Vézelay!

(Cravant -) Vézelay, 13 maart, 22 hr, 6 ºC, 32 km

Het is volbracht, we zijn in Vézelay aangekomen en hebben de Via Campaniensis vanuit Rocroi afgerond. Volgens de gids is het een tocht van 392.7 km, volgens onze app’s is de werkelijke afstand ver over de 400 kilometer. Maar hebben we wat afgesloten of begint nu juist het belangrijkste, de Camino?

Vézelay is een van de vier officiële Franse startplaatsen van de Camino (de andere drie zijn Tours, Le Puy-en-Velay en Arles). Veel Nederlanders reizen naar Vézelay en beginnen dan te lopen. Nog meer starten bij de Pyreneeën (St. Jean Pied-de-Port) of pas in Spanje zelf.

Vézelay is bijzonder. We hebben dat vaak gehoord van andere Caminolopers, En dank denk je, gaaap, het zal wel. Maar rond 17 uur liepen we de heuvel omhoog, langs de plaats waar Bernard Clairvaux zijn preek/oproep tot de tweede kruistocht heeft gehouden (we spreken nu over 31 maart 1095) en lopen verder omhoog naar de basiliek. Het is bewolkt en het schemert, we lopen langs een klooster en wat oude huizen, door een steeg en zwenken daarna via een ander oud straatje naar een grote plaats dat het plein voor de basiliek blijkt te zijn. En je weet dat jezelf nu een van de vele miljoenen bent die gedurende meer dan duizend jaar het pad naar Compostela loopt, dat dit enkele feit je verbind met al die eerdere pelgrims ook al moesten de mensen 500 of 1000 jaar geleden veel grotere offers brengen dan wij nu. Dat gaat door je hoofd en tegelijkertijd houd je Puck in de gaten.

Hier staat een een enorme Romaanse basiliek, we zijn niet naar binnen gegaan, dat zullen we morgen, op onze tweede rustdag doen. Maar we hebben al wel kort het beroemde “Het timpaan van het Laatste Oordeel” bewonderd. Te snel, maar we zijn moe, we hebben bijna 8 uur gelopen en willen onze rugzakken afwerpen.

Jaarlijks zouden een miljoen mensen Vézelay bezoeken. We hebben vandaag maar een paar gezien. Het was stil in het grote dorpje dat boven op de heuvel ligt. Wat een indrukwekkende stilte! Door nauwe straatjes dalen we af, kloosterordes hebben hier een vertegenwoordiging, kleine musea zijn gewijd aan onbekende schrijvers. Eenvoudige herbergen proberen pelgrims tot een overnachting te verleiden. Maar wij gaan naar “Hotel de la Poste”. En dat blijkt een oud, eerbiedwaardig hotel te zijn met krakende houten vloeren, een vriendelijke, Engels sprekende conciërge en een lobby waar de muziek van Miles Davis en John Coltrane schalt. Wellicht zijn we de enige gasten, of misschien moeten we het hotel (4 verdiepingen) met nog een ander stel delen.

Nu moeten jullie het doen met een paar verwarde gedachten, morgen slapen we uit en bekijken we Vézelay.

Vezelay2

(de laatste meters naar Vézelay, de basiliek rijst al boven de heuvel uit)

Buon Camino!

(Chablis – ) Cravant, 12 maart, 22 hr, 3 ºC, 22.5 km

Na een stevig ontbijt op onze oude sfeervolle hotelkamer (jus d’orange, baguette, croissants, salami en camembert hadden we ingekocht bij de bakker) vertrokken we om 9.30 uur voor een redelijk korte tocht naar Cravant (inderdaad, van dat dorp hadden wij ook nog nooit gehoord en – geloof ons – je mist er weinig aan).

Dagen lang klaagden we over modderpaden, regen en wind maar zie, vandaag waren de wandelcondities ideaal. De zon scheen en na een frisse nacht stegen de temperaturen razendsnel tot Hollandse mei-waardes. De fleece en handschoenen werden niet meer aangetrokken en bij hellingen zochten we zelfs de schaduw.

