VRIENDEN!, wat fijn dat we jullie hier weer allemaal ontmoeten! Kunnen jullie het nog herinneren? Vijf jaar geleden hielden we jullie met deze blog op de hoogte van de tocht die wij, Monique, Puck en Tim, naar Santiago maakten.
en route, op slechts 600 kilometer van Santiago…
Het is lang geleden, een ander tijdperk, een vroeger waarin je ’s avonds onbekommerd naar buiten ging en je zonder mondkapje en beslagen bril een restaurant binnenstapte. Dat gold overigens niet voor de eerste weken na ons vertrek. In februari en maart 2016 liepen we door België en Noord-Frankrijk en in die gebieden heerste een lockdown avant la lettre. Je zag vrijwel niemand, laat staan dat je anderen tot op 1.5 meter naderde en zelfs in de weinige, trieste dorpen bleven de straten verlaten en namen de bewoners een strikte en, naar ons leek, eeuwigdurende quarantaine in acht.
Bijna net zo verlaten als Noord-Frankrijk: de pampa van Argentinië
Teruggekeerd uit Santiago leek het leven verder te gaan op het eerder ingeslagen pad. Maar ja, als je vier maanden naar de wolken en de bomen hebt gekeken, als elke dag een nieuwe verrassing was en je je gedachten de vrije loop hebt gelaten, dan is tijdens de tocht je brein werkelijk veranderd.
Na de honderd dagen lopen, denken en slapen zie je dan bij terugkomst de zaken met verwondering aan en die distantie heb ik later verder gekoesterd. Ik schreef bovendien een boek over de tocht, Een edelman in Lerma, en zo verlengde ik mijn behandeling in het sanatorium van de Camino, de pelgrimsroute naar Santiago, met twee extra jaren.
Presentexemplaren van het boek gingen naar de NRC, de Volkskrant en Trouw. De kranten bleken met stomheid geslagen en gedroegen zich dienovereenkomstig maar de allerbelangrijkste geadresseerde stuurde een antwoord. Na een maandenlange stilte, waarin je de hoop op een reactie hebt opgegeven, arriveerde een brief van Cees Nooteboom waarin hij mij bedankte voor het boek. Via allerlei omwegen was mijn pakketje bij hem op Menorca terechtgekomen, precies op tijd want in die periode las hij een ander boek dat dezelfde afbeelding van Denis Diderot op de omslag had als mijn Edelman in Lerma. En zo zie je: toeval bestaat ècht want bij een atheïst als Diderot durf je niet aan interventies van hogere machten te denken.
Boeken en schrijvers, in Weimar
Ik heb het ooit al eens opgeschreven maar ik herhaal het hier graag: Cees Nooteboom is voor mij een van de grootste hedendaagse schrijvers die mij al meer dan twintig jaar begeleid. Zo’n hechte lezer-schrijverrelatie, ook al was het tot voor kort een louter eenzijdige kwestie, heeft gevolgen. Door zijn boeken werd ik een nog hartstochtelijker Europeaan, ontdekten we Spanje en struikelden we daarbij over de Camino. Daarom verwijst de naam van deze blog naar een van zijn meesterwerken [1].
De brief van Cees kon ik niet onbeantwoord laten, hij reageerde vervolgens met een mail en zo begon een onregelmatige conversatie met gaten van weken, soms maanden, voordat de ander terugschreef. Enkele brieven schreef ik in Groningen maar de meesten ontstonden ver weg, het waren berichten van achter de horizon, vanuit Vuurland en Patagonië, Weimar of Zeeland en bijna vanuit Venetië.
De brieven gaan over Diderot en andere schrijvers, over dieptreurige badplaatsen maar ook over de natuur, over helse spechten, een onzichtbaar wezen, over de populariteit van knettergekke politici, reizen natuurlijk, en uiteindelijk over verlaten straten en de stilte.
Mannetjesspecht met vrouwtjesmens
Het boek met de brieven aan Cees verschijnt binnenkort, hou de blog in de gaten en…
reserveer in je agenda alvast de avond van dinsdag 13 april voor een online bijeenkomst met boeken… en prachtige livemuziek!
[1] Cees Nooteboom, De omweg naar Santiago, Uitgeverij Atlas, Amsterdam, 1992
De enorme Timmerman – El Carpintero gigante – De Magelhaenspecht