffe aangekomen. We slapen in het gastenverblijf van de Abdij. Norbertijnse monniken (niet gezien) die dagelijks lauden, vespers en completen zingen. Die hebben we niet kunnen horen omdat de kerk dicht was na 19 en voor 8 uur. De abdij is natuurlijk bekend van het bier dat je overal kunt kopen maar dat niet bij het avondeten werd geschonken. Het diner, aangekondigd als een “eenvoudige broodmaaltijd”, was overvloedig. Denk aan “een eenvoudige doch voedzame maaltijd” van Oliver B. Bommel.
Ik groet u temidden van de kleren die overal in de slaapruimte hangen. Morgen moet alles weer droog zijn.
Leffe2
Toegift van 23 februari (in de slaapzaal was geen warm water en Wifi maar we hebben de primitieve omstandigheden overleefd): bij het gezamenlijke ontbijt vroeg ik de abt of we een donatie konden geven aan de abdij. En of hij terughad van 50 Euro. Dat laatste was natuurlijk een HEEL domme vraag. We hoefden niets te betalen maar ik heb hem beloofd om onderweg een gulle gift aan armen te geven. Ik hou u hierover op de hoogte.

La Meuse

Namen – Wepion, 21 februari, 21.30 hr, 10 ºC, 32 kilometer

Vanochtend zijn we met de auto naar Andenne teruggekeerd om het stuk Andenne – Namen te lopen. Er zijn vast mensen die denken: “zijn die even gek. Zitten ze al in Namen. Pak in dat voordeel en loop gewoon verder vanuit Namen”

Daar zit wat in. Maar voor 11 uur denken we nog niet goed na en stonden we al in Andenne.

We maakten dus opnieuw een tocht langs de Maas en ook de komende dagen blijven we bij de rivier. Een rivier met bijna geen schepen en met weinig activiteit rondom het water. Wat is er aan de hand? De nasleep van de crisis? Mijnen staan stil, geen vrachtauto beweegt. In een verder idyllisch landschap waren alleen schietverenigingen actief en galmden oud-en-nieuw geluiden over het water.

Dat is gek. Elk vrijstaand huis heeft één, liefst twee waakhonden die naar ons blaffen, heen-en-weer rennen, tegen het hek opspringen en dat alles het liefst tegelijkertijd (Puck loopt dan onverstoorbaar verder maar wel aan de andere kant van de weg). Dat lijkt mij al veilig genoeg maar de Belg wil misschien een premium safety -gevoel hebben en neemt er nog een blaffer bij.

Gelukkig zijn wij bewapend met Puck, een knoflookgeur (in de middag) en een zweetlucht (aan het eind van de tocht). Kan niets tegen op.

Gastvrijheid

Namen – Wipéon, 20 februari, 21 hr, 10 ºC

Lieve lezers, het kan verkeren. Gisteren arriveerden we na een 20 km tocht in Hoei/Huy en werden we gastvrij onthaald bij B&B Le Temps Passé. Een strak, gloednieuw maar ook uitstekend B&B in het centrum van de stad. Het ligt naast een restaurant met ambitie en schuin tegenover een koffie-, thee- & chocoladebar met klasse. Jullie moeten niet allemaal naar Hoei afreizen want ook zonder Hoei kan je leven nog zin hebben gehad. Na een voortreffelijke en lange nacht (we gaan steeds eerder naar bed, inmiddels al voor 10 uur, met moeie pootjes is het goed slapen) hebben we onze vriendelijke gastheer gegroet en vertrokken we naar Andenne. De Belgische meteorologische dienst had voor de hele dag regen voorspeld, je bent dan al blij wanneer het slechts continu miezert.

18 kilometer verder waren we in Andenne en na een 2 km toegift bereikten we het hotel waar we een kamer hadden gereserveerd voor twee personen met een klein hondje. Bij aankomst was de eerste opmerking “wat komen jullie hier met die hond doen?”. Da’s lekker binnenkomen. De man nam zijn woorden terug. We waren natuurlijk welkom. Maar dat bleek voor Monique en mij te gelden, niet voor Puck. Die moest ergens maar iets gaan doen. Tijdens small talk met de eigenaar (IK WORD NIET BOOS) ging de eigenaresse naburige hotels bellen of daar plaats was voor twee personen met zo’n kreng – geen resultaat. Daarna stootte ze een koffiekan over de tafel en begon de man te zuchten.

Dan denk je: zak in de ******, we vertrekken. Snel een kamer bij het Hampton in Namen geboekt. Niemand blij maar wel opgelucht. De man bracht ons in zijn oude VW-bus naar dit hotel (chapeau!). En daar volgde een nieuwe aflevering met onbekwaam en ongeïnteresseerd personeel. Uiteindelijk hebben we bij de Carrefour een avondmaal gekocht die we op de kamer met onze gasbrander hebben klaargemaakt. Eind goed, al goed. Kreeftenbisque, sardientjes op brood, Lay’s chips en Pinot Gris is ook een interessant diner…

Huy1