We lopen over paden waar we twee dagen geleden nog zouden glibberen. De modder is door de zonneschijn echter opgedroogd zodat we nu ook langs weilanden en bossen kunnen doorstappen.

De bewegwijzering van het Jacobspad is met de Franse slag aangelegd (ontbreekt vooral daar waar je het nodig hebt) maar we hebben de gids met topografische kaarten en het pad is prachtig aangelegd over hellingen tussen de wijngaarden. Een baguette steekt parmantig uit de rugzak en de thermoskan is gevuld met warme thee. Onder een boom tussen de wijnvelden stoppen we en eten stokbrood, thee en chocoladereep. Wat wil je nog meer…

Buon Camino!

Cravant10

(langs een oude Romeinse heirbaan bij Cravant)

Lente!

(Eaux -Puiseaux -) Roffey, 10 maart, 31 km

(Roffey -) Chablis, 11 maart, 22 hr, 4 ºC, 18 km

We hebben lang moeten wachten maar na dagen van grijze dagen met af-en-toe een miezerregen is het weer veranderd. Gisteren (10 maart) was het de hele dag al droog en bleven de regenjassen en rugzakhoezen in de rugzak. Na een teleurstellend verblijf in het Le Carre Long hotel te Eaux Puiseaux (een vernietigende recensie zal volgen op TripAdvisor) vertrokken we voor een tocht over harde wegen met vergezichten over heuvelachtig gebied. Wat een opluchting, geen modder en geen regen! Maar wel (te) lange tijd over asfalt gelopen zodat we met brandende voeten bij Martine Beaumont van B&B Les Fontaines in Roffey arriveerden. Een B&B zoals je die elke dag hoopt aan te treffen. Twee mensen die echt plezier hebben om pelgrims te ontvangen en alles doen om het hen naar hun zin te maken. Dat is jullie gelukt! Puck heeft nu weer een klein St Jakobsschelpje op haar harnasje en wij konden een avond lang bijkomen en hebben relaxed bij een heerlijk diner met Quiche Lorraine en een prima kaasplateau met Bergerac wijn. Bedankt!

Vanochtend, na de foto, zijn we op stap gegaan voor een kleinere afstand van 18 kilometer naar Chablis. Inmiddels weten dat 18 kilometer in de gids overeenkomt met 20 kilometer in werkelijkheid maar ook dat was vandaag geen probleem. Want, trouwe lezer, we staan inmiddels op rond 7.30 – 8.00 uur en vertrekken dan rond 9.15 uur. Waar zijn de tijden dat je tijdens de vakantie bleef ronken tot 11 uur ochtends?

Gisteren was het droog maar grijs. Vandaag was het droog en zonnig. Lente! Lente!!!! Luidruchtige groepen ganzen vliegen naar het noorden (stap van je fiets en luister naar de ganzen, die praten met elkaar terwijl ze in grote V-vormige formaties vliegen). We hebben het ademloos beluisterd, de lente is gekomen, de ganzen gaan naar het Noorden! Geen fleece meer aan, plots lijken de bomen veel meer bloesem te dragen en horen we meer mussen, merels en zelfs spechten.

En ook de geuren. Pas als je bloemen en kruiden ruikt besef je wat je al die maanden hebt gemist. De lente!

Rond 11 uur pauzeerden we op een bankje van een dorpje bij het monument van de gevallenen in Le grande Guerre. Boeren rijden op trekkers af-en-aan, het seizoen is begonnen. Lente!!

Om 2 uur kwamen we in Chablis. Niet via de officiële Camino route, die waren we even kwijtgeraakt maar Monique wist uiteindelijk toch waar we waren en met een minieme vertraging liepen we Chablis binnen. Wat een entree!, als een amfitheater rijzen de wijnheuvels op rondom de stad. Later beseffen we dat op deze heuvels, gericht op het zuiden en direct rondom de stad, de druiven voor de Chablis Grand Cru groeien. De kostbaarste hectares waar veel mensen bezig waren met het snoeien van de wijnranken, het verbranden van takken en het bemesten van de grond.

Chablis is begin maart nog een slaperig stadje maar met veel restaurants en (vooral) wijnhuizen. In de zomer zal het hier barsten van toeristen. We hebben bij de buurt-super inkopen gedaan voor ons ontbijt van morgenochtend en daarna is Tim nog langs Thierry Laffay en Jean-Marc Brocard gegaan om enkele premier cru’s en grand cru’s te proeven. Wat een plezier is het toch om (al is het in gebrekkig Frans) te praten met de wijnmakers en hun liefde te voelen voor het product dat ze maken. Hier geen klater- (of echt) goud zoals bij de champagne huizen in Epernay maar wel de passie van de 7de generatie wijnboeren voor “hun” wijn.

Monique was in het hotel bij Puck gebleven. Onze prinses heeft gisteren en eergisteren afstanden van 30+ km gelopen en kan vandaag al vanaf 3 uur lekker liggen ronken. De schat. Ook morgen zullen we een redelijk korte etappe lopen zodat Puck verder kan bijkomen want we merkten bij aankomst in het hotel dat ze echt moe was. Chablis2

(beiges van Chablis)

Bericht uit Troyes [Wyoming]

Chablis 11 maart, 15 hr, 12 ºC

De afgelopen week waren we te gast bij mensen die familie hadden in de VS. Alhoewel die al 100 jaar geleden waren geëmigreerd bleken nog steeds banden te bestaan. In het huis vond ik een krant met onderstaand artikel dat mij deed denken aan de toestand in de Ardennen – Champagne regio.

Later vandaag volgt een verslag van de afgelopen twee dagen.

Bericht uit een somber oord

(oorspronkelijk: “Report from a village of darkness,” Joe Conrad uit: The Wyoming Morning Gazette, Vrijdag, 13 November 2015)

Dit is een verhaal over de ontvolking die veel gemeenschappen in het noorden van Wyoming bedreigt. Ik zit in de patrouillewagen van sheriff Sgt. Jeremy Kurtz, onderweg naar Troyes, slechts 380 kilometer van de grens met Montana. Troyes is een nederzetting van circa 100 zielen, vergeten op de meeste kaarten en zelfs internet biedt weinig informatie over het dorp. Kurtz legt uit dat Troyes in ongeveer 1830 werd gesticht door migranten uit Frankrijk (Europa) en genoemd werd naar een oude stad in hun vaderland. Al in 1850 was het dorp een welvarend centrum van de bizonjacht. Foto’s getuigen dat de hoofdweg gevuld was met luxe winkels en een saloon waar de meisjes naast het dansen en zingen nog andere activiteiten hadden. De bizonjagers in Troyes waren beroemd tot in Canada en effectief, binnen 20 jaar was de bizon in Wyoming uitgeroeid en droogden de inkomsten op. Jonge mannen weken uit naar Montana en N-Dakota om hun broodwinning voort te zetten of gingen naar Detroit om in de Ford fabrieken te werken, werden kompel in de kolenmijnen of, nog later, scheepten zich in naar Verdun om nooit meer terug te keren.
De exodus had dramatische gevolgen. Leerlooiers en slagers sloten hun zaken, daarna de kleermaker, schoenmaker, smid, Chinees en slijters. Rond 1920 was het dorp onherkenbaar veranderd, in de drie nog bewoonde straten was alleen de saloon geopend die geen variété meer aanbood maar melkpoeder, thee, koffie, noten en andere kruidenierszaken naast de gebruikelijke fluïde zaken zoals bourbon en bier. Kurtz toont een ansichtkaart uit 1924 waarop een T-Ford voor de saloon is geparkeerd, een hele gebeurtenis omdat maar zelden een automobiel Troyes bereikte. Voor de auto staat slechts een kind temidden van een groep oude mannen, de meeste andere jongeren waren op moment al vertrokken.
Nog later, in 1970 sloot Chevron de benzinepomp die er tijdens de oorlogsjaren was neergezet. Wat overbleef was de saloon met een vriescel waarin pizza’s, hamburgers en donuts lagen opgeslagen en een koelkist die elke maand tot de nok toe met Coke en Coors werd bijgevuld. Uiteindelijk is afgelopen maart deze laatste zaak van Troyes ook dichtgegaan. De eigenaren (77 en 82) waren te oud om de zaak voort te zetten en onder de bevolking was niemand te vinden die de winkel wilde voortzetten. Kurtz zegt dat het een publiek geheim was dat de zaak verlies maakte en niemand had vertrouwen dat dit ooit zou veranderen.
We rijden de Troyes binnen en stappen uit. Het dorp staat vol vervallen woningen. Er is onweer op komst, het is windstil en donkere wolken pakken zich samen boven de horizon. Van alle kanten buldert het geblaf van honden die tegen tuinhekken opspringen. Auto’s staan voor huizen en op oprijlanen, in veel huizen brandt licht maar niemand laat zich zien. Ik weet dat we worden bekeken maar niemand komt te voorschijn om te vragen wie we zijn, of om ons uit te nodigen voor een kop koffie.
We lopen door Grand Bullstreet, de hoofdstraat en Kurtz vertelt dat het dorp ten dode is opgeschreven. “Vroeger had je hier elk jaar nog twee markten waar mensen uren voor in de auto zaten. Een rodeo, veel muziek, bier, vechtpartijen, het gebruikelijk spul. Nu spreken ze elkaar nauwelijks nog, in Troyes vind je geen sportverenigingen, vissersclubs, helemaal niets. Helemaal niets, ze zijn gek dat ze hier nog in hun huizen hokken! Eten, TV kijken en de hele dag gamen, ik zou niet weten wat ze hier anders doen. De mensen kennen elkaar niet meer, van je buurman krijg je sneller een blauwe boon tussen je ribben dan een kopje suiker”.
Pas aan het einde van de Grand Bull zien we de eerste bewoner. Maar Hank is een Hollander die hier afgelopen September is neergestreken. Hij is de enige die de laatste jaren één van de verlaten panden in Troyes heeft gekocht. Of eigenlijk een ruïne want bij de aanschaf stonden alleen de buitenmuren overeind, binnenin heerste de chaos van 60 jaar verval. Hollanders blijken een volk te zijn dat vervuld is van frontier melancholia. Niet alleen in Troyes (WY) maar ook elders kopen ze panden op de meest verlaten plekken. De TV in Nederland heeft zelfs een show waarin het leven, en vaak de deconfiture, van de lone wolves wordt getoond. Over 9 maanden moet het pand weer bewoonbaar zijn. Hank denkt dat zijn vrouw dan ook naar Troyes komt en hij wil dan een ecologisch centrum beginnen waar stadsbewoners kamperen en cursussen volgen. De plannen zijn nog in een embryonaal stadium maar het zal iets groots en groens worden. Hank’s initiatief is de uitzondering die de regel bevestigd. In N-Wyoming sluiten slechts zaken, volgens de Kamer van Koophandel zijn hier in de afgelopen drie jaar maar twee nieuwe bedrijven geregistreerd.
Wyoming2
(het erf waar Hank’s ecologisch centrum moet komen)
Vooralsnog ziet de toekomst van Troyes er somber uit. De US Dept. of Health rapporteert dat de meeste mensen die in afzondering leven geestelijke labiel raken. Kurtz vat dit kort samen: “ze worden knettergek, of Jezus (althans dat denken ze), of geniaal of terrorist. Wij volgen vooral de laatste twee groepen”.
Navraag bij Buffalo County waaronder Troyes valt, leert dat een buurtverrijkingsplan wordt voorbereid. In deze prachtwijk komt een buurthuis met poolbiljart en dartborden. Bovendien zal eens per maand een welzijnswerker langskomen. Het meesterplan hiervoor wordt a.s. juni gepresenteerd.
(de oorsprong van dit artikel is mysterieus. Het kan zijn overgenomen uit de Wyoming Morning Gazette maar misschien is het in onze Apple Macbook Air ontstaan….)

Uitgeteld

(sfeerfoto tijdens de lunch)

(Troyes -) Eaux -Puiseaux, 9 maart, 21 hr, 3 ºC, 33 km

We zitten uitgeteld op een bed van het enige hotel in de wijde omgeving. We hebben “een recordje gezet”. 33 ellendige kilometers gelopen. Door regen + wind en bij lage temperaturen. We zijn door 5 dorpen gekomen en in deze dorpen was niets (geen bakker, bar, restaurant of wat dan ook). Langs honderden huizen gelopen maar niemand die open deed. Aan het einde van de tocht liep het pad  door een bos waar quads eveneens doorheen hadden geraasd (lees: een grote modderpartij) en dan kan je je voorstellen dat we (incl. Puck) uitgeput voor de (dichte) voordeur eindigden van het hotel in Eaux-Puiseaux. Maar die opende 30 minuten later.

Troyes1

(Petrus & Paulus kathedraal te Troyes)

Maar we zijn in Troyes geweest! De leukste stad die we tot heden tijdens de tocht hebben gezien. Prachtige vakwerkhuizen en een schitterende kathedraal. We hadden een puik logistiek plan voor het kathedraalbezoek bedacht. Tim gaat naar binnen, fotografeert zich stuk en staart in verwondering opzij, naar boven etc. In de tussentijd zit Monique met Puck in de bar voor de kerk. Take it easy & relax. Daarna wisselen Tim en Monique, om vervolgens gezamenlijk een stempel in de credencial te halen. Kortom, een prima plan. Gemaakt door iemand (Tim) die een aantal jaren in Limburg heeft gewoond. En voor wie het ondenkbaar is dat er geen bar tegenover de kerk staat. Frühshoppen, je weet wel. Maar we zijn in Frankrijk waar alles anders is. Kortom, Monique en Tim stonden te blauwbekken voor de kerk. Maar de stempel hebben we!

Troyes2

Europa en twee boekjes

(Anglure -) Troyes, 8 maart, 21 hr, 3 ºC, 19 km

Er moet mij (Tim) even iets van het hart. Gisteren keek ik bij Madame Noble naar het Franse journaal en hoorde dat de EU met Turkije heronderhandeld over de opvang van vluchtelingen. Dat Turkije hiervoor 3 miljard Euro extra vraagt + dat Turken zonder visum naar Europa moeten kunnen reizen + dat de EU de onderhandelingen met Turkije over een toekomstig lidmaatschap moet heropenen. En dat maakte mij enorm boos.

Ik ben blij dat Frankrijk in Europa ligt. La France, waar in de 17e en 18e eeuw een groep geniale en moedige filosofen de principes van de huidige, vrije westerse samenleving hebben uitgedacht. Enkele helden: Voltaire, Montesquieu, Diderot, d’Alembert, Holbach (maar ook “onze” Spinoza en Amerikanen zoals Franklin en Jefferson). In wat voor jungle zouden we leven als we de staat niet hadden ingericht volgens principes die jullie voor het eerst hebben overdacht. Want stel je een staat voor zonder:

  • trias politica (scheiding van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht).
  • vrijheid, gelijkheid (of beter: gelijkwaardigheid) en broederschap onder de burgers
  • scheiding van kerk en staat
  • vrijheid van meningsuiting
  • vrijheid van godsdienst
  • vrijheid van organisatie

Inderdaad, dan zit je in een communistische of religieuze dictatuur, of in het rijk van een totalitaire dictator. Een dictatuur waarop Turkije steeds meer lijkt nadat het oppositiekranten en politieke partijen het werken onmogelijk maakt, verkiezingen herhaalt als de uitslag van een eerdere de Leider onwelgevallig is etc. etc. etc. Turkije is al meer dan 1000 jaar geen Europese staat, het heeft hier wel land bezet en zelfs Wenen bijna veroverd maar dat heeft het de kern van die natie niet veranderd. Het heeft niet dezelfde culturele en politieke ontwikkeling doorgemaakt en verwijdert zich nu van Europa. Dat land kan de komende twee generaties geen EU-lid worden. Stop de gesprekken hierover.

Ik blijf hopen dat de EU een effectief antwoord vindt op de vluchtelingenstroom. Was er maar iemand van het kaliber van een Churchill of een Schmidt die een krachtdadige politiek strategie formuleert dat in lijn is met onze waarden, niet bang is om een deel van het electoraat te verliezen, en waardoor we voorkomen dat we gechanteerd worden door landen uit de periferie.

De afgelopen drie weken las ik twee boekjes, van een filosoof en een politicus. De filosoof signaleert een probleem in de samenleving, probeert de principiële oorzaak te achterhalen en beschrijft een oplossing waarna de politicus het kan implementeren via effectieve wetgeving. Laten we daarom beginnen met de filosoof.

Het boek “Über die Toleranz” uit 2015 bevat enkele stukken van Voltaire en werd uitgegeven n.a.v. de moordpartij bij Charli Hebdo. Voltaire behandelt hierin de begrippen fanatisme (“extremisme”) en tolerantie (“integratie”) en geeft als voorbeeld hoe een Hugenoot door de Franse justitie, onder druk gezet door een woedende meute en gedoogd of wellicht zelfs ondersteund door de heersende godsdienst, onterecht ter dood werd veroordeeld. Fanatisme is het moment waarop een gelover zijn principes meedogenloos wil opleggen aan zijn medeburgers. Voor Voltaire is de Bartholomeusnacht uit 1572 een typisch voorbeeld van Fanatisme, een terreur waarbij in Frankrijk circa 10.000 Hugenoten door lynchpartijen en “volkstribunalen” werden vermoord. Zijn verslag van het religieus fanatisme komt tot in detail overeen met de IS terreur maar met als verschil dat hij het heeft over terreur tussen Christelijke stromingen. Zijn analyse is dat fanatisme veelal verwaarloosbaar is in een multiculturele samenleving waarin de orde en mensenrechten strikt gehandhaafd worden door een sterke staat (hij noemt – o ironie – het Osmaanse rijk als een voorbeeld voor zo’n verlicht multiculturele staat). En stelt verder dat tolerantie ophoudt waar fanatisme begint, fanatisme moet meedogenloos worden bestreden.

Het boek “Broederschap” van de politicus Frans Timmermans uit December 2015 is daarna een teleurstelling. Hij begint zijn boek met de stelling dat binnen Europa “vrijheid een recht is, gelijkheid een feit is en broederschap een plicht”. Mij lijkt dit een naïef optimistische analyse waarbij de agressie tegen minderheidsgroeperingen in Europa wordt vergeten. Helaas zijn er veel idioten die bijv. joden en homo’s niet als gelijkwaardig beschouwen. In zijn betoog benadrukt hij dat een deel van de (autochtone) Europese bevolking bang is om “iets kwijt te raken” van hun identiteit maar dat we die angst moeten overwinnen door met oorlogsvluchtelingen te praten, om zo begrip te krijgen voor hun toestand. En anderzijds geeft hij toe dat de Europese Unie tekort schiet in o.a. het asielbeleid, het terugsturen van economische migranten, het identificeren van terroristen en het beperken van de vluchtelingenstroom door het opzetten van opvang in de Syrische regio.

Timmermans’ analyse heeft mij niet gerust gesteld over het spoedig ontstaan van een effectief en coherent Europees antwoord op het vluchtelingenprobleem. Noch stelt het mij gerust dat de huidige politici onze Westerse-/Verlichtingswaardes vastberaden & onverzettelijk zullen verdedigen. Dat doet heel veel pijn en maakt mij ongerust over de toekomst. De politiek heeft na meer dan een jaar nog geen manier gevonden om de stroom van bootjes in te dammen en er is een chaos hoe we die mensen opvangen. Het gebrek aan daadkracht en de resulterende chantage van Turkije is voor iedereen zichtbaar. Bij grote delen van de bevolking geeft dit steeds grotere zorgen en weerstand. Ook bij mensen die niet Marine le Pen of Wilders in het stemhokje aankruizen.

Dat moest er even uit.

Ik lees inmiddels “Het verdorven genotschap” van Philipp Blom over de radicale Verlichting van Diderot & Holbach rondom 1750. Blom’s eerdere boeken “De duizelingwekkende jaren” en “Alleen de wolken” bespreken de culturele en politieke veranderingen in de jaren 1900-1913 en 1919-1937 en kan ik iedereen aanraden. Vooral het tweede boek laat zien hoe samenlevingen geleidelijk vervallen als de humanistische waardes van Montesquieu c.s. niet meer strikt worden gehandhaafd.

Geschreven op vrouwendag en de 92e verjaardag van mijn moeder.

Tot ziens bij u thuis

(bij madame Finot te Anglure)

(Sézanne -)  Anglure, 6 maart, 24 km

(Anglure -) Savières, 7 maart, 19 hr, 1 ºC, 29 km

We zijn onderweg naar Troyes (spreek uit als “trois”). Bossen en heuvels verdwijnen langzamerhand uit het landschap. De blubberige bospaadjes laten we dus achter ons, eindelijk!, nu loopt het makkelijker. Vandaag ging het pad zelfs 20 kilometers als een streep langs een oud kanaal richting Troyes. Het was een gloednieuw aangelegd fiets/ren/wandelparcours waar we het dagrecord hebben neergezet bij gebrek aan concurrentie.

In dit minder toeristische deel van de Champagnestreek zijn geen hotels zodat je bij privé-personen overnacht (de chambre d’hôtes). Gisteren waren we bij madame Finot in Anglure zonder WiFi maar met een eigen douche en zitkamer. Eten in de woonkamer met familiefoto’s aan de wanden en de Franse TV luid in de hoek.

Vandaag zijn we bij madame Noble te gast waar we een slaapkamer van 4*5 meter hebben met twee uitpuilende kastjes, een bureau en een wandmeubel. En dan kom je met twee grote rugzakken binnenlopen die je ook wil legen. Kortom, we moeten hieraan nog wennen maar we zijn beide dames dankbaar voor hun gastvrijheid en het uitstekende eten dat goed vult na een dag lang lopen. Bravo!

Vanwege het kleine aanbod van chambre d’hôtes slapen pelgrims in dezelfde huizen. Omdat iedereen aan het eind van zijn verblijf een bericht  in het gastenboek achterlaat weten we dat de meeste pelgrims uit Nederland komen en dat enkele dagen voor ons een andere Nederlander loopt, Paul uit Almere. We halen hem langzamerhand in, hij liep aanvankelijk 5 dagen voor ons maar zijn voorsprong is “geslonken” tot 2 dagen. Zullen we straks, na meer dan drie weken, onze allereerste pelgrim ontmoeten?

 

Jean

(Baye – Sézanne, 5 maart, 23 hr, 1 ºC, 22 km)

Jean is Fransman. In mijn verbeelding is het altijd zaterdag wanneer ik Jean zacht neuriënd zie lopen naar de boulangerie. Une baguette svp. Jean gaat daarna met zijn vrienden un pastis drinken aan een metalen terrastafeltje van de bar aan het dorpsplein. Twee francs. Een krant ligt op tafel maar wordt nooit gelezen. De voorpagina schreeuwt dat Paris St. Germain heeft gewonnen. En meer hoef je ook niet te weten. De geur van roosmarijn, lavendel, anijs en sinaasappel hangt in de zwoele, warme lucht. Het trage gesprek gaat over wielrennen, vrouwenbenen en de vakantie. We horen jeu-de-boulen ballen dof klotsen op de achtergrond.

Jean is blij. Hij gaat vanmiddag zijn nieuwe Renault 4 bij de dealer halen. Eigenlijk veel te duur maar hij wil niet meer met de trein naar de Midellandse Zee gaan.  Een auto met een radio en een canvas-dak. Jean is trots als zo’n auto voor de deur staat. En in het wit, dat vond hij (en zijn vrouw ook) wel mooi en dat wordt ook niet zo heet in de zomer.

De verkoper was trouwens aardig. Deed wat van de prijs af zonder dat hij dreigde weg te lopen. Ja, hij en zijn vrouw kennen “La fine Bulle”, een aardige tent. Een restaurant waar hij soms met Jacqueline of Catherine ging eten. Die zou inderdaad wat bekender mogen worden, straks gaat het failliet en waar moet hij dan met Jacky rustig souperen?

Advertorial

Baye4

Voel je vrij, onder de meest uitdagende condities.

BERGHAUS is een innovatief Engels outdoor merk dat sinds zijn ontstaan actief met outdoorsporters samenwerkt aan het verder perfectioneren van zijn high-tech kledinglijnen. Zo testten Jim Tucker en Rob Kozlowski, wetenschappers van de Univ. of Aberdeen, op hun arctische expedities BERGHAUS Powerjacks die gemaakt zijn van het nieuwe H2Overall materiaal. Bekijk hun ervaringen en ervaar zelf de voordelen in uw locale adventure store.

In 2016 testen twee long distance pilgrim giants, Moniq Hemmink en Tim Vondergraaf uit Grun (Benelux), BERGHAUS Slash regenbroeken met OHNO technologie. Hemmink en Vondergraaf lopen hiervoor over de meest verschrikkelijke hiking paden van West-Europa. Blubber stroomt door hun aderen en over hun Slash broeken. De expeditie startte in Februari in de Ardennen en eindigt in Juni in het groene storm-struck Galicië. Route en timing garanderen een maximale kans op stortbuien bij vrieskou en storm waaronder het BERGHAUS Slash membraan zijn unieke capaciteiten moet bewijzen. Ons team is in contact met de pilgrims en meldt dat ze lopen onder perfecte condities. Volg de Blog voor het laatste nieuws!

(de tekst van deze – en andere – advertorial(s) heeft geen enkele link met de realiteit)

Roffelen & Banjeren

(Moussy – Abbaye de Baye -) Sézanne, 4 maart, 22 hr, 4 ºC, 31 km

Het roffelde tijdens het ontbijt op de ruiten. Een goed begin is het halve werk. Gelijk maar de regenkleding aangedaan, droog zal het niet worden. Om 9.30 uur vertrokken voor wat een lange dag zou blijken. Heuvel op, heuvel af. Over paden die herinnerden aan de Belgische Ardennen waarbij je glijdt en verder glibbert. Een tocht door een groot bosgebied waar we geen (= nul) andere wandelaars hebben gezien. Na twee uur ontwijk je de plassen niet meer maar banjer je gewoon verder.

En zie, langzaam voltrekt zich een wonder. Het werd, in tegenstelling tot alle Méteo-France voorspellingen, DROOG. Puck zag er erg zielig uit want tijdens een lunchstop in een bar kreeg ze spontaan brokjes, en meer brokjes, en nog meer brokjes. We arriveerden uiteindelijk om 17 uur bij de zusters van Baye waar we een kamer gereserveerd dachten te hebben. Maar er was één probleem: Puck. Ze kon buiten het gebouw in een open schuur slapen. Of binnen het gebouw in een afgesloten hok. Een uur later stonden we onder de douche van een hotel in Sézanne. En Puck lag op haar dekentje.